de stad hulst rond het jaar 1 900 108 - -W - - -- bijeengebracht door de beter gesitueer den in Hulst. Zo zien we, dat er in Hulst rond 1900 heel wat "goeilevers" waren, doch dat de armoe niet gering was. Dit alles was voorzeker niet de oorzaak, dat er nu en dan met de torenuurwerken in Hulst iets niet in orde was. Een Hulste naar schreef in "Zelandia" in 1904, dat de klokken van kerk en Landshuis wel een kwartier verschilden en de vier wij zerplaten op de kerktoren op hetzelfde tijdstip elk een andere tijd aangaven. Wel gemakkelijk zegt de Hulstenaar, zo komt men nooit te vroeg of te laat. Ge lukkige mensen, die zich met zulke din gen nog konden bezig houden. We zou den nu kunnen besluiten. Het leven in Hulst rond 1900 zou echter niet geheel belicht zijn, als we geen aandacht zou den besteden aan een man, die in het begin van onze eeuw geschiedenis heeft gemaakt in Hulsten doorzijn houding en zijn principe goede bedoelingen oorzaak is geweest, dat het gemoedelijke en rus tige Hulst verdeeld geraakte in twee zich heftig bestrijdende groeperingen, vóór of tegen Van Dalsum, want het ging om Hendrik Albert van Dalsum, sedert 1903 notaris in Hulst. Van Dalsum Hij moet hier gekomen zijn vol idealen en begon zich, naast zijn notarieel werk, in te zetten voor het algemeen welzijn van de bevolking. Hij meende al gauw in Hulst en in het Land van Hulst toestan ïl^uye v.'uLïI■•'•tv den te onderkennen, die de vooruitgang en het geluk, vooral van de kleine boe ren, zakenmensen en van de arbeiders in de weg stonden. Als oprichter van de R.K. Boerenbond, van de Boerenleen banken en van de R.K. Volksbond heeft hij veel tot het welzijn en tot het krijgen van eigenwaarde van velen gedaan. Voor de arbeiders adviseerde hij om tot oprichting van een R.K. Werkliedenver eniging te komen. Ook voor de oprich ting van een R.K. Leesbibliotheek zette van Dalsum zich in. Hij was een fervent drankbestrijder en gaf daar lezingen over. De notaris zag, dat hierin de streek nogal wat fout ging met het verpachten en ver huren van landerijen en hofsteden. Hij schreef daarom een brochure: "Pacht- contract", "Program van den R.K. Boe renbond"; daarna nog een, dat getiteld was: "Rondom Pachtcontract I". Deze bemoeienissen schoten in het ver keerde keelgat van de in Hulst en om streken wonende administrateurs en be heerders van landerijen. In "Zelandia" van 19 november 1904 werd een uiter mate scherp en gemeen ingezonden stuk geplaatst door F. Hombach uit Hulst, administrateur voor buitenlandse grondeigenaars. Dit naar aanleiding van de brochure: "Proeve van een program van den R.K. Boerenbond voor Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen", waarin van Dal sum een aantal mis- en wantoestanden besprak, die hij tegengekomen was bij onderhandse verpachtingen, waardoor de pachters soms gedupeerd, bena deeld, of onder druk gezet werden door de administrateurs. In de brochure en overigens in geen enkel geschrift van van Dalsum werden namen genoemd. Van Dalsum in zijn groot idealisme, wil de deze toestanden opmerken, om tot betere en rechtvaardiger verhoudingen te komen. Wat was daartegen in te bren gen? Dat Van Dalsum, die verstandelijk wel licht meer in zijn mars had, dan alle ad ministrateurs samen, op de aantijgingen van Hombach zou reageren was duide lijk. Hij deed dit met een ingezonden stuk, eveneens in "Zelandia" van 23 no vember 1904. Het was een gedegen en eerlijk stuk, zonder hardheid of venijn. Zijn betoog eindigde als volgt: "De waarheid doet dikwijls pijn, doch slechts hen op wie ze toepasselijk is, maar ze heeft ook een genezende kracht. En ter overweging: bij den nederige is duurza me vrede, maar in het hart van de hoog moedige is dikwijls ijverzucht en toorn. (Navolg. 1.8.3.)" Enige tijd nadien, toen de hetze van de heersende klasse en van enkele geeste lijken op gang kwam, waardoor Van Dal sum in zijn notariaat benadeeld werd, schreef de notaris een scherp betoog, getiteld: "Door Recht en Wet". Hij begon aldus: "Mijn eerste daad in deze streek om mede te werken tot meer recht, meer liefde - de korte inhoud van de sociale encykliek van Paus Leo XIII - was de weigering mijn ambt beschikbaar te stel len voor onrecht en willekeur. Door deze weigering stelde ik mij vierkant tegen de partij dezer streek, die er belang bij heeft, dat in de bestaande rechtstoestanden geen verandering kwam". Dat loog er niet om. En hiermee begon dan eigenlijk het moeilijk, maar eerlijk leven van nota ris Hendrik Albert van Dalsum. Op op bestuurlijk niveau enige invloed ten goede te kunnen uitoefenen, stelde hij zich kandidaat voor een zetel in de gemeenteraad van Hulst en in de Staten van Zeeland. Na een felle, soms door vóór- en tegenstanders minder fraai ge voerde verkiezingsstrijd werd Van Dal sum, zowel in de gemeenteraad, als in de Staten van Zeeland gekozen. Zijn po pulariteit bij het gewone volk en bij de middenstand was enorm. Om zijn ideeën aan het volk te kunnen uitdragen, stichtte Van Dalsum het veel gelezen, doch door de geestelijkheid

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 12