PRINCIPES OF LOKETTENSTRIJD geef mij principes Heer, of ik bezwijk (J. Greshof) A. L. Borst Wat te denken van een pagina groot ar tikel in de qualitatief hoogst gewaar deerde courant in Nederland n.l. de NRC? (cultureel supplement 20-1 1 -81 Het liegt er in ieder geval niet om. Zee land is t.a.v. de bevordering der kunsten een witte vlek op de kaart, (welke kaart?) en dat is dan nog maar de kop van het artikel. De rest laat zich raden. Ja hoor, in één keer raak. De zwarte kousen kerken en kerkjes domineren hetZeeuwse leven. Een dominee schijnt zelfs eens gezegd te hebben, dat het vergaan van een vissersboot God's straf was vanwege de aanschaf van een TV- toestel. Vandaar al die binnenantennes in Zeeland, want dan kan de dominee het lekker niet zien. Inderdaad, wat hiervan te denken of liever wat moet je er mee? Met de inhoud van het verhaal kun je echt niets doen. Daarvoor is het verhaal te tendentieus. Er zijn een aan tal weinig maatgevende anecdotes bij een gesprokkeld, die de uitdagende kop „Een witte vlek op de kaart" moet recht vaardigen. Meer stelt deze pagina van de NRC niet voor. Je kunt er gewoon, om de NRC-Bommel te citeren, niet op ingaan, want „als heer zijnde voel je die dingen heel fijn aan". Wat wij wel moeten doen is ons afvra gen - een artikel als het onderwerpelij- ke komt immers niet uit de lucht vallen - welke aanleiding wij hebben gegeven tot een dergelijke kwalijke beschou wing over het kunstzinnige leven in Zeeland. En dan zullen wij aan onszelve moeten bekennen, dat het gehakketak tussen twee in het zelfde geografische gebied opererende overheidinstanties namelijk provincie en gemeente over wie wat aan de Stichting Cultuursprei ding Zeeland moet betalen, een weinig verheffende indruk maakt. De zaak zel ve is voor de burger uiterst oninteres sant, want die weet drommels goed, dat het geld uit zijn buidel komt en het zal hem een zorg zijn via welk loket het weer wordt uitgegeven. Het liefst had hij/zij het gewoon in zijn/haar zak ge houden. Al gauw denkt die burger dan, dat deze twistende overheden, net als hij, dit geld liever in hun zak houden om dan vervolgens elkaar de schuld te kun nen geven van het overlijden aan bloed armoede van in dit geval deS.C.Z. Het is heel lelijk gedacht, maarzo zijn wij bur gersten aanzien van onzeoverheden nu eenmaal. Een flinke portie gezond wan trouwen is nooit weg. En laten wij eerlijk zijn: Zij, de overheden, hebben het er vaakook naar gemaakt. Aldus zijn wij in Zeeland weer eens ongunstig in het lan delijke nieuws gekomen. Een beetje ei gen schuld is er wel bij, maar dat recht vaardigt de schromelijke overdrijving van de NRC nog niet. Wat eerder genoemde burger echter in zijn bovenstaande simplistische ge- dachtengang vergeet is dat in ons lieve landje nooit over geld wordt gepraat. Daar zijn wij veel te fijn voor gebouwd. Wij twisten slechts over principes en dat aan deze principes soms financiële consequenties vast zitten kan eigenlijk alleen maar diep worden betreurd. Zo ook nu. De decentralisatie-filosofie van CRM eist van iedere burger dat hij in zijn directe omgeving medezeggen schap heeft en medeverantwoordelijk heid draagt voor de dingen die daar ge beuren. Dat is een mooi principe. Daar moet je voor op de bres durven staan. Hier is niets meer of minder dan de di recte democratie in het geding. De mensen aan de basis beslissen mee over hun leefomgeving enz. enz., en dit 10 CRM-rapporten lang. Een beetje mal is het wel, dat de decentralisatie van boven naar beneden wordt gedicteerd i.p.v. deze te laten groeien van beneden naar boven. Maar ja, wie let daar nou op? Voor een principe moet je boven dien veel over hebben, zelfs indien het te decentraliseren object, zo al niet eer der omgekomen in het strijdgewoel, geen inspiratie kan putten uit de wen sen van de verzamelde menigte rond de dorpspomp. Nochtans principes dienen er te zijn en daarom even terug in de tijd en wel naar de opvattingen (een wat minder bela den begrip), die ten grondslag lagen aan de oprichting van de S.C.Z. De S.C.Z. is helemaal niet toevallig een provinciaal orgaan van provinciale dienstverlening geworden, maar zeer welbewust werd ervan uitgegaan - en of wij dat nu leuk vinden of niet dat doet er niet toe-, dat er collectieve en selec tieve zaken bestonden en dat de kun sten tot de laatste behoorden dat selec tieve zaken bovendien door een hogere overheid dienen te worden behartigd. Het draagvlak in cultureel en financieel opzicht, een en ander nauw samenhan gend, was immers voor een selectieve zaak op lokaal niveau zo zwak, dat een ander niveau als draagvlak moest fun geren i.e. de provinciale overheid. De kleine schaal kon hier niet dienen. Rijswijk was te ver en vanuit Middel burg, kan men alles goed overzien. Men koos derhalve voor het meest voor de hand liggende loket namelijk dat van het zogenaamde tussenniveau. (De ge meenten werden zelfs niet gekend in de oprichting van de S.C.Z.). Deze door eenvoud uitmuntende rede nering was niet typisch Zeeuws, wantin alle andere provincies werd evenzo ge dacht. Voor een locaal draagvlak werd toen, zomaar een vuistgetal, een stad van 100.000 inwoners voldoende geacht en niet veel provincies konden zich beroemen op een groot aantal van deze gemeenten. Het was dan ook geenszins toevallig, dat Culturele Ra den eerst in de provincies Friesland, Drenthe, Limburg en Zeeland ontston den en pas later in de randstad. En nog veel later in de steden. De vraag is nu: Wat is er veranderd aan deze boven ge schetste situatie, zodat van deze een voudige lijn moest worden afgeweken? Goed, Zeeland heeft nu meer dan 300.000 inwoners, maar van een aan zienlijke verbetering van het culturele en financiële draagvlak op locaal niveau is geen sprake. Er is derhalve eigenlijk niets veranderd, behalve wellicht in de geesten van die mensen, die menen dat selectieve zaken elitair zijn en dat er nu twee vieze woorden achter elkaar ge bruikt worden. Kunst is in hun gedachtengang niet se lectief doch collectief, en derhalve ook afhankelijk van de luimen van de dorps politiek. Het trieste verhaal in de NRC zou alsnog waar gemaakt worden, zij het achteraf en door eigen toedoen. Kunst is en blijft het zout in de pap van onze cultuur en derhalve selectief. Daar kunnen zelfs de CRM-ideologen niets aan veranderen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1981 | | pagina 28