mededelingen 184 Herstelde en geïmpregneerde schedel van Odobenus.sp. (walrus), herkomst Zeeuwse stromen. vervolg mededelingen Partij en factie Het Genootschap ontving een exemplaar van de ongewijzigde herdruk van D.J. Roorda: „Partij en Factie" ter bespreking. Dit werk verscheen in 1961 als dissertatie van prof. dr. D.J. Roorda, thans hoogleraar te Leiden, en de lezers van deze mededelingen ook reeds bekend door de studie over het re gentenpatriciaat te Zierikzee, die in het Ar chief van het vorig jaar verscheen. Destijds was „Partij en Factie" een van de eerste stu dies geïnspireerd op Namier's „Structure of politics at the accession of George III", die hier te lande verschenen. Namier betoogde in deze studie dat in de geschiedschrijving het begrip „partij" te veel wordt teruggepro jecteerd. Hij stelde daarvoor in de plaats een onderzoek naar de omstandigheden die tel kens wisselende combinaties rondom lei dende figuren veroorzaakten: het begrip fac tie is voor de 17e- en 18e-eeuwse verhoudin gen veel meer van toepassing. Roorda werk te deze methode uit voor een analyse van de gebeurtenissen in 1672 in de Republiek. De ze herdruk bood hem de gelegenheid na een periode van 18 jaar te bezien in hoeverre zijn werk had standgehouden. Hij komt daarbij tot de conclusie dat er weliswaar op detail punten nieuwe visies zijn ontstaan maar dat de nieuwe benadering nog steeds opgang maakt en thans ondersteund wordt door kwantitatief onderzoek. Ook voor de Zeeuwse geschiedschrijving is het onderzoek naar partij en factie van groot belang. Voor de Zeeuwse verhoudingen is ook te veel vanuit partijverhoudingen ge construeerd. Voor wie zich met de geschie denis van Zeeland bezig houdt is de herdruk dan ook van veel belang. Historische Studies uitgegeven vanwege het Instituut voor Geschiedenis van de Rijks universiteit te Utrecht, nr. XXXVIII; dr. D. J. Roorda: „Partij en factie", Wolters/- Noordhof, Groningen 1979, f 32,50. Jubileum Natuurkundig Gezelschap 29 november vierde het Natuurkundig Ge zelschap zijn 200-jarig bestaan. Het Genoot schap was bij deze feestelijke aangelegen heid vertegenwoordigd, maar gaarne maken wij ook van de mededelingenrubriek ge bruik om deze zustervereniging van harte te feliciteren. Het Natuurkundig Gezelschap, opgericht in 1780, is voor het Genootschap van grote betekenis geweest. Door de idealistische Johan Adriaan van de Perre begiftigd met een eigen gebouw - het Museum Mediobur- gense - was het in staat ons Genootschap op een kritiek moment huisvesting aan te bie den. Hierdoor kon het Zeeuwsch Genoot schap zich gedurende de vorige eeuw ont plooien aan welke ontwikkeling wij nu nog de vele publicaties en schitterende verzame lingen te danken hebben. Helaas scheidden de wegen in 1888, en het einde van deze symbiose bleef voor het Gezelschap niet zonder gevolgen. Het gebouw moest wor den verkocht, de instrumentenverzameling raakte in het ongerede. Het Gezelschap bleef echter levensvatbaar en kan vooral in onze tijd waarin de natuurwetenschappen en de techniek bloeien als ooit tevoren een uiterst nuttige rol vervullen. Ons Genoot schap hoopt in de toekomst op een intensie ve en nuttige samenwerking met het Gezel schap, zoals in het beleidsplan tot uitdruk king is gebracht. Degenen die belangstelling hebben voor de geschiedenis van het Natuurkundig Gezel schap wijzen wij op de studie van dr. D. Schoute: „De Geschiedenis van het Na tuurkundig Gezelschap te Middelburg" (1923) die nog steeds verkrijgbaar is. Te be stellen bij het secretariaat. Prijs f 10,-.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1980 | | pagina 24