de rijksnormaallessen te tholen
159
van de zaken. Het nieuwe systeem ont
stond aan het eind van de 18e eeuw.
Het zal duidelijk zijn dat dit van grote
nvloed is geweest op de grote macht
die de kerk voordien op de lagere
school had.
Na eenopleiding van driejaar kregen de
hoofdzakelijk in de praktijk gevormde
wekelingen een getuigschrift. De on
derwijzersexamens voor de derde en
'.ogere rangen werden te Middelburg
afgenomen.
Spetters
Eén van de eerste leerlingen op deTho-
lense oefenschool was Jan Meerman.
Hoe hij op de oefenschool kwam heeft
hij in een artikel in de Yerseksche en
Tholensche courant van 1 91 3 beschre
ven.
In april ging men toen al of niet over
naar een volgende afdeling of klas van
de lagere school. Dit werd beoordeeld
door de schoolcommissie, die in 1 848
bestond uit burgemeester Wagtho, de
griffier van het kantongerecht De Lan
ge, ds. De Visser en een paar raadsle
den. We laten hem verder zelf aan het
woord.
„Klokke 9 waren ze present. Meester
Maas voerde met de hoogste klasse een
twee- of driestemmig lied uit. Hij was
voor muziek de rechte man op de rechte
plaats. Wekenlang had hij ons gedrild.
Ook na het examen werd nog een mooi
liedje ten beste gegeven.
De H.H. begonnen hun onderzoek in de
laagste klasse, dan togen zij naar de 2e
klasse en waren om half elf in de hoog
ste klasse. Ons schriftelijk werk werd
bezichtigd, de Dominé hield aanteeke-
ning. Er werden aardrijksku ndige en ge
schiedkundige vragen gedaan, een paar
opstellen door de makers zeiven voor
gelezen en toen gerekend op 't zwarte
bord.
Moeilijke sommen uit 't 2e deel van
Strootman en Koopmans, rekeningen
uit Van Lintz. 't Ging best. Ook ik kreeg
een som te behandelen, n.l. den inhoud
berekenen van een bak die uitwendig
22'/2 dM. lang, 1 2'/2 dM. breed en 8'/2
dM. hoog was, terwijl het hout of de
wanden Vh cM. dik was.
Het antwoord viel goed uit.
„Wel mannetje! wat moet je worden,
want ge gaat na het examen van
school?" vroeg de Dominé.
„Bakker", was mijn antwoord.
„Wel, wel zoo'n knappe jongen, dat is
zonde!"
„Ja Dominé, ik verdien dan 1 5 gulden in
een jaar."
„Zoo, dat is mooi, maar als de school
commissie je eens 24 gulden in het jaar
gaf om schoolmeester te worden, wat
zoudt ge dan wel zeggen?"
„Wel Dominé dan word ik schoolmees
ter."
En zoo gebeurde het. Met 1 Mei 1848
was ik kweekeiing (spetter) op de
Thoolsche school en heb er tot heden
toe geen spijt van gehad."
Het aantal kwekelingen is de eerste ja
ren nooit groot geweest. Ongeveer een
vijftal bezocht wekelijks de lessen. Ge
leidelijk is dit aantal gegroeid tot 11 in
1875 en 32 leerlingen in 1880. Sinds
het eind van de jaren zestig werden er
ook vrouwelijke kwekelingen opgeleid.
Naast de oefenschool in Tholen was er
aan het eind van de jaren zeventig ook
een opleidingsklas voor onderwijzers in
St.-Annaland met circa 6 leerlingen.
Deze laatste opleiding was een één-
mansopleiding.
Rijkstoelage
De Lageronderwijswet van 1857 be
paalde dat er in Nederland ten minste
twee rijkskweekscholen moesten zijn.
Als gevolg hiervan zijn in 1 860 kweek
scholen gesticht in 's-Hertogenbosch
en Groningen. De tot dan toe enige
rijkskweekschool te Haarlem werd ge
handhaafd.
Verder bepaalde de wet dat ervan rijks
wege aan enkele der meest voortreffe
lijke lagere scholen normaallessen zou
den worden verbonden. Dit betekende
dat de Tholense oefenschool voor het
eerst in 1 860 van rijkswege een toelage
kreeg, namelijk f 200,- voor het onder
wijzend personeel, dat voordien zonder
enige geldelijke beloning tijd en moeite
had gegeven en f200,-als toelage voor
de kwekelingen en de aankoop van
boeken en andere hulpmiddelen. Deze
toelage was voor de eerste-, tweede- en
derdejaars kwekelingen respectievelijk
f 4,50, f 10,- enf 15,-.
Voor de invoering van de rijkstoelage
was het lesgeven aan de oefenschool
reeds uitgebreid. De hoofdonderwijzer
en de kwekelingen kregen in 1 857 be
halve op zaterdag ook op woensdag ge
legenheid naar de oefenschool te gaan.
Het lesrooster zag er in 1 866 als volgt
uit:
woensdag van
10-12 uur Vaderlandse geschiedenis.
12- 2 uur Theorie en praktijk der re
kenkunde en vormleer. Inle
vering van de „toonschrif-
ten".
zaterdag van
10-12 uur Nederlandse taal en kennis
der natuur. Inleveren van
opstellen.
12-2 uur Lezen, aardrijkskunde, op
voeding, onderwijs en zin
gen.
De beide hoofdonderwijzers te Tholen
en die van Oud-Vossemeer gaven dat
jaar les.
Het gebouw
Vermoedelijk is de oefenschool van de
oprichting af gevestigd geweest in de
monumentale onderwijzerswoning van
J. van den Bosch naast het stadhuis,
waar voordien het weeshuis en de in
1838 opgeheven tweede stadsschool
waren gevestigd. De oefenschool werd
gehouden in de grote bovenkamer van
dit pand, waar ook de Nutsbibliotheek
was gevestigd.
In verband metdeslechte toestand ver
kocht de gemeente de onderwijzerswo
ning in 1 884, waarna het grootste deel
van dit pand in 1 895 werd afgebroken.
Rond de bouw van de lagere school aan
de Dalemsestraat in 1882/83 waren er
plannen om het normaalonderwijs,
evenals de bewaarschool te vestigen in
de leegkomende lagere school aan de
Markt. In verband met de geluidsover
last zou men een met zaagsel gevulde
muur in de school plaatsen. Deze plan
nen zijn niet doorgegaan. De normaal
school kreeg toen de beschikking over
het door de bewaarschool verlaten per
ceel op de hoek van de Hoogstraat en
Visstraat.
Na een aantal jaren moest men weer
verhuizen in verband met de sloop van
dit gebouw ten behoeve van de bouw
van het nieuwe post- en telegraafkan
toor in 1 893.
De school kreeg nu de beschikking over