25 jaar diho: een kijkje in verleden, heden en toekomst van het milieuonderzoek in het deltagebied 146 analytische studies slechts tot stand kunnen komen wanneer men zich in teamverband concentreert op bepaalde gebieden. Gekozen is toen voor het Grevelingenmeer, ontstaan in 1 971en voor het oecosysteem van de schorren. Momenteel is veel van de aandacht ge richt op het funktioneren van natuur en milieu in de Oosterschelde, en hoe dat straks in 1986 door de aanwezigheid van de stormvloedkering zal verande ren. Terug naar het begin van de jaren ze ventig. Gestaag groeit het instituut. Naast het wetenschappelijke onder zoek begint het milieu-advieswerk een steeds grotere plaats in te nemen. Met de groei van het personeelsbestand wordt ook de interne structuur van de werkverdeling aangepast. In 1974 worden er drie werkgroepen gevormd die zich ieder met een deel van het on derzoek gaan bezighouden. In de periode 1958 tot 1971 groeide het aantal personeelsleden van 6 naar circa 50. Daarna neemt de groei af, en vanaf 1 975 is de formatie van vast aan gestelde medewerkers bevroren op 56, waaronder 1 2 academici. In 1 974 wor den voor het eerst tijdelijke medewer kers in dienst genomen. Dat verschijn sel is in de jaren daarna sterk toegeno men. Sinds 1 980 is het aantal tijdelijk aangestelde personeelsleden, meestal op driejarige contractbasis, 20 a 25, waarvan de helft academici. De totale personeelssterkte varieert dus tussen 76 en 81. Naar verwachting zal dit de komende jaren zo blijven. Het DIHO heeft de grenzen van zijn groei bereikt: een nog verdergaande uitbreiding in de personele sfeer is alleen maarzinvol als de personeelsbezetting van de dienst verlenende afdelingen en de beschik bare laboratoriumruimten drastisch uit gebreid worden. De nieuwbouw van 1 971in die tijd ruim gepland, wordt nu tot in alle hoeken benut. Gelet op de toekomstige taken van het instituut moet een verdergaande uitbreiding van het onderzoek echter niet worden uit gesloten. Met het personeel groeiden ook de ma teriële middelen. Het 18 meter lange onderzoeksvaartuig „Jan Verwey", al in het begin van de jaren 60 gekocht, kreeg een zusterschip, de „J. G. de Man", later de „Maris Stella". Twee klei ne vletten completeren de vloot. In de loop der jaren zijn binnen het DIHO mo dern geoutilleerde laboratoria inge richt waarin geavanceerde meet-, re gel- en analyseapparatuur is te vinden voor het bewerken van water, bodem en biota. In klimaatkamers, experimen teer-aquaria en een plantenkas worden geconditioneerde proeven gedaan. Een serie microscopen en binoculairs, che- mostaten en micro-electroden staan de onderzoekers ten dienste. Voor het veldwerk is het DIHO uitgerust met een aantal auto's, een caravan met inge bouwde apparatuur, continu registre rende eenheden voor het werk onder water, apparatuur voor het bemonste ren van water en plankton en een ver scheidenheid aan netten en bodem hap- pers om vissen en bodemdieren te van gen. Een SCUBA-duikteam doet alle voorkomende werkzaamheden onder water. Informatie over milieu en biota wordt via eigen computers in de reken kamer opgeslagen en verwerkt. De te- ken- en reproduktieafdeling, de foto graaf en de huisdrukkerij, tenslotte, zorgen er voor dat het eindprodukt - een rapport of een wetenschappelijke verhandeling - op verantwoorde wijze het instituut verlaat. De betekenis van het DIHO nu Het is de taak van het DIHO om inzicht te krijgen in de structuur en het functio neren van aquatische en semi-terrestri- sche oecosystemen in het Deltagebied in relatie tot de Deltawerken. Anders gezegd: Hoe zit een estuarium of een meer in het Deltagebied biologisch en chemisch in elkaar, met alle dieren en planten die er in leven (structuur) en hoe werkt zo'n systeem nou eigenlijk (functie)? Nu lijken deze vragen vrij sim pel, maar het geven van de antwoorden is eindeloos moeilijk. Pas wanneer deze basisvragen bevredigend kunnen wor den beantwoord, kan er iets gezegd worden over de veranderingen die zul len gaan optreden in een watermassa na het nemen van bepaalde maatrege len, zoals het leggen van een dam of het inwerking stellen van een sluis. De beheersproblemen die in het Delta gebied moeten worden opgelost zijn bijzonder groot, maar vooral ook erg nieuw. Waar ter wereld wordt immers op vergelijkbare schaal een aantal

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 4