een elandonderkaak uit het (holland?)veen opgevist in de oosterschelde ten. In de herfst eet hij graag paddestoe len. Afstamming De eerste vertegenwoordiger van het ge- slacht/4/ces kwam in Europa voor tijdens het Vroeg-Pleistoceen. Deze soort A Ices gallicus Azzaroli onderscheidde zich van de recente eland door het bezit van een veel langere geweistang met aan het eind slechts een geringe afplatting. Waar schijnlijk leefde deze eerste eland niet in diepe bossen; het enorme gewei met een spanwijdte van 3 m of meer zou hem daar immers tot grote last zijn geweest. Uit het Midden-Pleistoceen is in Europa een soort bekend onder de naam A/ces lati- frons Johnson. De maximale spanwijdte van het gewei van dit dier was onvermin derd doch de stang was korter en het af geplatte uiteinde groter. De elanden uit het Midden-Pleistoceen konden enorme afmetingen bereiken maar ze varieerden sterk in grootte. Of wij hier te maken heb ben met individuele verschillen of met (tijdelijke) ondersoorten is onzeker. De recente eland A/ces a/ces (L.) ver schijnt in het Laat-Pleistoceen in Europa. Hoewel deze toen gemiddeld groter van afmeting was, bestond er verder geen verschil met zijn moderne nakomelingen. Uit het laatste interglaciaal (tussenijstijd) zijn reeds vondsten van hem bekend. Tij dens de klimatologisch gematigde perio den van de laatste ijstijd komt hij alge meen voor in West-, Noord- en Centraal- Europa en in Siberië. In Noord-Amerika bestond een aparte groep van het en demische geslacht Cerva/ces. De migratie van de Europese soort naar dit continent zou mogelijk nog tegen het eind van het laatste glaciaal plaatsgehad kunnen heb ben (Kurtén). De in Zeeland gedane vondsten zijn hoogstwaarschijnlijk alle toe te schrijven aan de Laat-Pleistocene en recente soort A/ces a/ces. Mij zijn althans geen vond sten bekend van de reeds genoemde soorten uit het Vroeg- en Midden-Pleisto ceen. Geografische verspreiding Tijdens het Postglaciaal hadden de elan den hun grootste verspreiding. In de Ou de Wereld kwamen ze voor tot in Trans- Kaukazië, tot aan de kusten van de Zwarte Zee en in Engeland en Ierland. In Cen- traal-Europa breidden ze zich naar het zuiden toe uit maar ontbraken in de Bal kan, Italië en ten zuiden van de Pyre neeën. In historische tijd zag hun ver spreidingsgebied er oorspronkelijk uit als op het overzichtskaartje is aangegeven. In de wouden die destijds grote delen van West- en Centraal-Europa bedekten kwam de eland veelvuldig voor. Bekend is de beschrijving die Caesar geeft van de elanden in het Hercynische Woud. Met uitzondering van Zweden, Noorwegen, Finland en Polen zijn ze in West- en Cen traal-Europa in de Middeleeuwen uitge roeid. In Middeleeuwse nederzettingen in de DDR (7e-10e eeuw) en in de Bonds republiek werden nog elandbotten aan getroffen. In de Elzas kwam hij in de 10e eeuw voor het laatst voor. Wat Nederland betreft werd in een 9e eeuwse rivierne derzetting bij Rijnsburg een elandbot ge vonden. Bij de opgravingen van Dorestad (7e-tweede helft 9e eeuw) zijn enkele ge weifragmenten van de eland tevoorschijn gekomen. Men neemt echter aan dat deze zijn geïmporteerd om er benen voorwer pen van te maken. De eland was hiertoen waarschijnlijk al verdwenen of een zeld zame verschijning geworden. Aangenomen mag worden dat in de Ro meinse tijd de eland ook in Zeeland nog voorkwam: bij de opgraving van een Ro meinse nederzetting (ca. 75-275 n. Chr.) op Goeree in 1958 en 1959 werd een ge weifragment gevonden. Alleen in het oostelijk deel van het Euro pese verspreidingsgebied leefde hij nog tot in de 18e en 19e eeuw: in Saksen waarschijnlijk tot 1746, in Galicië (Oos tenrijk) tot 1760, in Silezië tot 1776 en in het westelijk deel van de Baltische staten tot 1830. In Europees Rusland werd een gebied bewoond dat zich naar het zuiden toe uit strekte tot aan de kust van de Zwarte Zee Oorspronkelijk verspreidingsgebied van de eland in historische tijd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 15