oosterschelde: van open of dicht naar open en dicht
148
tesamen een zoet Zoommeer gaan vor
men) wordt van het getij afgescheiden
door de aanleg van een Philipsdam en
een Oesterdam. Hierdoor wordt tevens
het Schelde-Rijnkanaal getijdevrij. Ook
deze operatie zou in 1985 moeten zijn vol
tooid. Als gevolg van de vertraging bij de
bouw van de stormvloedkering is ook dit
in de lucht komen te hangen.
Over de tracé's van de dammen bracht de
C.C.O. nadere rapporten uit. Daarbij was
bij de Philipsdam vooral van belang de
aansluiting van de (provinciale) weg die
over de dam zal worden aangelegd. Deze
zal de weg door Sint Philipsland en het
veer Anna-Jacoba-Zijpe vervangen en
vooral een recreatieve functie krijgen.
Van de onderzochte tracé's liet het meest
oostelijke alternatief een zo groot moge
lijk deel van de schorren ten noorden van
het schiereiland in het getijdegebied on
gemoeid. Omdat dit tracé tevens slechts
het smalste deel van Sint Philipsland
doorsnijdt en de verkeersveiligheid het
beste dient, genoot dit alternatief de voor
keur. Overigens werd na inspraak nog
een iets oostelijker tracé gekozen dan de
C.C.O. had onderzocht. Ten behoeve van
de duwvaart en de watersport zal in de
dam een groot sluizencomplex worden
aangelegd.
Analyse van de onderzochte tracé's voor
de Oesterdam leidde tot een keuze die
een maximaal gedeelte van de kwetsbare
kom van de Oosterschelde onder de in
vloed van het getij zal laten. Om uitvoe
ringstechnische redenen dient het Mar-
kiezaat van Bergen op Zoom te worden
omkaad, wat trouwens ook gewenst is
vanuit een oogpunt van goed milieube
heer. De voornaamste discussies werden
gevoerd over de aansluiting van de dam
en vooral de (provinciale) weg op Tholen.
Bij het westelijke alternatief zou ca. 120 ha
meer getijdegebied verloren gaan, door
dat dit achter de dam in het Zoommeer
verdwijnt. De oostelijke oplossing zou
evenwel ten koste van veel landbouw
grond gaan vanwege de moeilijke inpas
sing van de wegaansluiting. Een combi
natie van een oostelijke damaanzet en
een westelijke wegaansluiting werd uit
verkeersveiligheidsoverwegingen door
een meerderheid van provinciale staten
afgewezen. Uiteindelijk prevaleerde bij
zowel de minister als de staten het belang
van de landbouw boven het behoud van
meer getijdegebied, al werd de damaan
zet toch iets oostelijker gesitueerd.
Over de grootte van de in de dam aan te
leggen schutsluis stonden de wensen van
Zeeland (klein: bescherming van de
kwetsbare Oosterschelde tegen zoet wa
ter) en Noord-Brabant (groot: Bergen op
Alternatieven tracé Oesterdam.
Gekozen werd uiteindelijk voor I en T 2.
Alternatieven tracé Philipsdam.
Gekozen werd uiteindelijk voor
een iets oostelijker versie van al
ternatief 4.
Zoom bereikbaar houden voor zeesche
pen) tegenover elkaar. De minister koos
voor een kleine sluis, van een kostbaar
type, dat de vermenging van zout en zoet
water vrijwel voorkomt. In verband met
de bezuinigingen overweegt de minister
of geen, dan wel een minder kostbare
voorziening kan worden getroffen. Uiter
aard zonder grotere zoetlast op de Oos
terschelde.
De aanleg van beide compartimente-
ringsdammen maakt het nodig een lo
zingsmiddel aan te leggen om een doel
matig beheer van peil en kwaliteit van het
zoete Zoommeer mogelijk te maken. Het
spuikanaal zal zoveel mogelijk parallel
met het Schelde-Rijnkanaal worden aan
gelegd. Door deze bundeling zal de land
schappelijke ingreep zo klein mogelijk
kunnen blijven.
Tot slot zal het in 1866 opengestelde ka
naal door Zuid-Beveland worden verbe
terd. Hiertoe werd besloten om geen ex
tra sluispassage te doen ontstaan (na de
aanleg van de Krammersluizen in de Phi
lipsdam) in de route van en naar de Wes-
terschelde, wat immers tijdverlies voor
de scheepvaart zou betekenen. Daarom
zullen de sluizen bij Wemeldinge buiten
gebruik worden gesteld, waardoor het
kanaal in open verbinding met de Ooster
schelde komt. Tevens moet het kanaal
worden verbreed om het geschikt te ma
ken voor de vierbaksduwvaart. In ver
band hiermee zullen de oude sluizen bij
Hansweert worden vervangen; de nieu
we sluizen gaan deel uitmaken van de
(delta) hoogwaterkering langs de Wester-
schelde. Deze laatste ingreep is de groot
ste. Uiteindelijk werd gekozen voor een
variant die de afbraak van Hansweert-
oost betekent (200 woningen en een be
jaardentehuis). Enkele andere varianten
vielen om nautische of planologische re
denen af. Ook bij Wemeldinge wordt een
nieuwe kanaal monding aangelegd. Voor
komen diende te worden dat door de aan
leg van een westelijke monding Wemel
dinge op een eiland kwam te liggen. Uit
eindelijk werd daarom gekozen voor een
oplossing oostelijk van Wemeldinge,
waarbij enkele boerderijen en vrijwel de
hele inlaag Koudepolder, kunnen worden f
gespaard. Van de 10 miljoen m3 specie
die verwerkt moet worden, zal ongeveer 1
de helft worden afgevoerd.
Daarnaast is voor de compartimente-
ringswerken nog zo'n 13 miljoen m3zand
uit de Oosterschelde nodig.