encyclopedie van zeeland
160
ABDIJ VAN MIDDELBURG
Luchtfoto van het Abdij-complex. De restauratie van de oorlogsschade is geheel voltooid.
saykamer diende. De in 1885 naar een oude
prent aangebrachte wimberg met kerkraam
is in 1953, als zijnde niet kloppend met de
oorspronkelijke verdiepinghoogte en de
bouwsporen, niet gehandhaafd.
Kloostergang (O): op de plaats van een voor
gaande moet begin 16e eeuw de, nu zuiver
vierkante, geheel beglaasde, kloostergang
met binnenhof zijn gebouwd met fraaie net
en stergewelven. De west- en zuidvleugel
droegen een verdieping; de laatste in twee
gedeelten gescheiden om de hoge kerkramen
vrij te laten. De kloostergang had op iedere
hoek een uitgang naar buiten en in de zuid-
arm twee deuren naar de kerken. In 1579
verbouwde men de noord- en de westvleugel
van de kloostergang tot werkplaats voor de
Zeeuwse Munt en woning voor de munt
meester. Na afbraak van zuid- en oostarm in
1827 bleef alleen de westzijde over om tot
voorbeeld te dienen voor de reconstructie
van (O) in 1885 e.v. De hardstenen pomp, in
1771 gemaakt voor het Abdijplein, siert
thans de Pandhof. In 1955 volgde het herstel
oorlogsschade aan daken, gewelven en mu
ren, terwijl de bestrating op het oorspronke
lijke peil is teruggebracht.
Westvleugel Pandhof (P): in de kelder is een
tufstenen muur uit 1150 zichtbaar gebleven
met aanzetten van ramen. De ruimte is op
dezelfde wijze als die van (N) overwelfd,
maar de zuilen rusten hier niet op bakstenen
voeten. In de westwand is een deur naar een
onderaardse gang gevonden. Door het noor
delijke keldertracé werd in de 16e eeuw een
overwelfde doorgang naar de Groenmarkt
gemaakt. Ten zuiden van de kelder bevond
zich in de 19e eeuw nog een doorgang. In de
hoek van (N) en (P) moet de oude keuken
van het klooster geweest zijn, welke in 1574
ingericht werd tot bodekamer en tot voor
portaal voor de zaal van de Admiraliteit, bo
ven de kelder. De Raadkamer van dit college
was daar weer boven, terwijl ook vertrekken
boven de westelijke kloostergang sporadisch
gebruikt werden. In 1839 werd de 2e verdie
ping omgebouwd tot concertzaal met een
stemkamer ernaast en een repetitiezaal bene
den. Naast de stemkamer wist men in 1852
nog een publieke tribune voor de Statenzaal
te maken met eigen toegang vanaf de Groen
markt. Al deze ingrepen zijn in 1885 e.v. on
gedaan gemaakt. De Statenzaal werd over
gebracht naar de belétage van (P) met een
trappenhuis in de oude keuken. Na 1940
werden de Rijkspolitie en de Rijksbelasting
dienst in (N) en (P) gehuisvest met trappen
huis in (N). De ramen in de westgevel zijn in
niet-middeleeuwse vorm uitgevoerd.
Statenzaal, voormalige refter (Q): deze zaal
is omstreeks 1500 gebouwd op een oudere
fundering. De grote schouw en gedrukte
spitsboogvensters zijn in latere tijd gewij
zigd in verband met bestemming tot kanon
gieterij en gymnastieklokaal. In 1940 brand
de het geheel uit, maar het werd in de oude
vorm hersteld; thans is het Statenzaal, met
houten vloer en schouw in vrije vormen.
's-Gravenhof (R): boven de plaats waar in
de 9e eeuw 5 m onder het pleinniveau een hut
gestaan heeft, bouwde men in de 2e helft van
de 13e eeuw een bakstenen huis met twee
kelders voorzien van een in patroon gelegde
baksteenvloer en stookplaatsen. Dit was
waarschijnlijk het grafelijk kwartier, dat in
de 16e eeuw vervangen is door twee gebou
wen met op de scheiding een vierkant toren
tje met ingang voor beide. Het rechter deel
had een met vijf gedrukte spitsbogen naar
het plein geopende zaal (vierschaar?) met
een kamer ernaast en een kamer erachter.
Achter het linker deel bevond zich een oude
keuken tevens dienstbaar voor de refter. Na
1574 werd het de woning voor de stadhouder
met sinds 1599 de Raad van Vlaanderen; in
1664 Polder van Walcheren enz.; in 1813
ambtswoning Gouverneur des Konings tot
op heden. In dat jaar zijn beide gebouwde-
len tot één geheel omgebouwd, waarbij het
torentje werd afgebroken.
Oudste gastverblijf (S): dit uit de2e helft van
de 13e eeuw stammend gebouw, in 1483 als
infirmeriekelder aangeduid, heeft inwendig
de oorspronkelijke maar gerestaureerde
schouwen en muurgeledingen met rond
boognissen, waarvan enkele beschilderd
zijn. Raamspleten en nissen in de zijgevel to
nen aan dat het gebouw oorspronkelijk vrij
stond. In 1574 werd het de ambtswoning van
de afgevaardigden uit Zierikzee (later van
die uit Goes) ter Statenvergadering. In 1599
werd de S.P.Q.M.poort ingebroken. Het
pand, dat al in de 16e eeuw in verbinding
stond met (R) via het tussengeplaatste toren
tje, hoort sinds 1813 bij de ambtswoning
(R). De pleingevel is in 1885 e.v. vernieuwd
volgens de oude kaart van C. Goliath. Bij de
restauratie van 1947 zijn de langsgevels in
vrije vormen hersteld. De poortomlijsting
uit 1599 is verplaatst naar (M).
Gastverblijven (T): het uit de 2e helft van de
16e eeuw daterend gebouw, met één mid
den- en twee eindtorentje(s), bevatte acht
grote en enkele kleine ruimten, waarvan er
enkele aansloten tegen (A). Het pand bezit
nog steeds de oude vloer- en kapconstructies
en enige schouwen. Na 1572 woonde Louise
de Coligny in een deel, de afgevaardigden
van Zierikzee in een ander deel; in 1596 Re
kenkamer van Zeeland; in 1859 Provinciale
Bibliotheek en sinds de restauratie van 1885
e.v. Rijksarchief. De later voorgebouwde
woninkjes zijn toen verwijderd en de ver
minkte torentjes zijn hersteld. In 1965 volg
de een nieuwe restauratie en verbouwing tot
Zeeuws Museum (nu in (T), (A) en (B)).
Daartoe zijn enige doorbraken gepleegd, is
een liftschacht aangebracht en is het gebouw
onderkelderd.
Abdij plein: volgens oude afbeeldingen is het
Abdijplein al sinds eeuwen met bomen be
plant. Inde 16e en 17e eeuw waren deze min
of meer waaiervormig in lanen geplant tus
sen (A) en (K) en tussen (A) en de Witte To
ren. Omstreeks 1800 volgde een beplanting
op een eivormig middenveld, in welks mid
den in 1782 een zuilvormige pomp was opge
steld. De hardstenen pomp uit 1771, boven
de oude put, bevindt zich thans op het
Muntplein (O). Na 1946 zijn nieuwe bomen
geplant en in 1960 is het plein nieuw be
straat. Op het eveneens nieuw ingerichte
32