oosterschelde: van open of dicht naar open en dicht
145
konden alleen worden genomen als
garanties werden verkregen voor zowel
de veiligheid als voor het milieu. De sta
ten zetten echter vraagtekens bij de tech
nische haalbaarheid van het voorgestel
de project.
Tenslotte hakte de regering de knoop
door en sprak op 15 juli 1974 de intentie
uit de Oosterschelde af te sluiten met een
doorlatende caissondam, mits zo'n sys
teem voldeed aan de doelstellingen en
technisch haalbaar zou blijken.
Spoedig daarna werd de beslissing geno
men tot de bouw van een stormstuwcais-
sondam. Wel werden daaraan drie ont
bindende voorwaarden verbonden:
1. het plan moest technisch uitvoerbaar
zijn,
2. de bouw moest in 1985 kunnen wor
den voltooid en
3. de kosten mochten niet meer dan
1.750 miljoen plus 20% extra bedra
gen.
Omdat door deze beslissing eerst in 1985
in plaats van in 1978 deltaveiligheid zou
bestaan, zegde de regering toe de be
staande waterkeringen en de vooroevers
partieel te zullen aanpassen. De plannen
makers konden weer gaan studeren, het
geen de staten betreurden: zij hadden lie
ver een definitieve beslissing gezien. Ook
bij de partiële dijkversterkingen zetten zij
vraagtekens omdat het onzeker was of
partieel verzwaarde dijken een storm
vloed als in 1953 zouden kunnen door
staan.
5. Naar een nieuw plan (1975 tot oktober
1977)
De beslissingen moesten nu worden ver
taald in ontwerpen, voorlopig nog in
hoofdlijnen; caissons en schuiven moes
ten worden ontworpen en de gevolgen
van de gehele operatie voor het getij en
het milieu moesten worden berekend.
Een belangrijke vraag was verder op wel
ke manier de kering in de instabiele Oos-
terscheldebodem moest worden gefun
deerd. Over het hele project werd regel
matig overleg gevoerd met de Tweede
Kamer en wel aan de hand van voort
gangsrapportages.
Begin januari 1976 werd het gebied ge
troffen door een zeer zware storm waarna
in een stroom van reacties werd gepleit
voor spoedige veiligheid.
Ondanks de voorwaardelijke beslissing
van de regering ging de discussie over
dijkverzwaring echter onverminderd
door. Naar aanleiding van het geactuali
seerde rapport van provinciale waterstaat
"Dijkverzwaring Oosterschelde", consta
teerden de staten dat de situatie in het
bekken door het afsluiten van Volkerak en
Grevelingen was verslechterd. Provincia
le staten gaven als hun wens te kennen
dat zo spoedig mogelijk veiligheid door
middel van een pijlerdam moest worden
gewaarborgd, waarbij rekening diende te
worden gehouden met de belangen van
milieu en visserij. Het comité S.O.S. op
zijn beurt publiceerde een studie van een
ingenieursbureau, waaruit bleek dat dijk
verzwaring vóór 1985 haalbaar zou zijn.
De kosten hiervan zouden - met de aan
leg van een Oester- en een Philipsdam -
rond 2.250 miljoen bedragen. Uitgangs-