1
tumult op het kerkelijk erf in zierikzee
24
o0-0*. ij
4 Ast
tufjvj
e~j l££aj
£±ji»je~ m-c /c.
e~ t/y «H c. /-»* •«**-■
0 *a 4/k£*_ <£j* /?«,rZv,
4 i iU-•i
-A /O 7
r ii~ ^_taj k x4*<
q*-£»--4xult^£i'oolk a*-£e+~ -tfV
A*v y»
l*'*- v*i^uu-'i y OA r* axcjcv»
y /£aïi)t iaj o^aa.
Zo e/fc- j/"toa,él^J tej
4ij Q l-fa. <w
e-o^ Q t «Y^a/ V»
a a~i-lr i/o>a*a f-
p afi-
l*/aoj l+. u?t g
S"
>t
Petrus Hodenpijl vanaf 1708 tot zijn overlijden op
3 maart 1728.
11) P. D. de Vos, De Latijnsche school te Zierikzee en
hare rectoren van de eerste helft der XVIde eeuw
tot 1880. (overdruk uit maandblad "De Neder-
landsche Leeuw", 1899).
12) A. Ypey, Geschiedenis van de Kristlijke Kerk in de
achttiende eeuw, zevende deel, Utrecht, 1806,
blz. 294.
(Haar bekendheid in Zuid-Beveland had Dina Jans
te danken aan het feit dat ze zeer bevriend was
met Gosuinus van Buitendijk, predikantte Schore
en Vlake. Zie voor Gosuinus van Buitendijk: G. J.
Lepoeter, Tumult op het kerkelijk erf in Schore, in:
Historisch jaarboek voor Zuid- en Noord-Beve
land no. 3, Goes, 1977.)
13) als noot 7
Verder zijn een aantal gegevens ontleend aan: P. D. de
Vos, Pontiaan van Hattem en zijne volgelingen te Zie
rikzee, opgenomen in: Nieuws- en advertentieblad
voor Zierikzee en omstreken, d.d. 28 juni, 5 en 12 juli
1913.
Met dank voor de aanwijzingen en inlichtingen aan Ds.
S. J. M. Hulsbergen te Kapelle en H. Uil te Zierikzee en
in het bijzonder aan J. Schot BWzn te Zierikzee, zonder
wiens medewerking dit artikel niet op deze wijze tot
stand had kunnen komen.
Foto's bij dit artikel: M. de Goffau, Kapelle.
De door Dina Dane eigenhandig ondertekende slotalinea van de "Belijdenis des Geloofs", opgesteld op 17 februari 1726.
haar oud lighaam daarin ook te sullen
verslijten, nog dag nog nagt te sullen
rusten om 't geen sij besat voor te plan
ten en andere mede te deijlen13)
NOTEN:
1) A. J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der
Nederlanden, vierde deel, Haarlem, 1858, pag.
175.
(Van het hier aangehaalde verband met de He
breeën dienen we te stellen dat dit ten onrechte
is. De leer van Pontiaan van Hattem had met de
Hebreeën of Verschoristen - als volgelingen van
Jacob Verschoor - niets uitstaande.)
2) Dr. J. P. de Bie en Mr. J. Loosjes, Biographisch
Woordenboek van Protestantsche godgeleerden
in Nederland, derde deel, 's Gravenhage, 1931,
pag. 572-579.
3) Dit Antinomianisme wordt wel beschouwd als de
belangrijkste reden van het veroordelen van van
Hattem.
(Antinomianisme: de opvatting dat voor de Chris
ten de Wet als uitdrukking van Gods wil naast of
tegenover het evangelie geen geldigheid meer
heeft; in feite een overdrijving van Luthers opvat
ting, dat alleen het evangelie tot ware inkeer, be
rouw en boetedoening brengt.)
4) Prof. W. C. van Manen, Pontiaan van Hattem, eene
bladzijde uit de geschiedenis der Gereformeerde
kerken dezer landen, in: De Gids, 1885, deel IV,
blz. 115.
5) Dr. P. J. Kromsigt, Het Antinomianisme van Pon
tiaan van Hattem, in: Troffel en Zwaard, 13e jaar
gang, Leiden, 1910.
6) als noot 2, vierde deel, pag. 496-497.
7) Archief Kerkeraad van de Hervormde gemeente
te Zierikzee, no. 82.
8) Prof. Dr. L. Knappert, Piëtisme en mystiek, in:
Geschiedenis der Nederlandsche Hervormde
Kerk gedurende de 18e en 19e eeuw, Amsterdam,
1912, pag. 20.
9) als noot 7.
10) Mededeelingen betreffende de Ned. Herv. Ge
meente te Zierikzee, plm. 1932: Ds. Henricus Hul-
scher was predikant te Zierikzee vanaf januari
1700 tot zijn overlijden op 14 november 1738, Ds.