over het ontstaan van de fortificaties in oost zeeuws-vlaanderen en aangrenzend gebied 16 Parel gebouwd. Langs de vaart werd o.a. de schans Zillebeke opgeworpen. Op 25 februari 1585 was de vlotbrug voltooid en de Schelde volledig afgesloten. De gigantische karwei van de aanleg van een aanvoerweg, een vlotbrug en ver schillende forten kon in een winterperio de van slechts 4 maanden uitgevoerd worden. Van Staatse zijde werd getracht deze blokkade te breken. Op 3 maart konden zij fort Liefkenshoek en de ondersteunings schansen weer in handen krijgen. Er werd toen ook geprobeerd de vlotbrug, door middel van vuurschepen, in brand te ste ken en te vernietigen. De aangebrachte schade was gering en spoedig hersteld. Hierna werden de polders Doel en St. An na onder water gezet, waardoor de inun datie volledig werd. Van Staatse zijde werd getracht een be- voorradingsweg via de rechteroever te verkrijgen. Op 7 en 16 mei werden zware aanvallen uitgevoerd op de Kouwenstein- se dijk, die echter werden afgeslagen. Verstoken van voorraden, capituleerde Antwerpen op 17 augustus 1585. Op 27 augustus deed Alexander Farnese, die in 1586 van zijn vader de titel van hertog van Parma erfde, er zijn intrede. Na de verovering van Antwerpen kwam op 27 november het fort van Kalloo ge reed. Voorts werden opgericht: fort Ver rebroek (1586) en de schansen Haesop en Steenland. De ontwikkeling tussen 1586 en 1609 (afb. kaart 4.) Na het beleg van Terneuzen in 1584 en de verovering van Antwerpen in 1585, was nagenoeg het gehele gebied van de Vier Ambachten en het Land van Saeftinghe, Waes en Beveren, geïnundeerd. Van Spaanse zijde (en de autochtone be volking) werd getracht de gaten in de dij ken te stoppen, hetwelk door stormen en nieuwe militaire handelingen weer onge daan gemaakt werd. Begin 1586 hadden de Staatsen in dit gebied twee brugge- hoofden, t.w. de vesting Terneuzen en het fort Liefkenshoek (met het over de Schel- &,.Pg0rt v - - ijWHAmflhii'tViihrrtaJt Huift'met all,.' d* omliggbm Sterehen Jêo die waren 'den xo.Auguffis Delineation' de la fitte ieJ-üdH auecq toutr Ier forts ctrcpnucifiw coeils e/foi 1 V'yctj'1 dri'ij.wdctt defdue verlaten heU'en.ett metipeinctcmetit ottfrghqghnièam fijne dóarltiS' lexo-dJdouff t roó.qticmd Ier enrtem.it lent abandonne,ct renduJ>t apomcfeme "■"er" .ï.-'i i r.v.vnad Altvrtur Geuumiitir van deftyéderlanden voor jtjtte CathohfCKc a fa SerCLdltefle Ie Cardinal Albert GeauertfdesVatshdr->.pourJa^{aieftëC'atkol afbeelding 6. Het beleg en de verovering van Hulst door Albertus van Oostenrijk in 1 596. Na de inname door Maurits in 1591, werd het bolwerk vóór de Dobbele Poort vergroot; vóór de toenmalige Bagijnepoort (in het verlengde van de Grote Bagijnestraat) kwam het „Grote Ravelijn"; daartussen kwam een groot ravelijn, het „Duyvelsgat"; aan de oostzijde, bij de na 1 645 gereedgekomen Linie, kwam een klein ravelijn, „Het Spoor"; vóór de Hospitael- (Gentse-) Poort kwam een sterk bolwerk. Al deze werken waren in 1596 nog niet tot volledige afronding gekomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1981 | | pagina 18