wonen in middelburg 200 ment niet meer durven spreken'. Bij de behandeling van de woningwet is het duidelijk dat er een kenmerkende verandering in de geesten heeft plaats gevon den. Volkshuisvesting is een rijkszaak. Hetwoord volkshuisves ting ligt op één lijn met de term volksgezondheid. Toen ge vraagd werd of een vereniging als die van hogere ambtenaren ook voorschotten en bijdragen van rijk en gemeente konden krijgen, antwoordde de regering: 'Inderdaad behoort deze uitdrukking (volkshuisvesting) in haar ruimste beteekenis te worden opgevat en moet zij zoo al gemeen mogelijk luiden. De Engelsche Woningwet moge wor den betiteld als "Housing of the Working classes Act", in werke lijkheid omvat zij alle woningen, onverschillig of deze worden bewoond door lieden behorend tot de arbeidende klasse of door anderen en onverschillig of de woning zelve groot of klein, hoog of laag in prijs is. Het ligt voorde hand, datfeitelijkzoowel de Engelsche als de voorgestelde Woningwet in verreweg de meeste gevallen alleen op woningen van min gegoeden zullen worden toegepast. Terwijl scherpe onderscheiding hier niet mogelijk is, en misstanden ook worden aangetroffen in wonin gen van niet-werklieden, in woningen van de meest uiteenloo- pende grootte en waarde, moet aan de praktijk de noodige speelruimte worden gelaten om te beslissen, of inderdaad voor toepassing der Woningwet termen bestaan in een bepaald ge val. Op de naleving van voorschriften omtrent de inrichting van slaapplaatsen bijvoorbeeld zal uit den aard der zaak moeten worden toegezien in vele woningen, die overigens zonder nader onderzoek geacht kunnen worden aan sommige eischen eener bouwverordening te voldoen.' In ieder geval was het wel zo dat de regering bij de verenigingen met als doel de verbetering van huisvesting dacht aan die licha men die woningen wilden verhuren tegen zeer lage prijzen, hui zendie voorminvermogenden waren bestemd.In 1 901 washet zo ver dat in het Staatsblad nr. 158 de wet van 1 2 juni van dat jaarverscheen, houdende wettelijke bepalingen betreffendede volkshuisvesting, kortweg 'woningwet' genoemd. In tien para grafen worden behandeld: 1Voorschriften betreffende aan woningen te stellen eischen, 2. Aangifte omtrent het aantal be woners, 3. Verbetering van woningen; overbevolking, 4. onbe woonbaarverklaring, ontruiming, sluiting en afbraak, 5. Ontei gening, 6. Uitbreiding van bebouwde kommen, 7. Geldelijke steun van gemeentewege, 8. Geldelijke steun van Rijkswege, 9. Strafbepalingen, 10. Slotbepalingen. In artikel 51 werd be paald, dat alle plaatselijke onderwerpen, regelende het onder werp, waarin de wet voorziet, vervallen driejaren na het tijdstip, waarop zij in werking treedt, indien zij niet met inachtneming van de bepalingen dezer wet binnen dien termijn zijn herzien. Op 1 augustus 1 902 trad de woningwet in werking. In een korte nieuwjaarsrede op 17 januari 1906 zegt burge meester L.Schorer: 'In hooge mate belang rijk was de totstand koming der bouwver ordening, die, na een langen tijd van voorbereiding, in een korte raadsvergadering werd vastgesteld. Spreker hoopt, dat wan neer de onbewoonbaarverklaring van woningen, welke een uitvloeisel dier verordening is, aan de orde zal komen, de raad ook het daarvoor noodige geld zal willen toestaan, opdat aldus eene zoo hoog noodige verbetering in de volkshuisvesting tot stand zal kunnen komen.' De bouwverordening is een uitvloeisel van de woningwet, die bij artikel 3 bepaalt dat door de gemeenteraad voorschriften worden vastgesteld ten aanzien van de plaatsing van gebou wen ten opzichte van de openbare weg, hoogtepeil van vloeren en gebouwen, afmetingen van de vertrekken, privaten, be schikbaarheid van drinkwater, voorkomen van brandgevaai, van vochtigheid, hechtheid van de muren etc., verwijdering van rook, water en vuil, toevoer van licht en lucht. Bij de behande ling van de verordening in 1 905 had mr.A.A.de Veer gepleit voor verplichting van de bewoners hun huizen op de duinwater leiding aan te sluiten. 'Wel worden zij daardoor niet verplicht het duinwater ook te drinken, doch eenmaal aangesloten gaat men daartoe wel over.' En even later: 'Regenbakken kunnen goed zijn, doch zekerheid van het hebben van goed drinkwater verschaft alleen de waterleiding'. Er blijkt in deze jaren een toenemend zelfbewustzijn bij de ai beidersdoor zich te organiseren en aan te dringen op een goede werklozenvereniging. In een toelichting op een adres van de Middelburgsche Bestuurdersbond: 'Het wordt tegenwoordig in alle kringen der maatschappij erkend en verdedigd, dat de a beiders als sociaal denkende wezens ten plicht hebben zich te organiseren, teneinde in den maatschappelijken strijd niet li chamelijk en moreel ten onder te gaan. Deze plicht hebben de bewuste arbeiders dan ook begrepen door zich te organiseeren in vakvereenigingen, door welke, naast het doel: verbetering der arbeidersvoorwaarden, het fondsenstelsel is aangegrepen om in moeilijke levensomstan digheden, bij ziekte en werkloosheid, elkander te hulp te ko men'. Het zou nog jaren duren eer men zich te Middelburg ging vere nigen met het doel goede (arbeiders)woningen te bouwen in het kader van de woningwet. N.B.Van hetopnemen van noten ishierafgezien.Zij komen in hetinfebruari 1 983 te verschijnen werk. De citaten komen voor een deel uit de „Handelingen van den Gemeenteraad van Middelburg".

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 18