ktcber
'19
V
Walcheren het jaar rond
142
r
)p rooiers xiy'n ooioyi a a si de yas?yy
(A c /llaACh /ld XQ-n AA oy>. ic '<J'y
-jia Ar A oen i eic ooi >si a c/i An o
Ju JrUdÓ J ci/ /toy eer/ re -J 'c/r. o i
i vc/iA ye ei czn /Jt A
kóc' r en s/ici /ui /i in r/si ei/es en
-Je /'C CA C/i ,0'ocyies/ Jor/o/on e7S> es as/
U/ci Cis
Vt rdJZ. (Jp/icW/rcf M ei/ ss/ est rpoi/.i iocsf
i/po/siyHl s iy'os/ isos ios/ Jin s/ 4
i/y c t p<zas s, y/iij /v <ys ,x r/
l ii/ifr tlciC/sii cie' 1U's sso< rss/
luistert heel nauw. Je hebt vrij regelma
tig, dat je nieuwe details ziet, ook al ben
je met die beesten opgevoed. Plotseling
heb ik bij ganzen een lichte vorm gezien.
Ik stuitte eens op een 'rode koekoek in
het Groene Wegje. Hier heb je de hele
serie schetsen voor die plaat van Oostka-
pelle. Daar de toren, hier die schuur. De
ze 5 schetsen moet je eigenlijk allemaal
naast elkaar leggen. Daarna ben ik naar
het dorp toegereden en heb ik detail-
schetsen gemaakt. Die details worden
dan later op het uiteindelijke blad nau
welijks aangeduid, maar die details zijn
wel aanwezig. Ook bij die bomen, de
vorm, de kleurschakeringen, bijvoor
beeld van die veldiepen.
Dit zijn de compositieschetsen voor het
blad van Biggekerke. Soms doe je ook
veel overbodigs. Daar zie je een schets
van een torenvalk en een buizerd die ik
toen zag. Ik heb van iedere dag alles ge
noteerd. Lees maar in mijn dagboek: 6
januari: 'Ik schilderde de boerderij van
Reynierse. Eerst zag ik er een velduil,
later een buizerd.' Dit is het kasteeltje
van Jacob Cats met twee soorten vlin
ders als bladrandversiering. Je hebt na
tuurlijk daar bij ook je emotionele herin
neringen: dat zit ook in de tekst. Dat
drukt een stempel op je tekst. Ik heb op
een ander blad een compositie van gras
sen gezet. Toen dacht ik: moet ik al die
grassen nu benoemen. Ik heb het maar
niet gedaan.
Soms zit je met die naamgeving je rot te
zoeken. Het gebeurt wel eens, dat ik in
boeken iets signaleer, dat in andere boe
ken niet staat. Dan moet je de knoop
doorhakken. Dan pakje maar Heukels of
Thijsse of Westhof; anders word je sta
pelgek. Die hele nomenclatuur staat
trouwens op de helling door nieuwe on
derzoekstechnieken.'
Ook inhoudelijk kunnen we van een
uniek document spreken. Kooger heeft
voor mij een lijst gemaakt van door hem
geraadpleegde werken; een zeventigtal
titels: boeken over sagen en legenden,
historische werken als de kroniek van
Zeeland door Tirion en de Smallegange.
Vooral vanzelfsprekend biologische
werken: wilde planten-boeken, flora's,
vogel-encyclopedieën, veldgidsen, etc.
Achter het schilderen van een 'blauwtje'
zit zorgvuldig kennis nemen van de vak
literatuur.
Maar niet alleen in deze zin hebben we
met een inhoudelijk merkwaardig pro
ject te maken. Ik bedoel meer de artistie
ke zin. Een aanwijzing daarvoor krijgen
we als we op de lijst met opgegeven
literatuur een aantal middeleeuwse ge
tijden-boeken aantreffen: Tres riches
heures de Jean due du Berry, Heures de
Visconti, de Rohan, de Jeanne de Cleve,
etc. en museum-catalogi van o.a. Brug
ge.
Dan wordt dit Walchers jaarboek opeens
op het niveau gebracht van het monni-