over het ontstaan van de fortificaties in oost zeeuws-vlaanderen en aangrenzend gebied
17
de gelegen fort Lillo).
Op 17 juli 1586 werd de Staatse invloed
vergroot door de inname van Axel door
prins Maurits van Nassau.
Nieuwe inundaties beïnvloedde de gevol
gen van het in 1584 doorsteken van de
dijken bij o.a. Campen en Buuckgate.
Hierdoor was ten zuiden en oosten van
Axel een brede stroomgeul ontstaan, die
een scheiding teweeg bracht tussen het
door de Staatsen en de Spanjaarden be
zette gebied. Ter weerszijden van deze
scheiding werden versterkingen aange
bracht, zoals het Mauritsfort tegenover de
schansSt. Philip (Philippine),fortSt. Mark
tegenover Axel. Voorts kwamen er in het
geïnundeerde gebied tussen Sas van
Gent en Hulst, de forten: St. Antony, St.
Stevin, St. Eloy, Creckeldijck, St. Margriet,
Papale, St. Anna en (zoals later genoemd)
Nassau; in het Land van Hulst, de forten
bij de sluis van de Rietvliet (Vogelfort),
Kuitaart (Kruithage), St. Anna en Rovers-
berg; in het geïnundeerde gebied ten
oosten van Hulst, de forten: Moerschans,
Kleine- en Grote Raap en Zandberg.
Van Staatse zijde werden voortdurend
aanvallen uitgevoerd op Hulst, zoals in
1586, 1587 en begin 1591.
Op 18 september 1591 landde prins Mau
rits met 4000 man bij Calfsteerte (boven
de huidige Perkpolder). Via Saeftinghe
voegde zich hierbij nog 7 fornetten ruite
rij. Na 3 dagen, waarin de in het Land van
Hulst aanwezige forten genomen waren,
werd op 21 september het beleg voor
Hulst geslagen. Hier was slechts een klei
ne bezetting aanwezig, onder bevel van
de kapitein Michel de Castillo. Deze ver
ving de gouverneur Scribani, die met een
sterk convooi naar Antwerpen was ge
trokken.
Op 24 september, nog voor er een be
schieting van de stad plaats vond, zag
men in dat verzet nutteloos was en werd
de stad aan prins Maurits overgegeven,
(afb. 5)
De inname van Hulst betekende een ver
lichting voor het Staatse gebied van Axel
en Terneuzen. Terwijl de verdedigings
werken van Hulst en onderhorige forten
werden uitgebreid, werden er wat dat be
treft in Axel en Terneuzen weinig of geen
activiteiten ontplooid.
Gelet op de strooptochten die vanuit
Hulst in het Land van Waes werden uitge
voerd, werden van Spaanse zijde, rond
1595, verdedigingswerken opgeworpen,
zoals: fortSt. Jan (1590?),fort Austria (na
bij Ter Eecken), de schans de Blom, fort de
Klinge (het latere fort Bedmar), fort Fuen-
tes (het latere Spinola) en fort Kieldrecht
(het latere Verboom).
Mogelijk vanwege deze activiteiten wer
den bij Axel 3 schansen gemaakt: in 1595
"op de Ram" (bij de Buthdijk) en te Beoos-
tenblij en in 1596 te Spui.
Nadat aartshertog Albertus van Oosten
rijk in januari 1596 gouverneur van de Ne
derlanden geworden was, werd o.a. een
aanval op Hulst gevreesd. In verband
hiermede werden de polders ten zuiden
van deze stad weer geïnundeerd en wer
den de verdedigingswerken verder afge
bouwd.
Op 8 juli werd met een strijdmacht van
30.000 man een aanval ingezet. Na een
beleg van 6 weken, waarbij de halve stad
een grote puinhoop geworden was en er
van Spaanse zijde 3000 5000 man en
van de zijde van de belegerden 700 a 800
man gesneuveld waren, werd de stad op
18 augustus 1596 aan de Spanjaarden
overgegeven, (afb. 6, 7)
Op 23 oktober werd nog een poging ge
waagd om de stad onder Staats gezag te
brengen. Een aanval met 2000 man werd
echter afgeslagen.
Door deze ontwikkelingen was de grens
tussen het Staatse en Spaanse gebied
weer komen te liggen in het geïnundeer
de niemandsland tussen Philippine, Sas
van Gent, Hulst en Land van Hulst ener
zijds en Axel, Terneuzen en Biervliet an
derzijds. De forten Liefkenshoek en Lillo
bleven in Staatse handen.
Vooral van Staatse zijde was men be
ducht voor verdere aanvallen. Zo werden
de vestingen Terneuzen en Axel verder
uitgebouwd en kregen in respectievelijk
1598 en 1601 hun definitieve vorm. (afb.
8)
Alhoewel ook van Spaanse zijde gewerkt
werd aan de instandhouding en uitbrei
ding van de verdedigingswerken, zo
kwam in 1602 een belangrijke uitbreiding
van de vesting Sas van Gent gereed, lijkt
het alsof men van die zijde minder be
vreesd was voor Staatse aanvallen en
derhalve in de uitbouw en afronding van
de verdedigingswerken minder actief
was.
Zo kreeg de vesting Hulst pas in een later
stadium zijn definitieve afronding.
Een feit is ook dat Philippine, op 21 juni
1600 door de Staatsen veroverd als uit-
gangs- (ontschepings-) punt voor een
strafexpeditie tegen het kapersnest Duin-
kerke (Slag bij Nieuwpoort), (afb. 9) niet
als Staats bruggehoofd werd gehand
haafd en, aan zijn lot overgelaten, weer
spoedig in Spaanse handen overging.
De ontwikkelingen tussen 1609 en 1621
(12-jarig bestand).
Rond 1600 was het duidelijk, dat de Noor
delijke gewesten, die economisch tot
"bloei gekomen waren, niet meer zouden
terugkeren tot de gehoorzaamheid van de
Spaanse koning of de aartshertogen. Van
de andere kant was de verovering van het
Zuiden niet in het belang van de Holland
se kooplieden. Vrede leek dus aangewe
zen, maar men kon niet tot overeenstem
ming komen.
Op 6 mei 1598 deed Filips II afstand van de
Nederlanden door deze in hun geheel als
bruidschat te geven aan zijn dochter Isa
bella en haar man Albertus van Oosten
rijk. In de akte van afstand was o.a. be
paald, dat, wanneer één van de beide
echtgenoten sterft en het huwelijk kinder
loos is gebleven, de Nederlanden terug
aan Spanje zullen vallen, voorts dat de
voornaamste vestingen van het land met
Spaanse troepen bezet blijven.
De illusie dat het Noorden weer terug zou
keren tot gehoorzaamheid werd niet be
waarheid (de banken voor de afgevaar
digden uit het Noorden stonden klaar in
de vergadering van de Staten-Generaal te
Brussel).
In september 1598 stierf Filips II en werd
opgevolgd door Filips III.
afbeelding 7.
Gedenkplaatje vervaardigd op de verovering van
Hulst door Albertus van Oostenrijk in 1 596. (Origi
neel koperplaatje in bezit van de Oudheidkundige
Kring - Streekmuseum „De Vier Ambachten" te
Hulst).