de stadskranen van middelburg 94 en turfkruiers)l4). In 1733 besloot de stadsregering de grote kraan aan de noordzijde van de Dam, bij de Molstraat, te vervangen omdat ze zo bouwvallig geworden was dat draaien vrijwel onmogelijk was. Stadsarchitect Jan deMunck werd naar Dordrecht gezonden, om de daarstaan- de kraan, die nogal beroemd scheen te zijn, te onderzoeken. Tevens werden bouwtekeningen van kranen, onder meer uit Antwerpen, opgevraagd. Toen elf jaar later, in 1744, de oude nog steeds in gebruik zijnde kraan dermate slecht was geworden, dat gebruikervan „zonder dangier" niet meer tot de mo gelijkheden behoorde, besloot de ste delijke overheid dat het echt tijd was met de bouw van een nieuwe kraan aan te vangen. Nu werden de zaken met voortvarend heid aangepakt. De oude kraan werd 1 5 maart 1 746 voor f 1 58,- verkocht; in april konden de fundamenten voor een nieuwe kraan gelegd worden en 5 november daaraanvolgende was deze reeds gereed. Het werktuig moest door negen man in beweging gebracht wor den en kon een last van ruim 1 3.000 pond verzetten'5). Doch ook deze stadskraan, die zelfs in een historische roman figureert16), had niet het eeuwi ge leven. Het Middelburgse gemeente bestuur wenste in 1861 te beschikken over een nieuwe kraan, „minder om- slagtig in haar gebruik en meer beant woordende aan de eischen des tijds". Aldus geschiedde. Het gemeenteverslag over 1861 meldt (op pag. 38-39): „Hiertoe werd eene in schrijving geopend tusschen Neder- landsche en Belgische fabrijkanten en van de ingekomen ontwerpen viel de keus op dat van defirma weduwe Sterk man Zoon te 's-Gravenhage, zoo we gens doelmatige inrigting als wegens gunstige prijsberekening. Zij verbond zich voor f 4845 te leveren eene koker- vormige ijzeren loskraan (tribular wrought iron crane), met de daarvoor bestemde ijzeren waterdigte kuip, ket ting en verdere toebehoorenIn het belang der scheepvaart vond men het beter de nieuwe kraan te plaatsen op de rotterdamsche kade, aan het begin der stads-kaden. Het aldaar gelegen en door de Gemeente aan zich gehouden gedeelte van het voormalige kraan straatje zal thans kunnen strekken tot kantoor van den kraanmeester en berg plaats voor de gereedschappen en werktuigen." Eind 1861 was dit moderne hijsappa raat gereed en 22 februari 1862 werd het beproefd en goedgekeurd. L. van Roijen uit Westkapelle kocht de oude houten kraan voor f 1.210,- aan en brak haar af,7). De ijzeren kraan bestaat nog steeds (zie afb. 2). Wat er van het kleine kraantje gewor den is weet ik niet. Dr. De Man, de Mid delburgse medicus, die zoveel over his torische onderwerpen geschreven heeft, herdacht in 1 900 de 1 8e-eeuwse stadskraan aldus: „De bij dat plein (be doeld is de Dam, P. S.) geplaatste fraaie houten Kraan, in de vorige eeuw, 1 746, door den kundigen Architect De Munck gemaakt en in 1 862 toevallig door een anderen DeMunck, een werkman, afge broken, bestaat niet meer dan in een model op het Museum; van haar en ook van haar voorgangster, nabij de Se- geersbrug, is niets overgebleven; alles is vervangen door een meer doelmati ge, maar onooglijker Kraan aan de Oostpunt, waar vroeger ook zóo iets stond, want de oude platen bewijzen het en men vindt er ook nog het oude Kraanstraatje; de daarover liggende, nu bebouwde poort, heette aldus en ein digde in de Breestraat. Wat heb ik als jongen meermalen naar de oude man netjes gekeken, die men „Kraankin- ders" noemde en die als kernhonden de Kraan in beweging brachten! Die het beproefde meê te doen lag spoedig op zijn neus.",e). Dit artikel beoogt geenszins een uitputtend en definitief relaas te geven; het is slechts een be knopt overzicht. Helaas zijn de aantekeningen van de laatste kraanmeester (van de oude 1 8e- eeuwse kraan) J. Snijders, die een beschrijving van de Middelburgse kranen van 1400 tot 1 862 gaven (zie „Catalogus van het Stedelijk Museum van Oudheden (Oudheidskamer) te Middelburg", Middelburg, 1910, pag. 1 83), in 1 940 verloren gegaan. Met behulp van Snij ders' studie zou het ongetwijfeld mogelijk geweest zijn een veelomvattender beeld te schetsen. 1Drs. St. Vandenberghete Mechelen zeg ik dank voor literatuurverwijzingen. 2. Frieda van Tyghem: „Op en om de middel eeuwse bouwwerf; de gereedschappen en toe stellen gebruikt bij het bouwen van de vroege middeleeuwen tot omstreeks 1 600; studie ge steund op beeldende, geschreven en archeolo gische bronnen", deel I (tekst), Brussel, 1 966, pag. 229. 3. Van Tyghem, a.w., pag. 231. 4. W. S. Unger: „Middelburg als handelsstad (Xllle tot XVIe eeuw)", in Archief van het Zeeuwsch Genootschap 1935, pag. 158. 5. Unger, a.w., pag. 1 58 en noot 7 aldaar en J. H. de Stoppelaar: „Inventaris van het Oud Archief der stad Middelburg 1217-1581", Middel burg, 1883, Eerste afdeling no. 996 (pag. 269-270). 6. (Uittreksel uit de) Registers ten rade, dl. II, pag. 554 (Gemeente-archief Middelburg Aanwin sten 1 978 nr. 1 7. Ibidem, pag. 555. 8. Gegevens voor de 19e eeuw ontleend aan (Zeeuwsch Jaarboekje en) Middelburgsche Naamwijzer. 9. H. M. Kesteloo: „De stadsrekeningen van Mid delburg", dl. I, Middelburg, 1 881pag. 1 9-20. 10. Stadsrekeningen, dl. II (1885), pag. 21. 11Stadsrekeningen, dl. IV (1891), pag. 1 8. 12. Zie W. S. Unger: „Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in den landsheerlijken tijd", dl. II, 's-Gravenhage, 1 926, tabellen op pag. 522 e.v. 1 3. De Stoppelaar: Inventaris, Derde afdeling no.'s 1600-1609 (pag. 174-177). 14. Registers ten Rade, dl. II, pag. 549. Zeelands Chronyk Almanach Verkort, Middel burg, 1 792, meldt op pag. 1 64: „De Kleene of Draay-kraan staat even binnen de Stad, by de Slykpoort; de Groote Kraan, welke volgens de Oude Afbeelding der Stad gestaan heeft, om trent de Heerestraat, is by de Vergrooting der Binnen-Haven verplaatst op de Noordzyde van den Dam, zynde in den Jaare 1 746 geheel ver nieuwd en na eene sierlyke Bouw-orde opge maakt." 15. F. Nagtglas: „Jan de Munck". Toevoegsel Zeeuwsch Jaarboekje en Middelburgsche Naamwijzer 1 865, pag. 11 -1 2, en Stadsreke ningen, dl. IX (1 902), pag. 42. 1 6. L. W. de Bree beschrijft in zijn „Papieren Zol der" (pag. 27-28) hoe de Middelburgse burge meester Jhr. mr. M. C. Paspoort van Grijpsker- ke (1 797-1 874) een nachtmerrie heeft waarin hij door de kraan wordt opgetild en in een „peilloze diepte" gestort. 17. Gemeenteverslag 1862, pag. 40. 1 8. J. C. de Man: „Hetzuidelijkdeel van den op het laatst der zestiende eeuw afgebroken muur van oud-Middelburg", z.p., z.j. (Middelburg, 1900), pag. 25. De kraan op de Dam.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 16