DERTIG JAAR ZEEUWS TIJDSCHRIFT A. C. Meijer v-,?r. - -f5: - ZEEUWS TIJDSCHRIFT JAARGANG 30 nummer 6 -1980 - j,:r terugkijken en tellen "Het Zeeuws tijdschrift beoogt de ver breiding van kennis omtrent Zeeland en zijn bewoners" stond gedurende negen jaar als motto op de binnenzijde van de omslag. Deze doelstelling, vastgelegd in de statuten van de Stichting blijkt ook na lezing van dertig jaargangen plezierig ruim, veel valt er onder, weinig erbuiten. Voor zover bekend is daarin het tijdschrift in Nederland uniek. Talloze regionale pe riodieken verschijnen er in ons land, maar in geen daarvan treft men zo'n combina tie van geschiedenis, actualiteit en toe- komstbezinning aan. Met de brede op dracht, die de eerste redactieleden voor ogen hadden, hebben ze het zichzelf en hun opvolgers niet gemakkelijk gemaakt. Zij moesten attent blijven op het juiste evenwicht tussen de groepen onderwer pen en er bovendien op letten dat alle afzonderlijke regio's aan hun trekken kwamen, dat bijvoorbeeld één eiland niet al te veel de aandacht kreeg. In hoeverre het gedurende dertig jaar gelukt is moge hierna blijken. Voorgeschiedenis en doelstellingen In "De lof van het amateurisme", afge drukt in nummer 6 van de 20ste jaargang legde redacteur L. W. de Bree rekenschap af van twintig jaar redactionele arbeid. Hij sprak zijn verbazing uit over het feit dat het zolang volgehouden was. Al voor de oprichting was er pessimisme geweest. Dr. P. J. Meertens, Zeelandkenner bij uit stek, had de initiatiefnemers verteld dat er al eerder plannen waren gesmeed, maar bij plannen was het gebleven. Van één van die vroegere pogingen is iets meer bekend. In mei 1946 nodigde H. P. Augusteijn uit Sas van Gent geïnteres seerden ter vergadering in Goes, om een "breed en algemeen stimuleerend Zeeuwsch tijdschrift" te helpen oprich ten. Het blad zou moeten weerspiegelen wat er onder de Zeeuwen leefde, het zou gericht moeten zijn op het verhogen van het geestelijk en stoffelijk welzijn van het Zeeuwse volksdeel, de "toon der artike len altijd pittig en opbouwend, nooit kwetsend of afbrekend. Populair, doch steeds goed gedocumenteerd" 1). Voor de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog kenmerkende woorden. Het streven naar eensgezindheid, samenwerking en effi ciency, zoals uit de oproep blijkt, stond hoog in het vaandel geschreven. In iets andere, voorzichtiger, bewoordin gen zette in 1950 een ander groepje Zeeu wen zijn ideeën op papier. Zij haakten in op de door gedeputeerde staten in hun toelichting op de begroting voor 1950 uit gesproken wens dat het Zeeuwse volk "meer dan tot dusver" zal "moeten leven in het besef der eenheid". Volgens de plannenmakers van 1950 zou het tijd schrift dat hun voor ogen stond aan de nodige gewestelijke eenheid kunnen bij dragen, als het zich maar zou weten te onthouden van "partijkiezen op gods dienstig en politiek terrein". Nadat aan de toenmalige commissaris van de koningin, jhr. mr. A. F. C. de Ca- sembroot, de verzekering was gegeven dat de redactie er geen Zeeuwse bewe ging van zou maken en dat alle Neder landse zuilen in die redactie vertegen woordigd zouden zijn, kon de zaak - met subsidie - van start 2). Met de zegen van het provinciaal bestuur en de toegezegde medewerking van "vooraanstaande, competente perso nen" verscheen het eerste nummer. De lezer werd beloofd dat er naast histori sche, folkloristische en oudheidkundige onderwerpen ook aandacht besteed zou worden aan landbouw, industrie, visserij, waterstaat, verkeer. Ook onderwijs, volksgezondheid, kunst, taal en letteren zouden aan de orde komen. De artikelen geteld Dat vele voornemens gerealiseerd zijn valt af te leiden uit de hierbij afgedrukte tabel. Duidelijk blijkt hoezeer die eerste redactie de vinger aan de pols hield. Bij de tweede jaargang werd beloofd dat het blad zich meer op de toekomst zou gaan richten, een streven dat met het op de watersnoodramp gevolgde Deltaplan al bijzonder snel verwezenlijkt kon worden. Toen de redactie in 1956 omkeek naar vijf verschenen jaargangen constateerde zij een geleidelijke daling van het aantal his torische bijdragen ten gunste van de be handeling van actuele problemen. Het aantal artikelen met de gehele provincie als onderwerp was gestegen, die met een meer regionaal karakter verminderd. Al met al bleek dat de afzonderlijke delen van Zeeland verhoudinggewijs redelijk aan hun trekken waren gekomen. Alleen St. Philipsland "moest eens op de rol voorkomen" en Zeeuws-Vlaanderen was wellicht iets onderbedeeld. Uit zo'n tabel valt veel af te lezen, veel echter ook niet. Kwaliteit is niet of nauwelijks in getallen te vangen evenmin als verschuivingen in de behandeling en benadering van de verschillende onderwerpen. Een paar voorbeelden zijn echter snel ge geven. Natuur en milieu werden in de ja ren vijftig vooral bekeken door de bril van de botanicus, de ornitholoog. De laatste vijftien jaar lag de nadruk meer op natuur behoud in ruime zin, op de problemen die ermee samenhingen in een provincie waarin tenslotte ook de industrie een be langrijke rol ging spelen. Met de verande ring van de publieke opinies veranderde het Zeeuws tijdschrift, in uitvoering en inhoud. Op het terrein van de milieube scherming sprak het zich voor zijn doen tamelijkfel uit. Leest u er de "Leeuw op de belt" in jaargang 16, nummer 6 nog eens op na. Folkloristische onderwerpen kwamen steeds minder aan bod. Zij maakten on der meer plaats voor de herinneringen van oudere Zeeuwen. In het algemeen kan men trouwens constateren dat de "human interest" in de vorm van herinne ringen of "Prentenboek" ruim vertegen woordigd was en is. Het dient gezegd, voor het overgrote deel in zeer lezens waardige vorm. Een groot aantal artikelen over planologie en economie, veelal van de hand van M. C. Verburg, verscheen, in steeds kleinere frequentie. Niet alleen over economische onderwerpen schreef Verburg. Met zijn "Middel-burgers" 3) steekt hij Van Scha- gens "Van de Geerse's" 4) naar de kroon. Beide artikelen hebben weliswaar een be perkte regio tot onderwerp, maar elke Zeeuw kan er plezier aan beleven. De Mid delburgers kunnen zich erin herkennen, de overige Zeeuwen kunnen zich erover verkneukelen. Ook hier is (her-)lezing aanbevolen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 1