lijfstraffen in zeeland 88 aan de galg van Zierikzee. Overigens was men al snel een niet-autochtoon. Alleen de burgers van een stad of de bewoners van het rechtsgebied werden als autoch toon beschouwd. Op de kaarten van Van Deventer (ca. 1550) en de Hattinga's (ca. 1750) zijn de galgevelden aangebracht, figuratief en bij de Hattinga's ook vaak d.m.v. het woord 'gerecht' er bij. Op de bijgevoegde kaart staan ze eveneens ingetekend. Ze visuali seren het feit dat het nabijgelegen gebied de hoge rechtspraak bezat. Tevens geven ze door hun ligging aan wat de belangrijk ste invalsweg destijds was. Een aantal galgevelden is in de loop der eeuwen van plaats veranderd. Dit gebeur de soms om heel praktische redenen, bv. stadsuitleg (Vlissingen) of uitbreiding van de nijverheidsaktiviteiten (Middelburg, het betreft het tweede galgeveld van 1601-1738 gelegen aan het uiteinde van de Nieuwe Haven). Zo'n verschuiving kan echter ook illustreren dat er een wijziging was opgetreden voor wat betreft de be langrijkste invalsroute. Na de verzanding van de Arne en de aanleg van de Nieuwe Haven van Middelburg was het volstrekt logisch dat ook het Galgeveld verplaatst zou worden. Dat dit pas in 1601 plaats vond, terwijl de Nieuwe Haven al in 1535 klaar was, gebeurde uit zuinigheidsover wegingen. Men wachtte tot de galg ver sleten was. De uiteindelijke lokatie bij de polder Welsinge lag zeer strategisch t.o.v. de rede van Middelburg. Al in 1602 werd daar tijdelijk een galg opgericht om enige gedeserteerde (engelse) soldaten te straf fen. Op Schouwen lagen langs de oudste vaarweg naar Zierikzee, de Gouwe, twee galgevelden. Eén van de stad Zierikzee en één van de hoog-baljuw van Zeeland Beoosten Schelde. Het is tekenend voor het voortgaande verval van Zierikzee dat na de verzanding van de Gouwe en de aanleg van een nieuwe haven in 1600 de galgevelden niet verplaatst zijn. In een aantal gevallen (Kortgene, Scher- penisse, misschien Biezelinge) lagen de galgevelden eerst erg strategisch, bij het water. Door inpolderingen kwamen ze echter geheel in het land te liggen. Toch heeft men ze daar maar gelaten, zoveel gebruik zal er in dergelijke kleine plaatsjes niet van gemaakt zijn. Ze illustreren wel prachtig een oude topografische situatie. De gewoonte om geëxekuteerden op het Galgeveld ten toon te stellen werd in de Franse Tijd afgeschaft. In de loop van de 19e eeuw verdwenen geleidelijk de galge velden. Het stuk land waarop ze stonden draagt echter vaak nog een naam met het bestanddeeel 'galg'. De Veldnamenkommissie van de Heem kundige Kring Walcheren vond zowel in de Welsingepolder als aan het einde van de Galgeweg in Koudekerke dergelijke namen. Het poldertje "Galg-Oord", gele gen aan het einde van de oude bieze- lingse haven, kan eveneens duiden op een dergelijke vroegere funktie. Ook in historische bronnen komt men zulke na men tegen. Zo zal het in 1629 genoemde "Galgen Block" in Noordgouwe wel langs de Gouwe hebben gelegen. Gedurende de 19e eeuw werden de lijf straffen als officiéél vonnis afgeschaft. Dit gebeurde bv. met het brandmerken in 1854 en met de doodstraf in 1870. Noot. Mijn dank gaat uit naar de heer A. P. de Klerk die zo vriendelijk was om mij aan enige Zeeuwse gegevens te helpen. LITERATUUR K. Baart: Westkapelle, hare bevolking, Westkapelsche dijk. Utrecht 1972 (herdruk van 1889). C. L. ten Cate: Tot glorie der gerechtigheid. De geschie denis van het brandmerken als lijfstraf in Nederland. Amsterdam 1975. C. Dekker: Zuid-Beveland. Assen 1971. A. Th. van Deursen: Het kopergeld van de Gouden Eeuw. Het dagelijks brood. Assen Amsterdam 1978. S. J. Fockema Andreae: De Nederlandse Staat onder de Republiek. Amsterdam 1969. R. Fruin: De provincie Zeeland en hare rechterlijke in deeling vóór 1795. Middelburg 1933. Geschiedkundige Atlas van Nederland. Kaart XIV met tekst. 's-Gravenhage 1913. 's-Gravensteen te Zierikzee. Zierikzee 1980. H. C. Jelgersma: Galgebergen en galgevelden in West en Midden-Nederland. Zutphen 1978. H. M. Kesteloo: De stadsrekeningen van Middelburg. 9 delen. AZG V (1883), VI (1888), VII (1894) en VIII (1897- 1902). Keur van Veere. In: Versl. en Meded. Ver. Oud-vaderl. Recht, 3 (1898) p. 443-478. C. L. Kruithof: De beul als paria. In: Mens en Maatschap pij, (1979) 1 p. 62-75. Notulen van de Staten van Zeeland (enige jaren). K. R. Pekelharing: Bijdragen voor de geschiedenis der hervorming in Zeeland, 1524-1572. In: AZG (1865) st. VI dl. 2, p. 225-316. F. P. Polderdijk: De gerechtsplaatsen van Middelburg. 1937 (stencil). Sinte Geertruydtsbronne, 2 (1925) p. 35 en 6 (1929) p. 113 en 124. Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden. Amsterdam 1771-1773, dl. IX en X (Zeeland). Tijdschrift Holland, 8 (1976) 3, themanummer: Straf recht en criminaliteit in de 18e eeuw. W. S. Unger: Bronnen tot de geschiedenis van Middel burg in den landsheerlijken tijd. Deel I. 's-Gravenhage 1923.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1981 | | pagina 22