adriaan jacobus van der weel Burgemeester De eerste augustus 1946 was een be langrijke datum in het leven van mr. Van der Weel, afgetreden als burgemeester van Middelburg werd hij beëdigd als lid van gedeputeerde staten van Zeeland. Een belangrijke periode in zijn leven was afgesloten, een niet minder belangrijke lag voor hem. Het waarnemend burge meesterschap van Middelburg had lan ger geduurd dan de bedoeling was. Van verschillende kanten was aandrang op Van der Weel uitgeoefend zich voor een definitieve ambtsvervulling beschik baar te stellen. Het ambt van burge- Rede op de markt door de burgemeester uitgesproken op 8 november 1 944. LEVENSLOOP Geboren te Middelburg 5 oktober 1897. Rijksleerschool 1902-1910. R.H.B.S. 1910-1915. Staatsexamen en studie rechten universiteit Amsterdam 1915- 1921. Advocaat te Middelburg 1921-1980. Se dert 1921 secretaris-penningmeester be stuur Godshuizen, sedert 1929 secretaris van de raad van beroep voor de directe belastingen te Middelburg. Eind 1940 administrateur Stichting Wederopbouw Middelburg. 7 november 1944-31 juli 1946 burgemeester van Middelburg (waarn.). 1 augustus 1946-juni 1962 lid van gedeputeerde staten van Zeeland. Voorzitter van de herverkavelingscom missie Walcheren, na de ramp van 1953 voorzitter van de herverkavelingscom missie Zeeland. Overleden 13 november 1980 te Middel burg. (Onderscheidingen: ereburger van Mid delburg, ridder in de orde van de Neder landse Leeuw, officier in de orde van Oranje-Nassau, drager van het kruis van verdienste van het Nederlandse Rode Kruis). meester betekende evenwel afscheid van de advocatuur. Hij prefereerde het lidmaatschap van gedeputeerde staten, dat hem in staat stelde de advocatuur - die de liefde van zijn hart had - aan te houden. Trouwens, bij de toenmalige omvang van de werkzaamheden van een gedeputeerde, èn met de werkkracht van Van der Weel, was dit geen beletsel. Het burgemeesterschap van Middelburg heeft Van der Weel niet gezocht. Hij had geen enkele ervaring in het openbaar be stuur en toch heeft hij geen ogenblik ge aarzeld toen in het begin van 1944 jhr. mr. A. F. C. de Casembroot hem namens de verbannen commissaris der koningin jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford kwam vragen als waarnemend burgemeester op te treden. Het is hem nooit geheel duidelijk geworden aan wie hij dit ver zoek te danken had. Men kende hem wel als een integere persoonlijkheid met er varing in het besturen als lid van het

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1981 | | pagina 5