de vestiging van de eerste medische specialisten in middelburg 97 Godshuizen met de vraag of hij in het Gasthuis patiënten mag opnemen en behandelen. Het bestuur schrijft hem terug dat hij de gevraagde toestemming krijgt in het vertrouwen dat hij zijn werkzaamheden zal beperken tot het gebied der zenuw en zielsziekten en dat de manier waarop hij de specialistische praktijk zal uitoe fenen in overeenstemming zal zijn met de opvattingen die de afdeling Wal cheren in deze huldigt. Deze opvallen de uitspraak, waarmee het bestuur der Godshuizen in feite op de stoel van het bestuur van de artsenvereniging gaat zitten, is wel begrijpelijk. Het Gasthuis- bestuur had met alle perikelen rond het halfspecialisme in de oogheelkunde in het recente verleden al leergeld genoeg betaald. Door in de toelatingsbrief de beperking op te nemen dat de zenuwspecialist in het Gasthuis geen krankzinnigen mag opnemen en behandelen, tenzij als pas santen, wordt het werkterrein van de nieuwe specialist overigens aanzienlijk beknot. Op 21 oktober 1921 verschijnt Knap pert voor het eerst op de vergadering van de Walcherse artsen met de bedoe ling er een neurologische patiënt te de monstreren. Het eerste optreden van een nieuwe specialist, die voor een kri tisch gehoor niet alleen zichzelf maar ook zijn specialisme zo goed mogelijk moet zien te verkopen, loopt, wat Knap pert betreft, op een échec uit. De patiënt die besteld was kwam niet opdraven en het geheel moet, als we tenminste goed tussen de regels heb ben doorgelezen, ietwat lachwekkend zijn geweest. Na deze mislukte „mai denspeech" is Knappert nooit meer op een afdelingsvergadering verschenen. Binnen twee jaar verlaat hij Middelburg en vertrekt naarWageningen waar hij in januari 1928 overlijdt. Er valt zodoende over Zeelands eerste zenuwarts niets te berichten, hoog stens de beschrijving van een stadsge note die zich hem herinnert als een klein mannetje die met een opvallend klein tasje in de hand zich door Middelburgs straten spoedde. De geringe omvang van het neurologisch basisinstrumenta rium, bestaande uit een peeshamer, een speld en een plukje watten, is met het opvallend kleine tasje in elk geval niet in tegenspraak. De man die Knappert als enige zenuw arts in Zeeland opvolgt is van een ge heel ander kaliber. Wolrad Ulrich Schuurman, die op 14 januari 1 891 in Den Haag was geboren, had in Amster dam medicijnen gestudeerd. Na zijn artsexamen was hij assistent geworden bij prof. Bouman in diens kliniek in het Amsterdamse Wilhelminagasthuis. In mei 1 923 verhuist Schuurman van Am sterdam naar Middelburg waar hij zijn intrek neemt in het prachtige Wijnko pershuis, Dam Z.Z., één van de mooiste en grootste particuliere woonhuizen die Middelburg, vóór de ramp van mei 1 940, rijk was. Schuurman, die nog de enige zenuw arts in heel Zeeland was, had een karak terstructuur die hem er toe dwong zijn werk tot in de perfectie af te maken. Het jachtig bestaan als rondreizend specia list, die op meerdere plaatsen in de pro vincie spreekuren moet houden, was voor een man als Schuurman een on mogelijkheid. Hij bleef dan ook als een spin in zijn web in Middelburg zitten waar hij de lopende patiënten in zijn woning en de klinische patiënten in het Gasthuis behandelde. Patiënten van buiten Walcheren wer den, als ze ter observatie of ter behan deling opgenomen moesten worden, zoveel mogelijk naar het Middelburgse ziekenhuis verwezen, de spreekuren in de „buitengewesten" werden door as sistenten verzorgd. Schuurman moet een uitzonderlijk goed neuroloog zijn geweest. Hij zou gevraagd zijn om hoogleraar in Gent te worden terwijl niemand minder dan Biemond, zelf later één van de cory feeën onder de Nederlandse neurolo gen, na zijn dood van hem gezegd heeft: dat Schuurman onder de vader landse neurologen gold als de beste. Kennelijk heeft Schuurman ook aan zijn assistenten hoge eisen gesteld. Zowel Ter Braak, later hoogleraar in Rotter dam, als Biemond, later hoogleraar in Amsterdam, zijn bij hem assistent ge weest. In 1932 gaat Schuurman een vaste associatie aan met Petersma, die zich na Schuurmans dood in 1934 als zelfstandig zenuwarts in Vlissingen zal gaan vestigen. Uit de, overigens niet zo erg talrijke. voordrachten die Schuurman voor de Walcherse artsen heeft gehouden is af te lezen dat al gauw na zijn komst de neurologische diagnostiek in Zeeland op een hoog niveau staat. In 1 924 ver toont hij samen met Orbaan, contrast foto's van het ruggemerg, uit een ande re demonstratie volgt dat er in Middel burg in 1925 ook al ventriculografie (het inspuiten van contrastvloeistof en vervolgens fotograferen van de hersen holten) wordt gedaan. Als in 1 927 in Zeeland de eerste geval len van hersenontsteking na koepok inenting (encephalitis postvaccinalis) voorkomen, met onder andere in Mid delburg twee sterfgevallen, houdt Schuurman voor de verontruste Wal cherse en Bevelandse artsen een uitste kende voordracht waarin hij uitlegt welk standpunt de huisartsen ten aan zien van de koepokinenting in dienen te nemen. (Naar aanleiding hiervan is er tussen enkele Zeeuwse artsen en het toenmalige, uiterst militante, tweede kamerlid ds. Kersten, die uit godsdien stige overtuiging een fervent tegen stander was van de vigerende vaccina- tiedwang, de nodige deining ontstaan.) Schuurman is er niet de man naar ge weest alle oekazen van het bestuur der Godshuizen zonder meer te accepte ren. Na aandrang van zijn kant vervalt, in 1 926, de bepaling dat de zenuwarts geen geesteszieken in het Gasthuis mag opnemen en behandelen. In 1 927 schrijft hij het bestuur een brief waarin hij meedeelt dat, mocht er bij de aan staande verbouwing van het Gasthuis met zijn wensen onvoldoende rekening worden gehouden, hij niet langer kan garanderen de klinische behandeling van de Zeeuwse neurologische en psy chiatrische patiënten in het Middel burgse ziekenhuis te blijven concentre ren. Een „argument" waarvoor het be stuur, gezien de concurrentie van de nieuwe ziekenhuizen in Vlissingen, Goes en Bergen op Zoom, uiterst ge voelig is. Een strijd die door Schuurman tever geefs is gestreden is zijn verzet tegen de voorkeursbehandeling die de chirurg en de internist in zijn tijd in het Gasthuis genoten. De eeuwenoude instelling die bepaalde dat de behandeling van de in het Gasthuis opgenomen patiënten bij uitsluiting was opgedragen aan twee.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 19