de rijksnormaallessen te tholen
160
De Rijksnormaalschool omstreeks 1921.
Bovenste rij:
1Jan llmer
2. Jacob Slootmaker
3. Kees de Witte
4. Anton van de Ende
5. Leen Hage
6. Izak Duinhouwer
7. Arjaan van Dijke
8. Hendrik Verkerke
Tweede rij:
9. Johan Bolwijn
10. Ko Westerweel
11Bram van der Weele
1 2. Karei Kievit
1 3. Izak Gakeer
14. Kees Vermeulen
1 5. Piet de Haan
1 6. Anton Keller
Derde rij:
1 7. Janna Dorst
1 8. Cor Smits
1 9. Marie van der Velde
20. Gezien Lanting
21Marie Sakko
22. Cor de Heer
23. Jans du Burck
24. Pie Snijders
25. Nel Jansen
26. Mina van der Zande
Vierde rij:
27. Theo Bolwijn
28. Kees Elenbaas
29. Kaatje Deurloo
30. De heer L. K. van Dijk
31. Gré Vis
32. Jan Slager
33. Marie Groenewegen
twee kamers op de verdieping van het
stadhuis en een lokaal in de lagere
school aan de Dalemsestraat. Dit laat
ste lokaal was als gymnastieklokaal in
gebruik. Vermoedelijk is dit zo gebleven
tot de opheffing van de rijksnormaal
school in 1 923.
De rijksnormaalschool
In wezen was de oefenschool tamelijk
primitief. Men had gebrek aan leermid
delen of deze ontbraken geheel. De
opleiding was nog hoofdzakelijk geba
seerd op de praktijk. Dagelijks moesten
de kwekelingen naar de lagere school
om de onderwijzers bij te staan. Soms
moesten ze hem zelfs vervangen. Alleen
's morgens vroeg en na schooltijd kon
den ze voor zich zelf werken.
Ditveranderde met de invoering van de
nieuwe Lageronderwijswet in 1880.
Deze wet bepaalde dat waar een ge
schikte gelegenheid bestond van rijks
wege normaallessen tot opleiding van
onderwijzers ingesteld en bekostigd
zouden worden.
Het woord normaal isterugte voeren op
het keizerlijk decreet van 1 808, waarbij
in Frankrijk „classes normales" werden
opgericht voor de opleiding van onder
wijzers der lagere scholen. In de Neder
landse wetgeving komt de vertaalde