hoe lang is honderd jaar provinciale waterstaat? 16 quireren; en werden, tot het nemen de- ser inspectie, op de voorige gront, aen- gestelt de persoonen van Joos Ver- schuyr, Commijs over de Dijckage van Walcherenwelcke Commissa rissen sullen werden beëedight, niet al leen voor het nemen deser inspectie, maer oock naer dat die sal zijn vol bracht, en voor den 1. April naestko- mende overbrengen haer ondervindin- ge, belovende in desen te sullen hande len sonder inductie of persuasie van ye- mant, en buiten gunst of partyschap". De resolutie van 28 maart 1 71 5 is een voudig een herhaling van die uit 1 702: ook daar vindt men de dubbele beëdi ging van ad hoe aangetrokken deskun digen; de hun verstrekte instructie is in beide teksten nagenoeg woordelijk ge lijkluidend. Overigens sprak men in het begin nog van „commissarissen"; de aanduiding „inspecteurs", vrij spoedig daarnaast ingevoerd, is pas geleidelijk gemeengoed geworden. Op grond van de specifieke technische taak van 's lands inspecteurs vergelijkt Gallé hen terecht met de (huidige) ingenieurs van de provinciale waterstaat3). Het is in dit bestek niet mogelijk dieper op 's lands inspectie in de 1 8e eeuw in te gaan4). Ook over de inspecteurs moe ten wij kort zijn. Van de eerst aangestel- den uit 1 702 is alleen de naam van Joos Verschuyr overgeleverd. Hij was van 1 689 tot zijn dood in 1714 hoofdcom mies en boekhouder-kassier bij de po der Walcheren. Met hem begint een lange reeks waterbouwkundigen in dienst van de provincie, meest als ne venfunctie; een reeks die wordt afge sloten door Andries Schraver. Deze werd op 1 2 mei 1 803 samen met Con stant van Duin, Willem van Fraassen en Abraham Dingemanse aangesteld tot ordinaris inspecteur op de instructie Deel van een schetskaart van de vooroever van de Zuidhoek van Schouwen, in 1 734 getekend door's lands in specteur Adriaan Bommenee na inspectie ter plaatse met zijn collega's Tonis van Doeveren en Jan van Issel- steyn (RAZ, verzameling kaarten, cat.-De Waard nr. 1072).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 22