de vestiging van de eerste medische specialisten in middelburg I 122 Vorming van een staf Het is een opvallende verdienste van Schoute geweest dat hij deze specialis ten heeft weten te bundelen in een we tenschappelijke vereniging. Naar* aanleiding van zijn studiereis naar een aantal Amerikaanse ziekenhuizen en mede naar aanleiding van de inaugurele rede van de nieuw benoemde Amster damse hoogleraar in de heelkunde Noordenbos, besluiten de Middelburgse specialisten, op voorstel van Schoute, op 23 Mei 1922, met algemene stemmen een staf op te richten. Alle artsen die gerechtigd zijn om in het Gasthuis pa tiënten te behandelen treden tot de staf toe, met als doel het zo hoog mogelijk opvoeren van het wetenschappelijk peil van het Gasthuis. Met deze oprichting van een medische staf is het kleine Middelburgse zieken huis detoekomstige ontwikkeling van de stafvorming in de Nederlandse zieken huizen tenminste één generatie voor ge weest. Behalve voor het ziekenhuis heeft Schoute zich ook bijzonder verdienste lijk gemaakt voor de afdeling Walcheren van de Maatschappij der Geneeskunst. Er is tussen 1903 waarin hij zijn maiden speech houdt over gewrichtstuberculo- se en 1927 waarin hij als afscheid spreekt over de therapie van borstkanker geen jaar voorbij gegaan waarop hij niet door middel van voordrachten en patiënten demonstraties een belangrijke steen heeft bijgedragen zijn Walcherse vak broeders zo goed mogelijk bij te scholen. Daarnaast was hij één van de uitne- mendste voorzitters die de afdeling ooit gehad heeft en bovendien heeft hij de afdeling als bibliothekaris zeer aan zich verplicht. De in verval geraakte eigen bibliotheek van de afdeling werd door hem nieuw leven ingeblazen. In 1923 bestond de boekerij uit 1166 nummers die door zijn toedoen in een aantal aparte kasten van de provinciale bibliotheek, destijds nog in de Lange Delft, waren ondergebracht waar ze voor de afdelingsleden vrij toe gankelijk waren. Ook voor de Maatschappij tot bevorde ring der Geneeskunst heeft Schoute zich zeer verdienstelijk gemaakt. Rond 1920 verkeert deze Maatschappij in een ern stige crisis waarbij er zelfs sprake is van een dreigend schisma. Een deel van de artsen ziet de Maatschappij uitsluitend als een vakvereniging die alleen de ma teriële belangen van de artsen heeft te verdedigen. De andere helft der artsen vindt dat de Maatschappij in de eerste plaats de medisch-ethische waarden van het 'officium nobile' dient hoog te houden. Schoute, die een uitgesproken voorstander is van het tweede stand punt reist in 1923 heel Nederland rond om op talloze afdelingsvergaderingen zijn standpunt te verdedigen. Het hoofdbestuur benoemt hem tot voorzitter van de zogenaamde bevredi gingscommissie. Als zodanig lukt het Schoute beide partijen te verzoeken en een scheuring in de Maatschappij der Geneeskunst te voorkomen. Door de fi guur van Schoute en ook door de figuur van de Arnemuidse huisarts W. F. T. van der Bijl, die jarenlang penningmeester van het hoofdbestuur is geweest,speel de de kleine afdeling Walcheren rond 1920 een relatief grote rol in het geheel van de medische maatschappij. Geschiedenis der geneeskunde De geschiedenis der geneeskunde heeft in de Middelburgse chirurg Schoute een van zijn belangrijkste beoefenaren ge vonden. Schoute heeft met een uitzon derlijke werklust - de chirurgische prak tijk moest natuurlijk op de eerste plaats komen - een groot aantal historische werken gepubliceerd. In 1913 krijgt de Vereniging van Heelkunden zijn 'schets van het Middelburgs chirurgijnsgilde' aangeboden. In 1914 houdt hij voor de afdeling een voordracht over het weten schappelijk leven van dr. J. C. de Man. Tijdens de viering van het vijftigjarig be staan van het Gasthuis op 24 oktober 1916 houdt Schoute op het officiële mid dagprogramma een voordracht over 'de ziekenhuisverpleging vroeger en nu' welke voordracht enkele dagen later in de Middelburgse krant wordt afgedrukt. In 1916 verschijntzijn bekende boek over 'de geschiedenis van het Midelburgse Gasthuis', welk boek een jaar later via een integrale herdruk in het Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde bij elke -ne- derlandse arts op tafel komt. In 1921 houdt hij op een afdelingsbijeenkomst een voordracht over de geschiedenis van de eigen afdeling. In 1923 houdt hij zijn laatste historische voordracht voor de afdeling waarbij hij spreekt over 'de chirurgijnsboeken rond 1500'. Het relatief grote Gasthuis met haar uit gebreide zolder heeft kennelijk de histo rische nieuwsgierigheid van Schoute sterk geprikkeld. Hij ontdekttenminste in een zolderkast, verstopt achter een aan tal oude boeken, twee, al lang verloren gewaande, schilderijen. Het ene schilde rij was het portret van Anthony van Cit- ters, die van 1762 tot 1792 regent van het Gasthuis was geweest, het andere schil derij was het portret van 'deszelfs Huijs- vrouw'. Een nazaat van de twee gepor- tretteerden, Jhr. C. B. M. van Citters, liet de twee schilderijen restaureren, en op nieuw inlijsten om ze daarna aan het be stuur der Godshuizen aan te bieden ter verfraaiing van het Gasthuis. Beide schilderijen die nog steeds in de huidige regentenkamer hangen waren door de gever aangeboden als een dank bare herinnering niet alleen voor de goed geslaagde operatie die Schoute bij zijn vrouw had verricht maar ook voor zijn goede zorgen en aangename om gang tijdens haar herstel. De 'bedside manners' van Schoute waren kennelijk uitmuntend. Het is altijd het streven van Schoute ge weest, een streven dat door hem nooit onder stoelen of banken gestoken is, om het Middelburgs Gasthuis zijn histori sche functie te doen behouden. Zijn stre ven was om het hoofdstedelijke Zeeuw se ziekenhuis, dat eeuwenlang als enige ziekenhuis in de provincie een onaan tastbare monopolipositie had bekleed, in een moderne vorm uitte doen groeien tot het medisch centrum voor Zeeland. Om dit te bereiken had het gasthuis ten minste aan twee voorwaarden moeten voldoen. Geen centrumfunctie In de eerste plaats had het een staf moe ten hebben van goede tot uitstekende specialisten en in de tweede plaats had het moeten beschikken over een voor zijn tijd modern, goed geouttilleerd, ge bouw. Aan de eerste voorwaarde was in het begin van de twintiger jaren vol daan; alle specialisten die toen aan het Gasthuis verbonden waren, waren van een goed niveau, met de internist Mar tens en de neuroloog Schuurman als duidelijke uitschieters. De uitspraak van het medisch gecommitteerde bestuurs lid Wap: "de aantrekkingskracht van het Middelburgse Gasthuis op de Zeeuwse patiënten is het gevolg van de eerste klas specialisten die daar aan verbonden zijn" gedaan in 1926 is bepaald meer dan plaatselijk chauvinisme. Helaas ontbrak aan de tweede voor waarde zowat alles. Het uit 1866 dateren-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1981 | | pagina 24