c
(JJ3 s y
y
wat is hier al te verbeteren! het gantsche schoolwezen!
109
J/i r r r s>/f j j -y.
Zo r, £>y in -V'
\v X n J*U p Z/ j^* /y
r r n y^~ i r r r ?(/l n f r r 9_JfSt
S7 t m 1 )'r e f n f
r/ /m
samen. Een betere opleiding van mees
ters en een organisatie naar 'het loffelyk
voorbeeld van het Vorstelyk Delft' (blz.
275) is zijn oplossing. Ook de predikant
uit het land van Cadzand noemt de tucht,
de automatismen en de onbekwaam
heid, soms zelfs ongeletterdheid van de
leermeesters (blz. 345-348).
In de opheffing van deze wantoestanden
is men het merkwaardig eens: oplei
dingsinstituten (blz. 148, 275, 380-382).
In de uitwerking ervan verschillen de in
zenders. De een denkt vooralsnog aan
een selectie van geschikte mannen, de
ander eist een préparatoir kerkelijk on
derzoek naar leer en leven van de kandi
daat, de derde heeft een stedelijke 'leer-
en kweekschool' voor ogen, door parti
culieren welwillend gefinancierd.
Kroms antwoord bevat naast een be
schouwing van de Nederduitsche scho
len, vervolgens enige aanmerkingen
over "de nodige verbetering der Fran-
sche en Latijnsche schooien in ons Va
derland".
Waf nu het onderwys in de Latijnsche
Schooien zelf aangaat; daartoe heeft
men, zal alles, wat hier te leeren valt, wel
geleerd worden, eenige jaaren noodig;
want schoon het waar kan zyn, dat men
hier of daar de Latynsche Schooljeugd
wat te lang ophoudt, zullen kundige lie
den my toestaan, dat 'er voor gemeene
ofdagelijksche verstanden der Schoolle
ren ten minsten 5 of 5 Z2 jaaren, en voor
de vlugste en naarstigste (een praecox
ingenium, of vroegryp verstand, uitge
zonderd) 416 of 4 jaaren dienen besteed
te worden, om de taal met al het geen
daartoe behoort wel te leeren, zich daar
mede eenigzins gemeen te maken, de
voornaamste aucteuren te verstaan, en
eenen goeden styl te verkrygen. Schoo
ien, waarin men binnen de 2, 2V2 often
hoogsten 3 jaaren gewoonlyk alles af
doet, hebben doorgaans weinig te be
duiden, schoon zy om de minste kosten,
van sommige minkundige Ouders of
Voogden, boven andere mogen in trek
zyn. Jongelingen, die zulke Schooien in
twee of op zyn hoogst in drie jaaren
doorlopen hebben, schoon zy al telkens
met pryzen van de eene naar de andere
Classe mogen zyn gepromoveerd, ver-
geeten veeltyds al spoedig hun Latyn, en
woonen zelden met die vrugt, als ande
ren, de Academische lessen by; ten ware
zy hunne zwakheid bemerkende, zich
Slot brief van K. van der Palm.
verder oeffenen, en door aanhoudende
vlyt en naarstigheid dat gebrek vergoe
den. - Hoe bespottelyk maaken zich dan
by elk verstandig man die grootspreken
de baazen, die zich laaten voorstaan,
binnen anderhalf of twee jaaren de La
tynsche taal in den grond, en mogelijk
ook wel het Grieksch daar by, aan eenen
aankomende Jongen of Jongeling te
kunnen leeren!
Ook voor de schoolleider heeft Krom de
taak omschreven:
Een Rector ofPraeceptor moet, zoo veel
mogelyk, zorg dragen, dat men in het
expliceren, zoo wel met gemak en plai-
zier, als met vrugt voortgaat. Om het een
en ander te bevorderen, moet hy niet te
veel gelyk opgeeven, en de les, welke
t'huis moet gemaakt worden, althans in
den beginne, als men een 'nieuwen Auc-
teur krygt, en tot dat de jonge lieden een
weinig aan zyn styl gewend zyn, daags te
vooren in School vooraf expliceren, of
door een discipel van een hoogere Clas
sis laaten vooraf expliceren: voorts on
der 't expliceren van zul ken Aucteur den
zin wel doen verstaan, en het fraaie van
den styl, de Lumina Orationis, ik meen
de figurae, tropi en schemata enz. doen
opmerken.
Uit deze kortelings meegedeelde zaken
valt nog genoegzaam nuttige wenken te
putten. De betrokkenheid van de prijs
vraaginzenders is buiten iedere verden
king oprecht. Mededogen en bewonde
ring voor de schoolmeester is bij Ds. Van
Voorst ruimschoots aanwezig:
Van wat aanbelang is het niet, een Leer
meester voor de kostelyke jeugd te moe
ten zyn?
Wat vermoogen heeft zoo een Man niet
noodig, om dezen post, naar eisch, met
alle getrouwheid waar te nemen
Ik houde my verzekerd, wanneer de
Schoolmeesters dit wel bezeften, en het
belang om de jeugd wel te bestuuren,
vooraf rykelyk overwoogen, dat veelen
eerder te rug zouden keeren, dan eene
zoo zwaare, niet zelden ontrustende, en
netelige bediening op te vatten.