TUMULT OP HET KERKELIJK ERF IN ZIERIKZEE Dina Jans, bezielende of bezeten vrouw? G. J. Lepoeter Jufvrouw Dina was eene, in de eerste helft der achttiende eeuw in Zeeland, zeer vermaarde vrouw. Zij was profeetes der vereenigde Separatisten, Hebreeu wen en Hattemisten, en woonde te Zie- (zee, waar zij in heiligheid uitblonk, en door deze sekten ten minste eenmaal 's jaars bezocht werd, om door haar ge- stichtte worden, en hare orakelspreuken in het hart te bewaren."1) Alvorens we de gedrevene, die we Dina Jans zeker kunnen noemen, in de con text van het gebeuren in haar woonom geving en haar tijd (Zierikzee, eind 17de - begin 18de eeuw) kunnen plaatsen, dienen we eerst de moeite te nemen de bron van haar inspiratie, de predikant Pontiaan van Hattem, wat nader te be schouwen.2) PONTIAAN VAN HATTEM Pontiaan van Hattem werd 16 januari 1641 te Bergen op Zoom geboren als vierde zoon van de acht kinderen uit het huwelijk van Diederick van Hattem en Johanna Muyshondt. De 4de mei 1661 werd hij ingeschreven als student te Lei den. Het is waarschijnlijk dat hij ook eni ge tijd in het buitenland gestudeerd heeft Al op 22 maart 1667 was hij na een gehouden praepatoir examen voor de classis Tholen en Bergen op Zoom als proponent toegelaten. Op 17 maart 1672 werd hij beroepen te Sint Philipsland. Van Hattem maakte tegen deze beroe ping evenwel bezwaar om de daaraan verbonden voorwaarden, waarna de classis de beroeping afkeurde. Op 27 mei van hetzelfde jaar werd hij opnieuw beroepen; op 31 juli 1672 werd hij te Sint Philipsland bevestigd en op 11 october werd hij als lid van de classis aangeno men. Vredelievendheid en bescheidenheid had hij hoog in zijn vaandel geschreven en hij betoonde zich in de eerste tijd even bedachtzaam als beleidvol. Hij was ijve rig als pastor en als prediker. Dat hij aan zijn gemeente gehecht was en er weinig behoefte aan had om naam te maken, blijkt uit het feit dat hij verzoeken om op nominatie te preken in Lillo, Sas van Gent, Goes en Brouwershaven, afsloeg. Niets in die tijd "doet vermoeden, dat hij in iemands schatting niet goed gerefor meerd zou zijn geweest", totdat in 1680 het gerucht zich verspreidde dat hij af week van de leer. Bij een visitatie van zijn gemeente rezen bedenkingen tegen veertien lessen, die hij had geschreven over Kort Begrip en Catechismus. Het gevolg was dat hij door de eerstvol gende classicale vergadering op 1 en 2 october 1680, geschorst werd met alle kerkeraadsleden, omdat de mede-af gevaardigde ouderling zijn partij had ge kozen. Ook de ambachtsheer van Sint Philipsland werd door de classis in het geschil gemengd. Evenals de kerkeraad verdedigde hij evenwel van Hattem. Vervolgens werd de zaak aanhangig ge maakt bij de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland, die echter niet bereid bleken over van Hattem, nog al tijd gesteund door de ambachtsheer, een veroordeling uit te spreken. De beoordeling van zijn rechtzinnigheid werd terug verwezen naar de classis. Voor de classis was dit aanleiding om het advies van de theologische facultei ten te Leiden en te Utrecht in te winnen, die de uitspraak deden dat van Hattem onrechtzinnig was. Op grond hiervan werd volgens de door de kerkorde voor geschreven weg het Collegium Qualifi- catum verzocht om tot schorsing over te gaan. Na enige aarzeling voldeed het Collegium aan dit verzoek en op 27 fe bruari 1681 werd de schorsing over van Hattem uitgesproken voor een periode van zes weken, later stilzwijgend voor onbepaalde tijd verlengd. Het zou te ver voeren in dit kader alle verwikkelingen in dit tijdsbestek uit te spinnen; het eind van het liedje was dat de Coetus - overkoepelende vergade ring van de vier classes van Zeeland - op 17 mei 1683 besliste om Pontiaan van Hattem uit het ambt te ontzetten. Het vonnis hiertoe werd op 29 mei d.a.v. ge tekend. Bij resolutie der Edelmogenden werd hij als predikant ontslagen, met het bevel om zich "met der woon uyt Philipi- lant elders te begeven." Op 23 augustus 1683 voldeed hij aan dit bevel en vertrok naar Bergen op Zoom, waar zijn ouders nog woonden en waar hij vrienden had. Over Pontiaan van Hattem is in de loop van enkele eeuwen heel wat geschre ven. Degenen die zich hierin zouden wil len verdiepen, kunnen we het beste advi seren om de literatuurverwijzing in het Biographisch woordenboek van protes- tantsche godgeleerden in Nederland on der redactie van Dr. J. P. de Bie en Mr. J. Loosjes, te raadplegen. De voornaamste beschuldigingen tegen hem richtten zich op zijn uitleg van de wedergeboorte, waarvan hij stelde dat in Christus alle mensen wedergeboren Een van de plaatsen op het platteland waar de hattemisten hun conventikels hielden: het herenhuis van de hofstede "de Helle" onder Noordwelle, tegenwoordig in gebruik als vakantieverblijf. lËll

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 25