de vestiging van de eerste medische specialisten in middelburg (II) 154 gen onderzoekkamer. Een van de piepkleine klassekamertjes die toch bij na altijd ongebruikt leeg staan, wordt, voor het wel zeer bescheiden bedrag van 22 gulden, voor dit doel ingericht. Behalve het routinematig uitvoeren van het lichamelijk onderzoek maakt het nieuwe hoofd van de geneeskundige af deling ook gebruik van laboratorium on derzoek, iets wat in het verleden hele maal niet gebeurde. De jonge Berdenis van Berlekom, die een zeer sociaal voelend mens was met een uitgesproken politiek 'linkse' over tuiging, loopt op den duur stuk op de uiterst behoudende, typische, regenten mentaliteit van het toenmalige bestuur der Godshuizen en met name, van zijn voorzitter mr. A. P. Snouck Hurgronje. De vraag van het bestuur om voortaan wat uitvoeriger jaarverslagen te schrij ven beantwoordt van Berlekom in 1894 met een uitvoerige brief. Hij schrijft o.a. dat de zeer slechte naam, die het Gast huis nog steeds onder de Middelburgse bevolking heeft, komt omdat het bestuur de reglementen belangrijker vindt dan de patiënten. Hij schrijft verder dat hij zijn jaarverslagen opzettelijk nietszeg gend houdt omdat medische overwe gingen niet in een jaarverslag, dat offi cieel gepubliceerd wordt, thuis horen (de jaarverslagen van de Godshuizen werden destijds integraal in de Middel burgse krant afgedrukt) en ook omdat kritische overwegingen door het bestuur toch niet worden geaccepteerd. Tot schade van het Gasthuis en tot scha de van de patiënten geeft van Berlekom zijn strijd tegen het bestuur op, met in gang van 1 oktober 1902 neemt hij ont slag als gemeentegeneesheer. Hij beëindigt zijn laatste jaarverslag met het bestuur der Godshuizen zijn dank te betuigen voor de welwillende medewer king die hij steeds ondervond, wanneer hij opmerkingen of wijzigingen ten aan zien van het gesticht, de verpleegdienst of de geneeskundige dienst meende te moeten maken of voorstellen!! Dat de voorzitter, die destijds de jaarver slagen van de gasthuisdoktoren nog naar eigen willekeur wijzigde, deze, hem zeer onwelgevallige cynische slottirade heeft doorgestreept alvorens het verslag naar het gemeentebestuur door te stu ren, laat zich begrijpen. Toen van Berlekom in 1888 tot het Gast huis werd toegelaten gebeurde dit in de functie van gemeentegeneeskundige. Als zodanig had van Berlekom ook tot taak het geven van 'geneeskundige raad en bijstand' aan de armlastigen in de helft van de Middelburgse stadswijken. De geneeskundige raad en bijstand aan de armen in de andere helft van de stads wijken was opgedragen aan Jacob Meij- ers, die zich als huisarts in 1890 in Mid delburg had gevestigd. J. Meijers Meijers, die door het gemeentebestuur benoemd was tot gemeentegeneeskun dige belast met de dienst buiten de ge stichten had géén toegang tot het Gast huis. Als hij een patient uit een van zijn wijken in het Gasthuis wilde laten opne men moest hij de behandeling aan van Berlekom overdragen. Van Berlekom, die een vurig voorstan der was van z.g. open ziekenhuizen, had er bij Meijers op aangedrongen ook toe gang tot het Gasthuis te vragen. Met de kleinst mogelijke meerderheid gaat het bestuur accoord. De gemeenteraad her benoemt Meijers tot geneeskundige be last met de dienst in en buiten de ge stichten. Met ingang van oktober 1897 behande len beide Middelburgse huisartsen op de geneeskundige afdeling van het Gast huis hun eigen armpatiënten, de spora dische betalende patiënt mag tussen beide artsen kiezen. Als Meijers, die, in tegenstelling tot van Berlekom, maar een bescheiden invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de geneeskundige afdeling, in 1906, op 41 jarige leeftijd overlijdt, wordt hij in zijn functie van gemeente arts belast met de zorg voor de geneeskundige afdeling van het Gasthuis opgevolgd door dr. J. C. Kindermann. De huisartspraktijk van Meyers wordt voortgezet door L. Weijl. Een jaar later, als Schoute, die in 1902 van Berlekom heeft opgevolgd, voor de ze functie bedankt, herstelt het bestuur der Godshuizen de oude toestand door géén tweede arts op de geneeskundige afdeling voor benoeming door de ge meenteraad voor te dragen. J. Chr. Kindermann Jan Christiaan Kindermann, die met in gang van 1 juli 1906 als gemeentege neeskundige tot de geneeskundige afde ling van het Gasthuis wordt toegelaten, had zich in oktober 1903 als algemeen arts in Middelburg gevestigd. Helaas heeft de medische ontwikkeling, die Kindermann na zijn vestiging in Mid delburg doormaakt, een negatieve in vloed op de ontwikkeling van de genees kundige afdeling van het Gasthuis ge had. In de eerste plaats was Kindermann vanaf zijn vestiging in 1903 tot zijn ver trek in 1934 huisarts in Middelburg. In de tweede plaats was hij van 1 juli 1906 tot 1 januari 1927 hoofd van de geneeskundi ge afdeling van het Gasthuis, een functie die in de eerste decenniae van deze eeuw steeds meer in handen komt van artsen, die, of tot internist zijn opgeleid of die zich zelf tot internist ontwikkelen. De medische belangstelling van Kinder mann gaat echter een heel andere rich ting uit. Kindermann, die voor zijn komst naar Middelburg korte tijd poliklinisch assistent bij de Utrechtse hoogleraar in de oogheelkunde, Snellen Sr., was ge weest ontwikkelt zich in zijn eerste Mid delburgse jaren tot een verdienstelijk self-made oogarts. In 1908 krijgt hij van het bestuur der Godshuizen toestem ming om in het Gasthuis een gratis po likliniek voor onvermogende ooglijders te openen. Omdat hij op de geneeskundige afdeling vrij is patiënten op te nemen ontstaat er in het Gasthuis 'spontaan' een relatief grote oogheelkundige klinische afdeling waar jaarlijks een veertigtal oogheelkun dige patiënten worden opgenomen waarvan er dertig worden geopereerd. Als, in 1909, de volledige oogspecialist Reilingh zich in Middelburg vestigt, heeft de halfspecialist (een halfspecialist is een arts die naast de algemene praktijk ook een specialisme beoefent) Kinder mann zich als oogarts stevig genesteld met een voorlopig onaantastbare mono poliepositie in het Gasthuis. Omdat de functie van hoofd van de geneeskundige afdeling van het Gasthuis voor Kinder mann niet meer dan een bijbaantje bete kent, wat hij hoofdzakelijk pecuniae causa blijft aanhouden, wordt de ontwik keling van de geneeskundige afdeling van het Gasthuis twintig jaar lang ge blokkeerd. De geneeskundige afdeling, die onder de stimuleerende invloed van Van Berle kom duidelijk de meerdere was gewor den van de heelkundige afdeling, stelt onder het regiem van Kindermann, ver geleken met de bloeiende heelkundige afdeling van Schoute, helemaal niets meer voor. Deze jarenlange stagnatie van de geneeskundige afdeling, die ui teraard het meest schadelijk was voor de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1981 | | pagina 16