anderhalve eeuw kadaster
47
tenaren als de landmeetkundigen van
de dienst hun werkzaamheden hebben
verricht, al zijn er ook tijden geweest,
dat door gebrek aan personeel, speciaal
op landmeetkundig gebied, er wel eens
- overigens letterlijk en figuurlijk - met
de franse slag is gewerkt! Maar dat is
wel lang geleden.
Overigens is het niet zo, dat het element
rechtsbescherming nu ineens als taak-
of doelstelling uit de lucht komt vallen.
In de Récueil Methodique staat in arti
kel 1 142 reeds beschreven „het Cada
ster kan en moet noodwendig in het
vervolg tot bewijsstuk in regten dienen,
om den eigendom te bewijzen."
Nu weet ik wel, dat dit in aanleg bij de
kadastrering van het rijk eigenlijk al een
onhaalbare stelling is geweest, gezien
het feit dat de landmeter instructie had
de eigendommen op te nemen „volgens
het genot" op het ogenblik, dat hij de
meting verrichtte, maar in de praktijk
heeft het kadaster wèl gewerkt zoals
destijds ook in de R.M. werd voorzien:
namelijk „het perceelsgewijze opge
maakte cadaster levert nog andere
voordelen op dan die voor de Grondbe
lasting; hetzelve voorkomt in het ver
volg een menigte geschillen tussen de
grondeigenaren over de grenzen hun
ner eigendommen." Dit resultaat is niet
in strijd met de gemelde hoofddoelstel
ling van het kadaster - integendeel -
terwijl toch het bevorderen van de
rechtszekerheid bepaald niet hetzelfde
is als het leveren van bewijs in rechten!
Overigens zult u mij wellicht de kran
tenkop van laatst: „Corruptie op het ka
daster" willen voorhouden, teneinde
mij tot enige reserve inzake de door on
ze dienst geboekte rechten, te manen!
Inderdaad, er kan blijkbaar geknoeid
worden! De bewaarder behoeft tenslot
te niet meer - zoals in de jaren dertig
van de vorige eeuw nog was voorge
schreven - nachtverblijf te houden of
door een vertrouwd manspersoon te
doen houden, in het vertrek, dat hem tot
kantoor diende!
Nu was hem overigens die maatregel
niet zo zeer opgelegd om de rechten die
hij bewaarde veilig te stellen dan wel
het geld, dat hij met het inschrijven van
die rechten had ontvangen! Wij kunnen
ons echter wel voorstellen, dat het aan
tal mensen dat aantekeningen in de
boeken kon en mocht stellen uitermate
beperkt was, zodat de kans dat onbe
voegden of lieden die niet tot het bewa-
ringspersoneel behoorden, toegang
kregen tot het openbaar register, uiterst
gering was. En de bewaarder zou zelf
niet frauderen, want dan verspeelde hij
de borgtocht, die hij moest stellen.
Waar vandaag de dag informatiever
strekking uit de registers „aan de lopen
de band" plaats vindt en er dus veel
meer mensen dan vroeger de boeken
ter hand moeten nemen, is de kans op
fraude toegenomen. I k denk echter niet,
dat iemand in staat zal zijn iets derge
lijks in Middelburg aan te melden. En
die kans wordt nog kleiner, als straks de
automatisering haar intrede zal hebben
gedaan.
Deze automatisering, waartoe een aan
tal jaren geleden is besloten, heeft niet
tot doel gehad fraude te voorkomen al
thans de mogelijkheid daartoe te ver
minderen, maar zij leidt in haar uitwer
king daar wel toe.
Immers het toegang krijgen tot de in
houd van een geautomatiseerd bestand
en méér nog het muteren daarvan, is
slechts voorbehouden aan een beperkt
aantal mensen, die naast een behoorlij
ke materiekennis, moeten beschikken
over kennis en vaardigheden om de ap
paratuur te bedienen; hiervoor is een
gedegen opleiding vereist en moet men
zich bedienen van codes en wacht
woorden, die niet overal bekend kun
nen zijn.
De kans dat hierbij onregelmatigheden
voorkomen is dan klein en - indien toch
- zullen de daders vrij gemakkelijk tra
ceerbaar blijken. Maar als gesteld, het
voorgaande kan slechts als een extra
voordeel gelden van deautomatisering.
De AKR - Automatisering van de /Ca
dastral e flegistratie - wordt gemoti
veerd vanuit een overheidsbeleid, dat
gericht is op een zo doelmatig en doel
treffend mogelijkfunctioneren van haar
apparaat. Meer in het bijzonder spelen
hierbij nu onder meer de volgende
aspecten een rol:
1. vraag naar meer en snellere infor
matie;
2. vraag naar opname van meer gege
vens in de kadastrale boekhouding;
3. vraag naar anders geordende en sa
mengevatte informatie ten behoeve
van beleidsvoering op diverse over-
heidsterreinen;
4. vraag naar mogelijkheden op het
gebied van informatie-uitwisseling
met andere geautomatiseerde ad
ministraties, waarbij te denken valt
aan gemeenten en waterschappen.
Het hiervoor nu ontwikkelde systeem,
waarvoor de bewaring in Zeeland als
proeftuin wordt gebruikt en waar mits
dien het systeem als eerste in den lande
operationeel zal zijn, zal, wanneer
straks de invoering aan elke directie van
het kadaster een feit wordt, de gege
vens van ongeveer 6 miljoen percelen
bevatten, waarop ongeveer 1 2 miljoen
zakelijke rechten worden uitgeoefend.
Jaarlijks zullen dan landelijkcirca 1 mil
joen percelen bij een mutatie zijn be
trokken.
De proef, die thans in Zeeland wordt ge
nomen, omvat ongeveer de helft van de
provincie, en betreft circa 60.000 per
celen met circa 70.000 zakelijk gerech
tigden. Deze aantallen zijn zodanig, dat
indien het systeem hier bewijst dat het
werkt, het ook elders in het land toege
past kan worden, zodat het de rol kan
gaan vervullen, waarvoor het in aanleg
is bedoeld. Deze rol kan niet los worden
gezien van de plaats van de dienst van
het kadaster bij het ministerie van VRO,
een plaats, die enerzijds verband houdt
met haar ervaring, procedurekennis en
instrumentarium die ten dienste van in
richtingsactiviteiten (denk aan ruilver
kavelingen) ingezet kunnen worden en
waardoor zij derhalve een bijdrage kan
leveren aan het ruimtelijk beleid van het
ministerie, en anderzijds mogelijkhe
den biedt ondersteunend werkzaam te
zijn ten dienste van de volkshuisves
ting.
Ten behoeve van deze beide beleidsvel
den worden thans vastgoedinformatie
systemen gehanteerd bij diverse be
stuurslagen.
Het ligt in de rede de dienst van het ka
daster nu, met behoud van haar primai
re taakstelling in engere zin op het ter
rein van de rechtsbescherming ten aan
zien van onroerend goed, met een ne
ventaak te belasten en haar op te dra
gen te onderzoeken in hoeverre een
geautomatiseerd koppelingssysteem
kan worden ontwikkeld tussen registra
ties op adresbasis, die in het algemeen
bij de gemeenten berusten en die op
perceelbasis, dus die van het kadaster.