culturele uitwisseling tussen ongelijke partners
31
uitvoeren van theater decors en requi-
sieten.
Wanneer je die verhalen hoort, dan denk
je wel eens: de culturele uitwisseling,
die door beide overheden wordt be
geerd en bevorderd heeft geen andere
vijanden van node. 2)
Even iets goeds tussendoor
Verademend was tussen alle woord-
kraam in het optreden van leerlingen
van de toneelklas van het conservato
rium Gent, die onder leiding van Jef De-
medts, conservatoriumleraar en theater
directeur, in woord - en dat gelukkig
heel schaars - gebaar en beweging een
uitbeelding gaven van 's mensen onui
troeibare behoeften om grenzen te trek
ken door muren te bouwen om elkaar
dan vervolgens, ieder achter zijn muur,
grondig en broeierig te zitten haten.
Geweldadigheid was uiteraard het ge
volg.
Werkgroepen
Het is niet verrassend, dat de werkgroe
pen die 's morgens en 's middags verga
derden, niet veel aanknopingspunten
hadden gevonden bij de inleidingen
t.a.v. de uitwisseling van podiumkun
sten.
(Nogmaals: daar ging het toch om!).
Er werden een aantal klachten geuit over
gebrek aan geld en gebrek aan weder
zijdse informatie t.a.v. bestaande orga
nisaties; subsidie-reglementen en het
aanbod in zijn algemeenheid. Men was
ook niet erg gelukkig met de afwezigheid
van de vertegenwoordigers van West-
Vlaanderen; de vorige bijeenkomst was
niet geëvalueerd, de samenstelling der
discussie groepen had men liever sec-
torsgewijze gezien en de wat verouder
de vergadervorm zou überhaupt beter
vervangen dienen te worden door kunst
uitingen etc. etc.
Gepleit werd o.a. voor een overkoepe
lend orgaan met eigen budget, die de
uitwisseling van evenementen tussen
Zeeland en beide Vlaanderen ter hand
zou nemen, waarbij o.a. gedacht werd
aan een Landjuweel der Vlaanderen.
Ook de minder vergaande mogelijkheid
van vorming van sector gewijze samen
gestelde werkgroepen werd aan de orde
gesteld. En verder de gebruikelijke de-
tailkluiverij, waarbij iedere inhoudelijke
deskundigheid bleek omgeruild voor
subsidie-deskundigheid.
De forumdiscussie, die op het voorlezen
van de vergaderverslagen der discussie
groepen volgde, had niet veel om het lijf.
leder forumlid hield een monoloogje,
waar de zaal niet koud of warm van werd
en derhalve niet of nauwelijks reageer
de.
Bedenkelijke troost
Alleen de heer Boersma kon in zijn slot
woord de lauwheid wat wegnemen door
te melden, dat binnenkort de overheden
van Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen
en Zeeland de gezaghebbende koppen
bij elkaar zouden steken om nu eens echt
tot zaken te komen m.b.t. een meer ge
structureerd overleg en wellicht zelfs tot
een subsidieregeling.
Minder goed viel, altans bij mij, zijn ver
weer tegen het ongeduld, dat hem bij
vele deelnemers was opgevallen.
Hij vond dit ongeduld wat misplaatst,
omdat men eerst anderhalfjaar met de
uitwisselings problematiek tussen Oost-
Vlaanderen en Zeeland bezig zou zijn.
Op zo'n moment breekt mij de klomp.
Immers al in 1950 en in 1952 vonden er
respectievelijk in Gent en in Middelburg
manifestaties van grootse allure plaats.
"Zie Zeeland" in Gent en "Oost-Vlaan
deren Vlagt in Middelburg".
Rond deze manifestaties werden toen
reeds formele en informele uitwisse
lingsbijeenkomsten gehouden, die heb
ben geleid tot een meer dan 25 jaren
durende doodse stilte tussen beide pro-
vincieën.
Een dermate uiterst slecht voorbeeld
van hoe het niet moet dient als waar
schuwing te worden vermeld en niet ver
doezeld door te doen als of men pas an
derhalf jaar bezig is.
Als ruim 25 jaren lang geen haan naar
culturele uitwisseling kraaide, dan moet
men zich afvragen hoe dit mogelijk is
geweest en vervolgens wat dit kan bete
kenen voor de thans onder nomen initia
tieven.
Een bijzonder aandachtspunt
Sta mij toe uit bovenstaand gecommen
tarieerd verslag nog een punt een extra
beurt te geven, een punt waar zowel de
inleiders als de discussie groepen de
mond van vol hadden en wel de gebrek
kige informatie over de wederzijdse acti
viteiten op het terrein der podiumkun
sten. Men praatte wel over elkaar, doch
men wist eigenlijk niet veel van elkaar.
Uitwisseling vooronderstelt toch kennis
name van eikaars activiteiten en dit
vooronderstelt weer een ruime weder
zijdse informatie.
De practijk is echter anders.
De aandacht, die b.v. de provinciale pers
wijdt aan de podium kunsten in Zeeland
is zeer groot, maar staat in geen enkele
relatie tot de aandacht, die men geeft
aan het meer dan overvloedige aanbod
terzake van de steden Antwerpen, Gent
en Brugge.
Voor een Zeeuws-Vlaming b.v. is het
wellicht uiterst interessant om te weten,
wat er in Middelburg en Zierikzee te
doen is, maar hij heeft er niets aan, want
in de pauze moet hij toch weg om de
boot te halen.
Bovendien waarom al die boot-narig-
heid (als het een beetje tegenzit is hij
eerder in Parijs), wanneer hij zich bewo
ner weet van een landstreek die zich
t.a.v. de podium kunsten op de meest
gunstige ligging in Nederland kan be
roemen. Zelfs in Holland is de bereik
baarheid van schouwburgen en concert
zalen vaak minder groot.
Men zou het wel heel raar vinden als
men in Maassluis niet op de hoogte zou
zijn van wat er in Rotterdam op het on-
derwerpelijk terrein te doen is, maar dat
men b.v. in Sas van Gent (de sluis van
Gent) via de pers niet of nauwelijks geïn
formeerd wordt over de voorstellingen
in Schouwburg, Opera-gebouw en bio
scopen in Gent, is blijkbaar heel ge
woon.
"Uit in Zeeland", b.v. zou t.b.v. de
Zeeuws-Vlamingen best bij zijn voortref
felijke aankondigingen mededeling kun
nen doen van wat er in Antwerpen, Gent
en Brugge te doen is.
Toegegeven de eilandbewoners hebben
daar niet veel aan, maar ja tot de komst
van de vaste oeververbinding wester-
schelde zullen zij genoegen moeten ne
men met het schaarse aanbod van po
dium kunsten in Middelburg, Vlissingen,
Goes en Zierikzee. Dat is erg genoeg.
Conclusies
- In de beroepssector hebben wij vrij
wel nietste bieden en Vlaanderen wel.
- Iets beter ligt het t.a.v. de amateuristi
sche kunstbeoefening. Wel iswaarbe-
staat er in quantitief opzicht geen en
kel evenwicht, omdat het aanbod uit
Vlaanderen overdonderend groot is
en uit Zeeland verhoudings gewijze
klein, maar qualitatief ontlopen de
'toppen' elkaar niet veel. Voor de de
aanbevolen kleinschalige activiteiten