de stad hulst rond het jaar 1 900 107 om gezamelijk met de fiets op Zondag er op uit te trekken. Men noemde deze clubs geen "fietsclubs", maar om in stijl te blijven met het Zuidelijk spraakge bruik, "velo-clubs". Deze "velo-clubs" organiseerden in de zomer "fietsfeesten", waar de fietsbezit- ters hun behendigheid konden tonen in het ringsteken en het met ballen gooien naar de "Kwa-Bette", een pop met een H U LST Oen'scne straat y V-HC "nr. L.'C:AC kt! J'fcU scharnierende kop. De behendigste fiet sers vielen in de prijzen. De jeugd sprong in het begin van onze eeuw ook wel eens uit de band en soms op een minder juiste manier. "Zelandia" schreef in januari 1904, dat enkele jon gens in de kledingwinkel van Kleyberg aan de Vismarkt goederen hadden ge stolen en bij de weduwe Kieboom had den ze een lade geopend en enkele pot ten "boerenjongens" gestolen. Door het kranig optreden van de Maréchausée en de veldwachter onder leiding van Opper de Brouwer konden de dieven gepakt worden. "Wij zullen nu wel van die soort belhamels bevrijd zijn", aldus "Zelan dia". De armen We zagen, dat er voor de welgestelden en de middenklasse heel wat prettigs te beleven was in Hulst. Rond 1900 was er ook veel armoede en gebrek aan vele dingen. Het was dan wel zo, dat er in de zomer werk in overvloed was, maar de lonen waren laag en de gezinnen groot. Er was dan ook veel armoede en soms bittere nood bij velen. Zeker, er werd wel geholpen door de armbesturen, het R.K.armbestuur, de Diaconie en het Bur gerlijk armbestuur en ook door sommi ge welgestelden, maar dat nam de ar moe toch niet geheel weg. Het Burgerlijk Armbestuur zette op bepaalde tijden ook arme vrouwen, de meeste waren huis moeders, aan het werk om met een ijze ren krabbertje en gezeten op een baai- zak, het groen van tussen de stenen vóór het stadhuis te verwijderen. Diezelfde vrouwen kregen dan van het gemeente bestuur toestemming om op de Dinsda gen langs de huizen te gaan bedelen. Ze deden dat in groepjes. Vernederender kon het toch wel niet. In het jaar 1901 werd door het R.K. Armbestuur doorlo pend aan 34 gezinnen en 27 alleenstaan den ondersteuning verleend. De Diaco nie zal ook wel enkele tientallen gehol pen hebben, evenals het Burgerlijk Arm bestuur. Dan waren er nog de "Stille ar men", mensen die hun armoe liefst niet aan de grote klok hingen. Zij werden door de St. Vincentius- en de St. Elisa- beth-vereniging geholpen. Nog over armen gesproken. Tot aan de eerste wereldoorlog was er bij de lagere- school bij de zusters, een armen- en een rijkenschool. De prijzen voor goed ge drag en ijver in de armenschool beston den uit kleren, stoffen en etenswaren,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 11