het voorkomen van de fuut (podiceps cristatus I.)
in oostelijk zeeuws-viaanderen in een zeeuws perspectief
168
suggereerden Leys en De Wilde (1 971
een voedsel kwestie met betrekking tot
de jongen. Dit ondanks de grote visrijk-
dom der brakke kreken. Deze „voedsel
schaarste" zou dan kunnen samenhan
gen met de daar voorkomende hoge
chloridegehalten. Indertijd spraken ze
daarom ook de verwachting uit dat de
soort er na het afsluiten der zeegaten
wel zou toenemen. Behalve dat daar
door nieuwe broedgebieden konden
ontstaan, zou er ook ontzilting optreden
van de reeds ingepolderde schorrekre-
ken en stroomgeulen. Een dergelijke
toename is de laatste jaren ook gecon
stateerd (Meininger, 1977). Oostelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen was en is in deze
een gunstige uitzondering. Gezien de
geografische ligging aan de Wester-
schelde is dit verklaarbaar. Als gevolg
van vermenging met zoet rivierwater uit
de Schelde neemt het zoutgehalte in de
Westerschelde van west naar oost af.
Hierdoor was en is het water dat inder
tijd en ook nu de zeeuwsvlaamse pol
ders over- en omspoelde „zoeter" dan
elders in Zeeland. Ook was er al van
ouds infiltratie met zoet water vanuit
de grensstrook met België door middel
van beken en later door watergangen
en sloten.
De Munck c.s. (1978) bepaalden over
de periode 1 968 tot 1 975 het chloride
gehalte van een groot aantal binnen
wateren in Zeeland. Figuren 5a en 5b
geven de gemiddelde waarden bere
kend over al die jaren zoals gepubli
ceerd in Van den Boogert (1 979). Deze
waarden tonen duidelijk een verschil in
chloridegehalten tussen oostelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen enerzijds en
overig Zeeland anderzijds. Dat de soort
vroeger in westelijk Zeeuwsch-Vlaan
deren vrijwel ontbrak is ons inziens
voornamelijk te wijten aan het feit dat
men daar minder grote en diepe kreken
aantreft dan in het oosten. In het laatste
decennium heeft de soort ook in het
westelijk deel van Zeeuwsch-Vlaande
ren vaste voet gekregen. Deze toename
loopt parallel met de tendens zich op
kleinere binnenwateren, die we zien in
oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, te ves
tigen.
Er zijn eventueel twee mogelijkheden
aan te wijzen in hoeverre dit chloride
gehalte nu van invloed is op het futen
bestand.
- verschil in oevervegetatie (nestge
legenheid);
- verschil in hydro-organismen
(voedsel).
In brak tot zout water groeit Riet erg
slecht. Het is er klein en iel. Zeebies
voert de boventoon, en die levert wel
licht onvoldoende stevigheid op voor
het verankeren van het nest. Fors Riet of
Lisdodde is in dit geval gunstiger. De
meeste kreken in Zeeland echter zijn
reeds dermate verzoet dat er meer spra
ke is van rietvelden en -kragen dan van
Zeebies.
Om fysiologische redenen kunnen in
brak water maar betrekkelijk weinig
soorten voor komen. Wel kan er een
grote rijkdom zijn aan individuen. De
meeste echte zoet- of zoutwaterorga
nismen komen in een dergelijk milieu
doorgaans niet tot ontwikkeling. Van
oudsher is van de vissoorten de Paling
verreweg het talrijkst in de Zeeuwse
wateren. Andere soorten komen ook
voor doch hun aantal is veelal opmerke
lijk minder. Over het algemeen zijn het
daarbij ook bodemvissen zodat de be
reikbaarheid enigszins een rol kan spe
len. Momenteel is het soorten- c.q. aan
talsbestand in de meeste wateren uit
gebreider dan voorheen. Er is eutrofië
ring en door hengelsportverenigingen
wordt regelmatig pootvis uitgezet,
veelal oppervlaktevis. Nu moet de Fuut
het vooral van oppervlaktevis hebben.
Verder staan talrijkeinsektensoorten en
hun larven (Libellen, Schietmotten, Ke
vers, Vliesvleugeligen, Wantsen), Spin
nen, Dikkopjes, Kikkers en Kreeftachti-
gen op het menu (Bauer en Glutz von
Blötzheim, 1966). De jongen van de
Fuut krijgen pas na enige dagen kleine
visjes aangeboden. „Von 1 5 in der erste
Junihalfte untersuchten Jungenmagen
waren 6 (40%) ohne Fischreste, von 1 5
vom 27 Juni bis 7 Juli gesammelten
Magen gröBeren Junger nur 1(Geiger,
1957).
Is dit kleine grut nu de discriminerende
factor? Komen in de zeeuwsvlaamse
kreken juist die organismen voor die de
jongen nodig hebben, óf is het meer een
kwestie van de hoeveelheid voedsel die
beschikbaar is?
Nu vormen de oostzeeuwsvlaamse kre
ken ook hydrobiologisch een aparte
groep. In Zeeland onderscheidde Van
Figuur 5b.
Gemiddelde chloridecijfers (%o) van de 60 locaties.
Deze zijn berekend uit gegevens van de periode
1968-75. (Gereproduceerd uit Van den Boogert
1979 met toestemming van het Delta-instituut
voor Hydrobiologisch Onderzoek (DIHO) te Yerse-
ke).
Afko rtingen:
ZB Zuid-Beveland
W Walcheren
GO Goeree-Overflakkee
SD Schouwen-Duiveland
Th Tholen
OZV oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
WZV westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
NB Noord-Beveland
WNB west Noord-Brabant
Ph Sint-Philipsland
01 Zwaakse Weel
ZB
1,35
02 Doolman
ZB
4,09
03 Fortgracht Ellewoutsdijk
ZB
10,90
04 Inlaag Ellewoutsdijk
ZB
13,33
05 Westeindse Weel
ZB
2,84
06 Kreek Quarlespolder
W
7,79
07 Kreek Rammekens
W
1,45
08 Pas Nollebos
W
10,79
09 Kreek Westkapelle
W
7,37
10 Kreek Veere
W
3,67
11 Westerschenge
ZB
3,02
1 2 Oosterschenge
ZB
4,07
1 3 Terluchtse Weel
ZB
9,18
14 Kaaskenswater
SD
5,23
1 5 Diepe Gat
SD
4,29
1 6 Inlaag 1 953
SD
12,22
17 Kreek Ouwerkerk
SD
11,68
1 8 Dijkwater
SD
7,65
1 9 Nieuw-Nataars
SD
4,91
20 Weel Kijkuit
SD
3,50
21 Kreek Schelphoek
SD
1 3,95
22 Flauwers Inlaag West
SD
7,09
23 Flauwers Inlaag Oost
SD
8,87
24 Suzanna Inlaag
SD
15,31
25 Zwarte Gat
WZX
2,00
26 Zwartegatsekreek
WZV
1,75
27 Grote Gat
WZV
1,78
28 Goodvlietkreek
WZV
0,81
29 Weel Pyramide
WZV
0,73
30 Koninginnepolder N.
WZV
4,60
31 Braakman Westgeul
OZV
1 1,24
32 Braakman Hoofdkreek
OZV
4,09
33 Achterste Kreek
OZV
2,45
34 Voorste Kreek
OZV
4,25
35 Riemens I
OZV
3,40
36 Riemens II
OZV
4,87
37 De Nol Mauritsfort
OZV
1.73
38 Zwartenhoek
OZV
0,24
39 Groot Eiland
OZV
0,64
40 Grote Vogel
OZV
2,00
41 Graauwse Kreek
OZV
1.77
42 Weel Lamswaarde
OZV
2,39
43 Vlaamse Kreek
OZV
1,37
44 Otheense Kreek
OZV
1.25
45 Oostvogel
OZV
2,24
46 Leendert-Abraham
NB
8,51
47 Kreek Vlietepolder
NB
6,60
48 Anna Friso Inlaag
NB
1,20
49 Oostelijke Inlaag Ouddorp
GO
3,69
50 Westelijke Inlaag Ouddorp
GO
8,08
51 Preekhilpolder
GO
13,38
52 Brede Gooi
GO
9,45
53 Oude Dee
GO
7,05
54 Bruintjes Kreek
Ph
5,15
55 Stinkgat van Haaftenpolder
Th
1 1,78
56 Scherpenisse Inlaag Oost
Th
7,48
57 Scherpenisse Inlaag West
Th
10,14
58 Zwarte Wiel Klutsdorp
WNB
0,16
59 Den Inkel
ZB
8,81
60 Kreek bij Bath
ZB
2,1 3