ZEEUWS TIJDSCHRIFT JAARGANG 31
nummer 5 -1981
OOSTERSCHELDE: VAN OPEN OF DICHT
NAAR OPEN EN DICHT Kees Meijler
De inspraakronde over het ontwerp-be-
leidsplan van de stuurgroep voor de in
richting van de Oosterschelde is aan de
gang. Voorjaar 1982 stellen provinciale
staten het plan vast. Dan wordt het weer
stil rond de Oosterschelde.
Over detoekomst van deze zeearm zijn de
afgelopen decennia vele kilo's papier vol
geschreven. Het was eerst open, toen
dicht. Daarna open öf dicht en nu dan
open èn dicht.
Er is veel over de Oosterschelde geschre
ven, maar nergens bestaat een overzicht
van de besluitvorming.
Toch is het een geschiedenis die waard is
om verteld te worden, een geschiedenis
echter, die een boek(je) zou vullen. Deze
bijdrage beperkt zich tot de hoofdlijnen.
Het verhaal begint in de nacht van zater
dag 31 januari op zondag 1 februari 1953
1. Oosterschelde: twee gezichten
Tijdens de nacht van zaterdag 31 januari
op zondag 1 februari 1953 voltrok zich De
Ramp.
Het was springtij. Die zaterdagochtend
was een storm opgestoken, waardoor het
hoogwater in de Oosterschelde 's mid
dags 1 1,25 m hoger was dan normaal.
Op zich niets verontrustends, 's Avonds
bereikte de storm bij vlagen orkaan
kracht, met windsnelheden van meer dan
150 km per uur. Het hoogwater om drie of
vier uur in de ochtend werd een ramp
hoogwater. De vloed bereikte hoogten
die ruim drie meter boven het normale
getij lagen en hoger waren dan iedere tot
dan bekende hoogste waterstand.
De zwaarste aanval van de stormvloed
viel op Schouwen. Wat gebeurde?
Grote watermassa's spoelden over de dij
ken, waardoor het binnentalud als een
spons werd. Langzamerhand begon de
buitenste begroeide laag van het binnen
talud af te glijden. Op de dan bloot geko
men grondmassa had het overslaande
water vrij spel. De "rugdekking" van de
dijk was verdwenen, de afschuivingen
werden groter en doorbraken ontston
den. Het poldergebied van Schouwen liep
geheel onder. Duiveland liep geheel on
der. Door 54 stroomgaten liep 11.350 ha
onder; meer dan 260 doden waren te be
treuren. Ruim 90% van Sint Philipsland
liep onder. Ruim de helft van het eiland
Tholen, meer dan 6.500 ha, kwam onder
water te staan. Daarbij waren alleen al in
Stavenisse ruim 200 doden op een totale
bevolking van 1.737 zielen te betreuren.
Op Noord-Beveland werd aan de Ooster-
scheldezijde slechts een klein gebied geï
nundeerd, terwijl op Zuid-Beveland langs
de Oosterschelde geen dijkdoorbraken
voorkwamen. De Oosterschelde eiste een
hoge tol: van het totaal aantal van 1.835
slachtoffers, vielen er 977 in de gemeen
ten grenzend aan de Oosterschelde en de
daarmee in verbinding staande wateren.
De Oosterschelde heeft ook een ander ge
zicht. Dat gezicht heeft twee kanten: bij
vloed staat het hele gebied van zo'n
45.000 ha onderwater; bij eb komen uit
gestrekte platen en slikken droog te lig
gen. De zeearm heeft een uitzonderlijk
grote rijkdom aan flora en fauna op en
onder het wateroppervlak. Deze rijkdom
wordt in hoge mate bepaald door de gro
te getijamplitude, het hoge constante
zoutgehalte en de grote helderheid van
het water.
In de Oosterschelde komen meer dan 85
vissoorten voor, waarvan 3 soorten inkt
vissen. Op de vele karakteristieke platen
en slikken leven alleen al 500-600 dier
soorten, 140 soorten planten enz., die -
wat Nederland betreft - vaak alleen in de
Oosterschelde te vinden zijn. Het zoö
plankton omvat alleen al 300 soorten.
Jaarlijks zijn honderdduizenden vogels
(120 soorten) op hun trektocht afhankelijk
van het voedsel dat de Oosterschelde hen
biedt. De Oosterschelde geldt als één van
de rijkste vogelgebieden in Europa: in het
gebied worden jaarlijks meerdan 100 mil
joen "vogeldagen" doorgebracht. De
Oosterschelde ligt in de trekbaan van
Noord-Siberië naar West-Afrika. Vooral
het intergetijdegebied fungeert als welko
me fourageerstop.
Ook economisch is het gebied van be
lang. De Oosterschelde levert jaarlijks
grote hoeveelheden oesters en kokkels.
Mosselen worden hier gekweekt of ver
waterd. Yerseke is het bekende centrum.
Van de andere visserijen zijn vooral die op
garnaal en platvis van belang. Daarbij
komt nog dat de Oosterschelde voor deze
soorten een kinderkamerfunctie vervult.
Ook verschillende andere soorten larven