over het ontstaan van de fortificaties in oost zeeuws-vlaanderen en aangrenzend gebied 27
afbeelding 24.
De ontwikkelingen tussen 1715 en heden.
buitenpolder en de Beoosten en Bewes
ten Blijpolder.
Typerend voor deze bedijkingen was de
militair-defensieve achtergrond. De slui
zen die nodig waren voor de normale af
watering van de polders, moesten tevens
dienst kunnen doen voor het zo nodig uit
voeren van inundaties. Deze werden dan
ook inundatiesluizen genoemd. Bij deze
sluizen, t.w. de Passluis bij Sas van Gent,
de sluis bij de Zwartenhoek, de sluis bij
Reigersbosch en de sluis bij het Boeren-
magazijn (Stenen Beer), werden tevens
versterkingen aangelegd. Versterkingen
kwamen er eveens bij de schutsluizen bij
de Axelse Sassing en te Luntershoek. De
ze sluizen dienden om de scheepvaart op
Axel en Hulst te kunnen bestendigen.
Na het begin van de Franse Revolutie
(1789) kwam er in 1792 weer gevaar voor
oorlog met Frankrijk. De vestingwerken
werden weer in staat van verdediging ge
bracht.
Op 16 oktober 1794, na een inspectie van
de verdedigingswerken door de erfprins,
gaf prins Willem Vaan zijn militaire bevel
hebbers opdracht Staats-Vlaanderen te
ontruimen. Slechts een kleine bezetting
bleef de Fransen opwachten.
Op 23 oktober 1794 werden de vestingen
in dit gebied aan de Fransen overgege
ven. Dezen bleven hier tot februari-maart
1814. Na de inlijving van Staats-Vlaande-
ren bij Frankrijk (Haags Verdrag van 16
mei 1795), besloot het Franse bewind de
vestingen te ontmantelen.
Daarentegen lieten zij langs de Schelde
verdedigingswerken (batterijen) bouwen,
o.a. in de Margarethapolder, Perkpolder
en Graauw.
Na de Franse tijd kwam de definitieve ont
manteling van de vestingwerken in Oost
Zeeuws-Vlaanderen. De eigendommen
van deze werken werden in de twintiger
jaren van de vorige eeuw door de staat
verkocht. In Hulst kwamen de wallen
eerst in erfpacht en later in eigendom van
de stad.
Tijdens de Belgische Opstand (1830-
1839) vond er rond 20 oktober 1830 een
kortdurende bezetting plaats door Belgi
sche opstandelingen.
Mede als gevolg van deze opstand werd
de noodzaak gevoeld de sluizen te Ter-
neuzen (van het in 1826 gereedgekomen
kanaal naar Gent) door vestingwerken te
beschermen. In 1833 werd er een aan-