de vestiging van de eerste medische specialisten in middelburg
98
als zodanig door het gemeentebestuur
benoemde, geneesheren was, met de
opkomst van de specialistische genees
kunde, volledig uit de tijd geraakt. De
volmaakt obsoleet geworden betrek
king van „gemeentegeneesheer belast
met de dienst in de gestichten" wordt
dan ook door de gemeenteraad op
23 december 1927 officieel ingetrok
ken.
Als consequentie van de opheffing van
het ambt van „gestichtsgeneesheer"
komt de gratis medische behandeling
van derdeklas-patiënten in het Gast
huis te vervallen.
In de twintiger jaren was de financiering
van de opname- en specialistenkosten
voor die categorie van patiënten die een
ziekenhuisopname niet uit eigen zak
konden betalen - de overgrote meer
derheid - nog slecht geregeld.
Het 19e-eeuwse systeem, waarin de
ziekenhuiskosten van on- en minver
mogenden door de armenwet werden
geregeld en door het Burgerlijk Armbe
stuur uitgevoerd, liep op zijn eind terwijl
het 20e-eeuwse systeem, waarin de
opname- en specialistenkosten via een
verzekeringssysteem, uitgevoerd door
de ziekenfondsen, worden betaald, nog
in zijn kinderschoenen stond.
Het vacuum in de betaling van de spe
cialistenkosten dat door het raadsbe
sluit van december 1927 ontstond
werd, wat Middelburg betreft, gedeel
telijk opgelost doordat het bestuur der
Godshuizen met de chirurg (dr. C. F.
Koch) en met de internist (dr. A. H. A.
Martens) een dienstverband aanging.
Als contraprestatie, voor een jaarwedde
die na enig geharrewar werd vastge
steld op f 3250,- voor de chirurg en op
f 1250,- voor de internist, werden de
derdeklas-patiënten, net als vóór de
cember 1 927, door deze twee specia
listen weer gratis behandeld.
Tegen deze, voor de andere specialisten
discriminerende regeling, die boven
dien aanleiding gaf tot „concurrentie
vervalsing" - regelmatig werden onver
mogende neurologische patiënten on
der een „verschreven" diagnose bij de
internist opgenomen - heeft met name
Schuurman zich verzet, een verzet dat,
zoals al gezegd, onvruchtbaar is geble
ven.
Schuurman bezat geen goede gezond
heid. Naast een asthmatische constitu
tie was hij ook bij perioden duidelijk de
pressief. Tijdens zo'n depressie heeft
hij, terwijl hij voor een rustkuur op de
Veluwe verbleef, op 11 augustus 1 934
een einde aan zijn leven gemaakt.
Schuurman moet op anderen een sterke
invloed hebben uitgeoefend, zijn zelf
doding werd gevolgd door de zelfdo
ding van één van zijn vrouwelijke pa
tiënten alsmede van een hoofdzuster uit
het Gasthuis.
De praktijk van Schuurman werd na zijn
overlijden overgedaan aan de zenuw
arts J. J. de Regt. Het geschil dat tussen
De Regt en Petersma, de voormaligeas-
socié van Schuurman, die zich na het
overlijden van Schuurman als zelfstan
dig zenuwarts in Vlissingen had geves
tigd, ontstond, werd aan een rechtspre
kende instantie voorgelegd. Deze wees
Vlissingen en Zeeuwsch-Vlaanderen
aan Petersma toe, Middelburg met de
rest van Walcheren en Schouwen en
Duiveland aan De Regt terwijl de Beve-
landen aan beiden werd toegewezen.
De kinderarts
De extreem hoge kindersterfte, die de
1 9e eeuw zo ernstig heeft ontsierd, was
voor het overgrote deel het directe ge
volg van de erbarmelijke woonomstan
digheden en de chronische ondervoe
ding waar het verpauperde deel van de
bevolking toe was veroordeeld. De 1 9e-
eeuwse geneesheren die nauwelijks in
staat waren iets aan deze massale kin
dersterfte te doen, waren er overigens
ook nauwelijks in geïnteresseerd. Het
feit dat de maximaal hoge ziekte- en
sterftecijfers onder kinderen parallel
liep met een minimum aan medische
belangstelling voor zieke kinderen gold
uiteraard ook voor de eigen Zeeuwse
regio.
Ter illustratie een enkel cijfer. Hoe
slecht in het midden van de vorige eeuw
de woonomstandigheden in Middel
burg waren, blijkt onder andere uit een
rapport van A. Caland dat in 1 856 werd
gepubliceerd. In vele woonkrotten in de
Middelburgse binnenstad was de be
schikbare ruimte per persoon minder
dan 5 m3, dat wil zeggen een hokje van
2 m lang, 2 m breed en 1,30 m hoog!!
De gevolgen voor de volksgezondheid
waren er dan ook naar, één op de drie in
Middelburg geboren kinderen stierf
vóór het eerste levensjaar, de gemid
delde leeftijd van de Zeeuw was slechts
26 jaar, van de Zeeuwse 29 jaar.
Hoewel in 1885 nog één op de drie
Middelburgers die in dat jaar overlijden
jonger is dan 1 5 jaar, worden er in het
Gasthuis op het eind van de vorige
eeuw, nog nauwelijks kinderen opge
nomen. Het in 1866 nieuw gebouwde
Gasthuis beschikte zelfs niet over een
aparte kinderzaal. Het aanbod van een
onbekende gever, die in 1891 f 300,-
beschikbaar stelt om voor dat geld een
kinderzaal in te richten, wordt door het
bestuur der Godshuizen wegens te ho
ge lasten van de hand gewezen. Pas na
de grote verbouwing die het Gasthuis in
1 903 ondergaat komt er een aparte
kinderzaal. Het woord couveuze - de
couveuze werd in 1 881 voor het eerst
toegepast - zijn we in de annalen van
het Middelburgse Gasthuis pas in het
jaar 1910 voor het eerst tegengeko
men.
Buiten het ziekenhuis was er in de vori
ge eeuw niet alleen niets dat ook maar
in de verste verte leek op onze huidige,
op preventie gerichte, zuigelingen- en
kleuterzorg maar ook van curatieve
zorg voor zieke kinderen was nauwe
lijks sprake.
Het sterven van kleine kinderen was zo
„normaal" en de medische macht om
hier iets tegen te doen was zo gering,
dat het overgrote deel van de kinderen
ziek werd en stierf zonder dat er een
dokter of verpleegster naar had omge
keken.
Pas in het begin van de 20e eeuw toen,
dankzij de sterk verbeterde sociale in
frastructuur, de kindersterfte al sterk
aan het dalen was, ontstond er van me
dische zijde geleidelijk meer aandacht
voor zieke kinderen.
De eerste arts die op Walcheren haar
aandacht speciaal op kinderen heeft
gericht is mevrouw Weijl geweest.
Rachel Snuijff, die op 2 augustus 1 881
in Amsterdam was geboren, had in Am
sterdam medicijnen gestudeerd waar
ze op 10 november 1905, net 24 jaar
oud, slaagt voor het artsexamen. In
1 906 trouwt ze met Louis Weijl die in
begin 1906 de huisartsenpraktijk van
de overleden Middelburgse huisarts Ja
cob Meijers had overgenomen. Me-