25 jaar diho: een kijkje in verleden, heden en toekomst van het milieuonderzoek in het deltagebied 148 handen. De kracht van een instituut als het DIHO is gelegen in omvangrijke, langdurige veld- en laboratoriummetingen, tijdens welke vele facetten van een oeco- systeem tegelijkertijd worden bestu deerd. Zo wordt de onderlinge samen hang tussen het plantaardige leven, het zoöplankton, de bodemdieren, de vis sen en de vogels ontrafeld. Nationaal gezien neemt het DIHO de volgende plaats in. Allereerst is daar de relatie met Rijkswaterstaat. Naast het onderzoek kwam er aan het einde van de jaren zestig een wassende stroom beheersadvieswerkop de medewerkers van het DIHO af. Na de oprichting van de milieuafdeling van de Deltadienst van Rijkswaterstaat in 1971 zijn de ta ken van beide diensten, DIHO en Delta dienst (DDMI) sterk geprofileerd. Het DIHO doet op de praktijk gericht weten schappelijk onderzoek en DDMI houdt zich bezig met beheersadviezen en be leidsvoorbereiding. Onderzoek en be heer zijn in een dynamisch gebied als de Delta nauw met elkaar verbonden. Dat houdt in dat DIHO en DDMI hecht sa menwerken. Momenteel werken er op het DIHO ruim 20 tijdelijke medewer kers die gefinancierd door Rijkswater staat milieu-onderzoek doen. Deze re latie zal in de nabije toekomst worden bestendigd. De beheersproblemen die naar voren komen bij de nieuwe Deltabekkens zijn zo complex dat de beheerder niet kan volstaan met het toepassen van een be kend recept. Het uitknobbelen van in ventieve oplossingen - denk aan de zout/zoet-problematiek in de Grevelin- gen of het beheer van de stormvloedke ring - vraagt veel onderzoek. Deze sa menwerking van DIHO en DDMI leidt tot resultaten waarvoor ook in het bui tenland belangstelling bestaat. Geluk kig kan het milieu-onderzoek in de Del ta nog steeds onder een financieel ge zien redelijk klimaat plaatsvinden. Be heren kost immers geld: wie A (Delta plan) zegt moet ook B (beheren van de nieuwe bekkens) zeggen. De Deltadienst van Rijkswaterstaat is niet de enige partner van het DIHO. Er bestaat samenwerking met vele andere overheidsdiensten, zoals de zusterinsti- tuten van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, het Ne- V Vanaf het m.s. „Maris Stella" worden perspex buizen opgehaald die door duikers onder water zijn gevuld met bodemkernen. Deze bodem zal in het laboratorium chemisch worden onderzocht. (Foto: René Kleingeld) derlands Instituut voor Onderzoek der Zee, de Rijksinstituten voor Natuurbe heer, voor Visserijonderzoek en voor Zuivering van Afvalwater, de Rijks dienst voor de IJsselmeerpolders, Staatsbosbeheer, de Regionale Direc ties van Rijkswaterstaat, Provinciale Waterstaat, het Waterloopkundig La boratorium en nog verscheidene ande re. Medewerkers van het DIHO zijn be trokken bij vele ambtelijke commissies en werkgroepen die alle op de één of andere wijze met het Delta-milieu te maken hebben. Ook particuliere onder nemers winnen regelmatig adviezen in bij het instituut. Hecht is de relatie met vrijwel alle Ne derlandse universiteiten en hogescho len. Er vindt samenspraak en samen werking plaats op allerlei terreinen van onderzoek. Regelmatig worden studen ten ingeschakeld tijdens hun inge nieurs- of doctoraalstudie. DIHO-me- dewerkers treden opals gastdocent aan onze universiteiten. Een speciale band heeft het Yersekse instituut met de kring van mensen die zich bezighouden met natuurbehoud en milieubescherming, zowel in de parti culiere als in de overheidssfeer. De na tuurwetenschappelijke kennis van de DIHO-mensen wordt vaak ten dienste gesteld van deze organisaties, zowel op het terrein van het aankopen en behe ren van natuurgebieden, als ook in de sfeer van het „groene front". Ook internationaal doet het DIHO mee. Er zijn veel contacten met tientallen ver gelijkbare instituten en universiteiten in het buitenland, maar ook met interna tionale organisaties als de EEG en de UNESCO. Zeer stevig is de band met de Vrije Universiteit in Brussel en met de Rijksuniversiteit van Gent. Enkele pupil len van deze instellingen werken tijde lijk op het DIHO. Regelmatig worden DIHO-stafleden uitgenodigd om op in ternationale congressen voordrachten te houden of artikelen te schrijven. De kennis die in zuidwest-Nederland verzameld wordt heeft een bredere be tekenis dan alleen maar zijn toepas baarheid in het Deltagebied. Op meer dere plaatsen ter wereld is men bezig om estuaria af te dammen (bijvoorbeeld voor het benutten van de getij-energie of voor het creëren va n zoetwaterreser- voirs) om kusten te verdedigen en rivie ren te kanaliseren. Onze kennis van het planten- en dierenleven in estuaria (en de veranderingen die daarin kunnen op treden na menselijk ingrijpen), en van het beheren van door de mens gebrei delde kustwateren is een exportartikel geworden. DIHO en Oosterschelde In de afgelopen 25 jaar heeft het DIHO zich met vele zaken bezig gehouden. De honderden wetenschappelijke publica ties en rapporten die in de loop der jaren zijn verschenen laten dat duidelijkzien. Eén zaak willen weer even uitlichten, de afsluiting van de Oosterschelde, peper duur en nog steeds aktueel. Welke rol heeft het DIHO gespeeld bij de uitein delijke besluitvorming rond de storm vloedkering in de Oosterschelde? We gaan terug naar april 1967. Toen werd in Zierikzee, georganiseerd door het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen een congres be legd, onder het motto „De Oosterschel de in de Delta". Ir. P. Tideman, hoofd van een afdeling van Staatsbosbeheer, analyseerde de milieu- en landschaps waarden, grotendeels gebaseerd op feiten en meningen vanuit het DIHO. Eén van zijn conclusies luidde: „Het Deltaplan is opgezet en bij wet vastge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 6