albert hoolhorst: een voortrekker
81
omdat hij de benoeming niet uit handen
van de bezetters wilde aannemen, heeft
hij tot in 1 946 gewacht. De eerste jaren
van het rectoraat moest hij gebruiken
om de totaal verwoeste school weer op
gebouwd te krijgen, wat hem snel lukte.
Ondanks de drukke bezigheden, die de
ze baan, die hij tot 1959 uitoefende,
met zich meebracht, bleef hij door het
persoonlijk motiveren van leerlingen en
het organiseren van excursies bezig
met zijn typisch eigen bijdrage aan de
onderwijs- en mentaliteitsverbetering.
Zijn aftreden betekende niet het einde
van zijn activiteiten. Vooral de heem
kundige kring, die hij had helpen
oprichten en waarvan hij ook vele jaren
bestuurslid geweest is, kreeg nu meer
aandacht. Veel tijd stopte hij bijvoor
beeld in een studieoverdeverbouwvan
meekrap, die hij vorig jaar afrondde.
Helaas ging zijn gezichtsvermogen de
laatste jaren sterk achteruit, zodat hij op
een gegeven moment nauwelijks meer
in staat was zijn eigen schrift te lezen.
Een sterke wil, gecombineerd met de
hulp van zijn tweede vrouw, met wie hij
in 1945 in het huwelijk getreden was,
heeft het hem mogelijk gemaakt tot in
de laatste maand voor zijn dood door te
werken. Op 1 3 februari van dit jaar
overleed hij op 87-jarige leeftijd. Over
zien we zijn levensloop, dan kunnen we
niet anders dan constateren dat hij ge
durende zijn lange verblijf in Zeeuws-
Vlaanderen een voortrekkersfunctie
bekleed heeft. De nauwe band, met aan
de ene kant een man met steeds
groeiende genegenheid voor West-
Zeeuws-Vlaanderen en zijn inwoners,
en aan de andere kant een bevolking die
hem waardeerde en niet meer wilde la
ten vertrekken, was een natuurlijk ge
volg van zijn succesvolle inspanningen
op velerlei terreinen; alle aanbiedingen
om ergens anders heen te gaan legde
hij dan ook categorisch naast zich neer.
Tot slot volgen hierbij nog een viertal
korte bijdragen van oud-leerlingen van
de heer Hoolhorst, waarin aspecten van
diens persoon naarvoren komen, dieal
leen bekend kunnen zijn aan degenen
die hem van nabij meegemaakt hebben.
„Les van meneer Hoolhorst: dat betekende een rustige klas, die aandachtig de
uitstekend gegeven les „natte his" of aardrijkskunde volgde. Prettige lessen,
soms gelardeerd met prikkelende opmerkingen om discussies uit te lokken
waardoor de verschillende kanten van een probleem werden belicht.
In de hogere klassen werden soms ook levensbeschouwelijke vraagstukken
aangesneden opeen wijze welke het openbaar onderwijs alle eer aandeed. Ver
draagzaam en ondogmatisch, geheel in overeenstemming met het,, volkskarak
ter" van het Land van Cadzand. Misschien vormde deze overeenstemming in
gezindheid een van de redenen waarom „Hooi"zich er zo thuisvoelde en vast
groeide - meer dan de meeste leraren geïntegreerd in de vóór 1945 zo geïso
leerde samenleving van het Land van Cadzand.
dr. S. E. Steigenga-Kouwe, Naarden
Tot de lessen, die op mij - en ik weet op veten met mij - een grote en blijvende
indruk hebben achtergelaten, behoren de lessen in plant- en dierkunde en aard
rijkskunde, gegeven door de heer Hoolhorst. Hij was zeer bescheiden en ver
draagzaam van aard. Doorzijn forse gestalte en zijn fraaie, donkerbruine baard
(in die jaren echt iets bijzonders!) maakte hij een opvallende en vastberaden in
druk. Actuele zaken kregen bijzondere aandacht, soms zelfs door het maken
van een excursie: een bezoek aan een suikerfabriek in Sas van Gent tijdens de
bietencampagne, het bijwonen van een tewaterlating van een schip op de werf
„De Schelde te Vlissin gen, de bezichtiging van een op het strand te Breskens
aangespoelde potvis.
In de wijze, waarop hij zijn lessen gaf, uitte de mens Hoolhorst zich in ai zijn
veelzijdigheid. De liefde voor de natuur: tijdens het overhoren van het huiswerk
gaf hij zijn vele planten in het leslokaal waterzelfs de armzaligste stompjes
kale stengel werden nog vertroeteld en kwamen danzij de goede zorgen weer
volop in het groene blad te staan. Zijn kunstzinnigheid: een tekening op het bord
ter verduidelijking van de behandelde stof was een klein kunstwerk, de zelf
gemaakte wandplaten leken ware schilderijen. Aan geen andere leraar is zo'n
rijke herinnering overgebleven!"
ir. D. Luteijn, Rijswijk
„Meneer Hoolhorst was de as waaromheen ons schoolleven draaide. Niet één
leerling zal beweren dat het rectoraat en daarvoor het docentschap slechts een
baan voor hem was. Het was een onverbrekelijk deel van zijn leven, de schooi
was een deel van hem zelf.
Als voorbeeld: Het zal eind 1952 zijn geweest, ik was hoofdredacteur van de
schoolkrant. Er moest weer een nieuwe editie gestencild worden. Uiteraard was
dit een taak van de leerlingen. Maar ondeskundige leerlingen laten omgaan met
nieuwe, in die tijd zeer schaarse, apparatuur was zeker voor hem een onverant
woorde zaak. Wat deed dus meneer Hoolhorst. Hij stencilde zelf. Ik assisteerde,
ik vond dat geweldig, om twee redenen. Ik begreep wat de belangen van de leer
lingen voor hem werkelijk betekenden en ik vond het fijn hem in een meer
persoonlijke ontmoeting mee te maken. Ongetwijfeld wortelen hier mede mijn
gevoelens van waardering, ja van genegenheid, die verre de gevoelens van
waardering te boven gaan, die men meestal voor een leraar koestert.
prof. dr. A. Versprille, Rotterdam