adriaan jacobus van der weel Op 23 december 1 957 kreeg Mr. Van der Weel uit handen van Minister Mansholt het ridderschap van de Nederlandse Leeuw. Van der Weel door confraters, vrienden en familie gehuldigd. De toen gehouden toespraken zijn gebundeld. Zijn neef, prof. dr. A. H. van der Weel, gaf toen de volgende karakteristiek van de Middel burgers: "Werd me gevraagd wat ik het meest opvallende vind in je glorieuze loop baan, ik zou zonder enige aarzeling ant woorden, dat je eerst- netzoals ik en dat van kindsbeen af - voor zowat iedereen die enigszins meetelde in Middelburg je pet, later je hoed, afnam, en dat nu ieder een dat voor jou doet, in figuurlijke zo wel als in letterlijke zin. Is grotere lof mogelijk Zijn optreden, voornamelijk in de civiele praktijk, roept vragen op. Hoe kon ie mand met zo'n zachte stem zo indrin gend naar voren komen? Hoe kon ie mand met een drukke praktijk, en vele andere bezigheden, toch de indruk wek ken voor iemand die hem spreken wilde alle tijd te hebben? Hij wekte die indruk maar dit was schijn, want in wezen was het slechts een beperkte tijd, maar vriend of cliënt ging gesterkt zijns weegs. „In de periode van de grote herverkave lingen in Zeeland heeft de rechtbank kennis kunnen nemen van het eindeloos geduld door mr. Van der Weel betoond om te trachten onbegrip weg te nemen en mede te werken aan een oplossing voor bezwaren, welke schier onoverko melijk leken. (Mr. P. van Em pel) Bij alle aktiviteiten was hij eerst en voor al advocaat, ook al bekleedde hij van 1 oktober 1921 af de part-time betrekking van secretaris-penningmeester van het bestuur van de Godshuizen (gasthuis, oude mannen- en vrouwen huis, burger weeshuis) en sinds 1929 daarbij nog de betrekking van secretaris van de raad van beroep voor de directe belastingen. In 1923 vestigde hij zich zelfstandig als advocaat. Op mijn vraag, enkele jaren geleden, of hij niet dag en nacht (zon dags inbegrepen) moest werken, ant woordde hij, enigszins verwonderd, ont kennend. Hij beschikte over wat men noemt een snelle intelligentie en, zoals gezegd, grote werkkracht. H.B.S.-tijd Zijn H.B.S.-tijd in Middelburg was hem niet moeilijk gevallen: goede cijfers voor

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1981 | | pagina 9