de opgelegde reformatie van zuid-beveland in de 1 6e eeuw
46
Magdalenakerk de verlate beeldenstorm
los. Het is moeilijk deze in de schoenen
van de gereformeerden te schuiven. Een
deel van het volk van Goes moet zich, om
welke reden dan ook, tegen ditzinnebeeld
van de "oude religie" hebben gekeerd. In
april 1579 namen er in Goes nog slechts
21 of 22 mensen deel aan het H. Avond
maal. Op 7 October preekte Joh. Gerobu-
lus, predikant te Vlissingen, in de grote
kerk en sindsdien is deze in handen van
de gereformeerden gebleven. Dat Gero-
bulus de eerste was die hier preekte, is
wederom tekenend. Vanuit de Staten en
Gecommitteerde Raden is de Reformatie
op Zuid-Beveland ter hand genomen,
daarbij ten zeerste gestimuleerd door de
classis Walcheren. En zo is er een eind
gemaakt aan alle openbare "exercitie van
de Catholicque Roomsche Religie" in
Goes en op Zuid-Beveland.
In zijn geweten werd niemand aangetast.
Daarvan is geen voorbeeld bekend. Maar
zij die aan de "oude religie" hingen, kwa
men wel in een benarde positie terecht en
dat waren er in Goes en het Goese land
heel wat. Tot 1600 treffen we slechts een
enkele gereformeerde aan in de Goese
magistraat. Voor de geestelijken op Zuid-
Beveland bleven er maar twee mogelijk
heden over. Ze konden of uitwijken naar
elders, of alimentatie aanvragen, die dan
werd gegeven onder voorwaarde dat de
ze zou worden ingetrokken wanneer zij
hun vroegere ambt in het openbaar of in
het geheim bleven uitoefenen. In Middel
burg is beslist dat ook het Goese land zou
behoren bij de gereformeerde religie.
De Pacificatie van Gent liet hun daartoe
de mogelijkheid, want het was binnen
hun gewest, tenminste het gebied van het
oude graafschap.
Met dit gebeurde in Goes (gewoonlijk de
alteratie genoemd) en waarvan ook de
magistraat volkomen verrast moet zijn
geweest, was het hek van de dam. Spoe
dig kwam er een verzoek bij de raad om
400 gulden voor het tractement van de
predikant te bestemmen. Op 1 december
besloot deze 350 gulden daarvoor uit te
trekken. Deze kon ook moeilijk anders,
want reeds op 1 november hadden de
Staten aan alle magistraten en wethou
ders geschreven de leraars (predikanten)
in het uitoefenen van hun beroep alle
hulp te bieden.
Toen dit alles in Goes geschiedde, was er
slechts één predikant op Zuid-Beveland,
Henricus Brandt. Deze heeft tegen de
beeldenstorm in Goes geprotesteerd, vol
gens Van de Spiegel. Wat er met Brandt
verder aan de hand is geweest, weten we
niet. Hij was bekwaam, maar geen ge
makkelijk mens, is het oordeel van J. W. te
Water. In ieder geval is hij, kort na het
gebeurde in Goes, overgeplaatst naar
Kruiningen, wat hij mokkend genomen
heeft, wat ook blijkt uit de notulen van de
eerste classicale vergadering te Kapelle, 4
mei 1579, waar hij niet verscheen en waar
besloten werd hem te vermanen, "soo
wel over de negligentie in sijnen dienst
als oock omdat hy sonder wettelicke ofte
noodighe orsake (praeses zijnde) hem ab
senteerde van de classe van Capelle."
Ook in Kruiningen rezen er rondom
Brandt moeilijkheden. Spoedig daarop is
hij vertrokken naar Zierikzee, dat hij van
vroeger nog kende. In Goes was, kort na
de beeldbreking in zijn plaats gekomen
Timannus van Oosterzee.
In de maand October is men in de Staten
van Zeeland druk bezig met de kerkelijke
bezittingen op Zuid-Beveland en Tholen.
Er moet een inventaris worden opge
maakt. Op 13 October lezen we in de notu
len van de Staten overeen commissie van
jonkheer Willem van Catz "ter annotatie
van de geestelicke meuble ende immeu-
ble goeden binnen Goes ende Zuytbeve-
lant". Veertien dagen later wordt aan de
magistraten van de steden (dit gold ook
voor Tholen) en landen geschreven dat
de inkomsten van de kerkelijke goederen
alleen mogen worden afgedragen aan
"deghenen die by de Staten van Zeelant
ofte haere Gecommitteerde Raeden daer-
toe sullen worden geordonneert, op pene
van 't zelfe andermael aen hun te verhae-
len". (27 October 1578) Het sluitstuk van
het vaste voornemen om Zuid-Beveland
te reformeren vinden we op 1 november
genotuleerd: "Gescreven by forme van
patente aen de magistraten respective
ten platten lande van Zuytbevelant, ten
eynde dieselve den predicanten van de
Gereformeerde religie die aldaer comen
sullen, assisteren, opdat henlieden geen
belet gedaen worde int exercitie dersel-
ver religie". En zo kon men in Goes ook
moeilijk anders dan aan de predikant een
salaris toe te staan, ingaande 1 december
1578.
De Staten en Gecommitteerde Raden
hebben besloten dat Zuid-Beveland (en
ook Tholen) moest worden gerefor
meerd. Een moeilijke zaak, wanneer op
het hele eiland maar twee predikanten
zijn, waarvan er nog één zat te mokken.
Toen de Staten hun brief van 1 november
schreven, hadden zij het over predikanten
van de gereformeerde religie die zullen
komen. Er lag dus reeds een plan klaar.
Het ligt voor de hand, gezien de samen
werking die er in Middelburg was tussen
overheid en kerk, dat de classis Walche
ren in dit plan de hand zal hebben gehad.
De classis zal naarstig hebben gezocht
naar predikanten en ze hebben ze gevon
den ook.
Nu zijn we de gedachte wel eens tegenge
komen dat er nogal wat pastoors zijn
overgegaan naar de "nieuwe religie".
Voor andere gewesten die zich hebben
aangesloten bij de Unie van Utrecht mo
ge dat zo zijn, hoewel we ons daarvan
geen overdreven voorstelling moeten
maken.
Voor Zeeland gold dat in geen geval. In de
zestiger jaren waren hier enige pastoors
bekend die in reformatorische geest heb
ben gepredikt; Joh. Miggrode van Veere,
Barnard Donder van Biggekerke en Joh.
Versteech van Scherpenisse. Alle drie zijn
ze gevlucht na de komst van Alva. Van de
laatste twee horen we later nooit meer
iets. Miggrode is in 1572 weer overgesto
ken vanuit Engeland naar Veere en hij is in
Zeeland de drijvende kracht van de Refor
matie geworden. Van twee pastoors in
het huidige Zeeland weten we dat zij ge
poogd hebben door een overgang hun
plaats in de parochie te behouden, die
van Arnemuiden en Vreemdijke of Vroon-
dike, ten westen van Terneuzen. Men is er
niet op in gegaan en heeft zich hier ge
houden aan de regel: wie niet met ons
door de woestijn is gegaan, kunnen we
niet gebruiken. De enige uitzondering op
deze regel is misschien geweest Quiryn
Govaerts die in 1579 alstweede predikant
in Goes kwam.
Maar waar haalde men dan die predikan
ten vandaan? Uit Zeeland zelf zijn in die
eerste periode weinig predikanten geko
men. Joh. Miggrode hebben we reeds ge
noemd. Adriaan van Haemstede was van
Zeeuwse afkomst, maar in Zeeland is hij
nooit predikant geweest. En dan is mis
schien nog te noemen Johannes Seu of
Seeuws, die in 1576 vanuit de vluchtelin
gengemeente van Frankfort naar Middel
burg werd gehaald. Het is dus een schrale
oogst wanneer we zoeken naar predikan
ten die uit onze provincie zelf afkomstig
zijn. Er zijn voornamelijk twee bronnen
waaruit men heeft kunnen putten, de
vluchtelingengemeenten in Engeland en
Duitsland en de Zuidelijke Nederlanden
(waartoe toen ook nog behoorde Frans