KRAAIEN
voormalige gemeente Wemeldinge en maak
te tot 1959 deel uit van het waterschap de
Brede Watering Bewesten Yerseke. De
scheidingsdijk tussen de Koude- en de
*Kaarspolder is afgegraven.
I ITERATIUR
Wilderom, Tussen afsluitdammen III en IV. C. Dekker.,
7.uid-Beveland. J.P.B. Zuurdeeg, Waterschap de Brede
Watering. K.J.J. Brand, Oost Zeeuws-Vlaamse polder
land. J.P.B. Zuurdeeg, Braakmanpolders.
KOUDORP; *Coudorpe.
KOUPOLDER. *Koudepolder.
KOUSEMAKER, Jacobus (Wolphaartsdijk
28nov. 1832-Nisse28 nov. 1906). Sinds 1856
schoolhoofd te Nisse. Schreef: Lotgevallen
van een Zuid-Bevelandschen wees (1869),
dat veel heeft bijgedragen tot de verbetering
van de wezenverzorging op Zuid-Beveland.
Verder onder eigen naam of onder pseudo
niem G. van den Bergh Hz. bijdragen in ver
schillende tijdschriften, o.a. over Zuidbeve-
landse dialecten (De Navorscher, 22, 1872;
Taal- en Letterbode, 4, 1873; Noord en
Zuid, 1, 1877) en volksleven (Het Leeskabi
net, 1871, IV; De Oude Tijd, 1872, 1873).
Een hoofdstuk over Zuidbevelandse woor
den en uitdrukkingen is in de bibliotheek
van de Mij. voor Nederlandse Letterkunde
te Leiden.
LITERATUUR
Nagtglas, Levensberichten.
KOUSEMAKER, Jan ('s-Heer Hendriks
kinderen 31 mei 1910). Was onderwijzer te
Goes, Middelburg, 's-Gravenhage en Delft,
hoofdonderwijzer te Wassenaar, in 1942 le
raar aan de Gemeentelijke Handelsavond
school te 's-Gravenhage, in 1949 directeur.
Van 1950-1965 directeur van de Kweek
school voor de detailhandel te Amsterdam.
In 1967 leraar Engels aan de R.H.B.S. te
Alkmaar, sinds 1969 te Haarlem. Hij schreef
o.a. de Zuidbevelandse novelle Dien raoren
Agestien (1968); Gelijkenissen (1980); Pre
diker (1980); Psalmen (1981); Het Beeste-
verhaal van den Vos Reinaerd uut den Mid-
deleeuwsen tekst beriemd verzeeuwst
(1981).
KOUWENBURG, Jan (Middelburg-Mid
delburg 1731). Stadschirurg te Middelburg,
deken van het gilde, beleder en dokter van
het Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
Schreef in 1726 een werkje ten dienste van
hen, die als scheepsdokter het examen wil
den afleggen bij de Commissie der Oost- en
Westindische Compagnie: 'Zeechirurgie of
Matroozentroost'. In 1731 werd hieraan'De
Medicijnkist van Batavia' toegevoegd en
aan de druk van 1758 werden bovendien eni
ge aantekeningen over anatomie toege
voegd. De editie van 1733 bevat een op
dracht aan bekende Middelburgse geneeshe-
Illustratie uit 'Het Beeste-verhaal van den Vos
Reinaerd uut den middeleeuwsen tekst beriemd
verzeeuwst' door J. Kousemaker.
ren, onder wie Daniel van Visvliet en Galle-
nus Trezel.
Belangrijkste werk 'Zeechirurgie of Ma
troozentroost in zeer veel gebreken, den
Zeevarenden overkomende, En ook hoe dat
den ScheepsHeelmeester tot hulp dezer qua-
len zig kan bedienen, van enkele en t' za-
mengestelde middelen, zoo uyt zyn Medi-
cynkist als van Scheepsbehoeftens. Begre
pen in dry Deelen. Alle in Vragen en Ant
woorden, tot voordeel der Leerlingen t' za-
mengesteld'.
LITERATUUR
Dc la Rue, Geletterd Zeeland. Nagtglas, Levensberich
ten. Fokker en De Man, Zeeinvsche media.
KOUWERVE (Coudewerve). Verdwenen
dorp, parochie en ambacht ten oosten van
Yerseke, in het Verdronken Land van Zuid-
Beveland. De parochie is waarschijnlijk ont
staan in de 12e eeuw. Sinds 1233 was zij sa
men met Wemeldinge, Yerseke en Kruinin-
gen geïncorporeerd in het kapittel van Oud
munster te Utrecht. Sindsdien was één van
de kapittelheren hier de officiële priester. In
de kerk waren vicarieën gesticht ter ere van
de heiligen Jacobus, Laurentius en Maria.
De stormvloeden van 1530 en 1532 hebben
een einde aan de parochie gemaakt. De
naam werve(*werf) duidt op kunstmatig op
geworpen hoogte.
LITERATI I R
C. Dekker, Zuid-Beveland. Grijpink, Register op de pa
rochiën. S. Muller Hz., De indeeling van het bisdom. Ze-
land ia I Hu strata X, 20.
KOUWERVE, POLDER JEGENS. *Nieu-
we Polder.
KOZAARDPOLDER. 's-*Heer Arends
kerkepolder.
KRAAG, DE. Buurtschap binnen de voor
malige gemeente Zaamslag, sedert 1 april
1970 gemeente Terneuzen; gelegen in de
*Zaamslagpolder, aan de oostzijde van de
Othenesche Kreek, Oost Zeeuws-Vlaande-
ren.
KRAAI, DE (Kraaike). Buurtschap binnen
de gemeente Hontenisse (O.Z.V1.).
KRAAIEN. Groep van grote zangvogels,
hoewel van een fraaie zang beslist geen spra
ke is. In Zeeland komen verschillende soor
ten kraaiachtigen voor, zoals *ekster en
Vlaamse *gaai. Voorts de:
- Zwarte kraai (Corvus corone corone).
Grote, geheel zwarte vogel met zwarte sna
vel. Roep een kort 'kraaa'. Het voedsel be
staat uit allerlei afval, zaden, aas en ook wel
jongen en eieren van vogels. In vergelijking
met de rest van Nederland is de zwarte kraai
in Zeeland een opmerkelijk schaarse stand
vogel (50-100 paar). In grote delen van Zee
land ontbreekt de soort zelfs geheel.
Op Schouwen-Duiveland, Walcheren en
Oost Zeeuws-Vlaanderen vindt de laatste ja
ren een toename plaats. De vervolging van
de zwarte kraai is stellig de belangrijkste re
den voor het weinig algemene voorkomen.
Aangezien *torenvalk en ransuil (*uilen)
vooral in oude kraaienesten broeden, heeft
de stand van de zwarte kraai ook invloed op
de stand van deze soorten.
- Bonte kraai (Corone cornix). Ondersoort
van de zwarte kraai en van deze te onder
scheiden door de grijze rug en buik. Broed-
vogel van Noord- en Oost-Europa, die van
oktober tot in april in vrij groot aantal in
Zeeland is te zien. Van 1907 t/m 1909 broed
de een gemengd paar van bonte en zwarte
kraai bij Kloetinge en in 1980 bij de Ooster-
schenge op Zuid-Beveland.
- Roek (C. frugilegus; Z. VI.zwarte kraai).
Lijkt op zwarte kraai, maar heeft een kale
plek rond de snavelbasis, een purperen glans
en een afhangende 'broek'. Het hele jaar
door in groepen, vaak samen met kauwen.
Nestelt in kolonies in bomen. Het voedsel
bestaat vooral uit plantaardig materiaal en
insecten. De roek is helaas uit Zeeland ver
dwenen als broedvogel. Op Schouwen
broedde de soort voor het laatst in 1952. Op
Walcheren waren in 1924 vier kolonies met
totaal 114 paar, in 1936 vier kolonies met to
taal 210 paar; na de Tweede Wereldoorlog
nog enkele jaren enige kolonies bij Middel
burg. Op Zuid-Beveland broedde de roek se
dert 1941 bij Goes en bij Heinkenszand (to
taal 90 nesten), doch is hier thans verdwe
nen. In Zeeuws-Vlaanderen broedde de roek
tot 1925. De afname in Zeeland kan als volgt
worden geïllustreerd: 1924 114 nesten, 1926
267, 1944 140, 1967 2 en 1970 0 nesten.
201