de encyclopedie van zeeland, deel I 203 vens voor het woordenboek placht te verzamelen. Ongemerkt kom ik zo tot de functie, die een encyclopedie ook dient te vervul len, die van biografisch woordenboek. Op dit terrein was de taak van de redac tie om te kiezen en te verdelen heel wat moeilijker dan op dat van de topografie. Van wie moet er een levensbericht wor den opgenomen? Hoeveel ruimte moet daarvoor worden vrijgehouden? Na tuurlijk, geboren en getogen Zeeuwen, die in Zeeland hun activiteiten hebben ontplooid en daar enige bekendheid hebben verkregen, mogen niet ontbre ken. Cornell's de Witt Hamer bijv., het laatste trefwoord op p. 560, ik moet be kennen, dat ik nooit eerder van hem had gehoord, maar hij hoort hier thuis. In 1813 in Goes geboren en daar, na er advocaat en rechter te zijn geweest, in 1875 gestorven. Duidelijk een Zeeuw, die „als tegenstander van de voorgeno men afschaffing van het Tiendrecht verscheidene brochures heeft geschre ven". Maar neem nu A. J. van der Aa (1 792- 1857), met wiens biografie dit eerste deel opent. Amsterdammer van ge boorte en in Gorinchem overleden, nooit, voor zover mij bekend, in onze provincie woonachtig. Toch volkomen terecht hier vermeld en op zijn plaats in een voor Zeeland bestemde encyclope die. Twee boeken van de hand van deze veelschrijver worden immers tot op he den geraadpleegd en wel zijn Aardrijks kundig en zijn Biographisch Woorden boek. „Nog steeds van belang, ook voor Zeeland" constateert de redactie. Beide lexica bevatten „talloze historische en topografische bijzonderheden die men moeilijk elders aantreft". Een veelschrijver, deze Van der Aa, dat wist ik, maar ook, wat mij onbekend was, een man, die vooral in zijn jeugd een bont en veelbewogen leven heeft gehad. Dat weet ik nu dank zij de „E.v.Z.". De ware liefhebber raadpleegt zijn encyclopedie niet alleen als hij op een bepaald punt informatie nodig heeft. Hij weet uit ervaring dat van de hak op de tak springend lezen vaak boeiende lectuur kan vormen, die vra gen oproept en perspectieven opent. Uit een halve kolom komt een heel an dere Van der Aa tevoorschijn dan de man, die je je onwillekeurig altijd hebt voorgesteld met een ganzeveer aan zijn schrijftafel, met voor zich en om zich heen stapels papiertjes vol aantekenin gen, en opengeslagen folianten. Zo was hij misschien later als ambteloos burger in Gorinchem, maar zo was het niet al tijd geweest. Heel de turbulentie van de eerste decennia van de 1 9e eeuw in Ne derland, de Franse tijd, het Koninkrijk van Willem I, de Belgische opstand, dat alles komt je tegemoet uit de nuchtere opsomming van een aantal voor mij nieuwe feiten. Zijn medische studie in Leiden moest Van der Aa onderbreken, omdat hij werd ingelijfd bij „de Napoleontische legers". „Nam deel aan de veldtocht van 1 81 5". Aan de kant van de Franse kei zer, vraag je je af, of toen al als soldaat van de Prins van Oranje? Wat heeft hij beleefd tussen zijn inlijving onder Na poleon en de slag bij Waterloo? In 1 81 7 verliet hij de dienst „en vestigde zich als boekhandelaar in Leuven". Dat duur de maar kort, want na 1 81 9 was hij eni ge jaren in Leuven en in Brussel „werk zaam bij het onderwijs". In zijn leven komt nog weer een omslag: van 1825-1 839 is hij achtereenvolgens „secretaris van de auditeur-militair te Antwerpen" en na 1830 „in dienst van de militaire gouverneur te Breda". Pas in 1839, als de definitieve scheiding tussen Noord en Zuid zich heeftvoltrok- ken, krijgt hij ontslag en kan hij als amb teloos burger zich gaan bezighouden met het lexicografische werk, dat zijn naam tot op vandaag doet voortleven. De geschiedenis van Nederland onder onze eerste twee koningen weerspie geld in een dertigtal regels in een en cyclopedie van Zeeland! Wie nog meer van hem te weten wil komen kan te recht bij het onder „Literatuur" vermel de „Levensberigt en bibliografie van A. J. van der Aa" van de hand van ene Van Harderwijk. Nog een paar willekeurig gekozen voor beelden van wat een zo maar voor je plezier bladeren in je encyclopedie aan boeiende informatie kan opleveren. „Colijn", zou die ook al? maar nee, het betreft niet Hendrikus, maar een van die vele stillen in den lande, van die zoge heten vergetenen der historie. Zonder de „E.v.Z." zou de naam van Elisabeth Colijn (1802-1896) mij onbekend zijn gebleven, en dat zou ik jammer vinden. Geboren werd zij in Dordrecht, maar als jonge vrouw werd zij in Middelburg tot vroedvrouw opgeleid. Tientallen jaren oefende zij in de Zeeuwse hoofdstad haar praktijk uit. „De geneesheren had den veel met haar op, evenals haar kraamvrouwen." „Mej. Loene" - zij was twee keer ge trouwd en algemeen bekend onder de naam van haar tweede man - was de befaamde Middelburgse arts, dr. J. C. de Man, behulpzaam bij het verzamelen van interessant statistisch materiaal op demografisch gebied. Een kennelijk héél bijzondere vrouw, die enige dagen vóór haar 94e verjaardag in Veere over leed. Tijdens de Bataafse Republiek ge boren, onder het regentschap van Ko ningin Emma gestorven! Schrijnende bijzonderheid: „Ze stierf in behoeftige omstandigheden, aangezien zij leven moest van f 80,- pensioen per jaar". Tachtig gulden pensioen per jaar, nog geen eeuw geleden, niet voor iedereen „de goeie ouwe tijd"! Wél voor mr. Hubertus Johannes van Eek (1818-1876), een van de „Heren", burgemeester van Axel en Zeeuws sta tenlid. Mij volslagen onbekend, hier vermoedelijk vermeld vanwege een door hem geschreven opstel „Over het taaleigen der boeren van het „Kanton Axel". Merkwaardig: in de „E.v.Z." ontbreekt de naam van Hubertus' één jaar oudere broer, mr. Daniël van Eek. Een generatie lang, van 1849-1884, had hij als Zeeuwse liberale volksvertegenwoordi ger zitting in de Tweede Kamer. Merk waardig, deze leemte, omdat zijn inte ressante politieke herinneringen al en kele jaren geleden werden gepubli ceerd in het „Archief" van het Zeeuwsch Genootschap! Zij trokken de aandacht, zoals blijken mag uit een in 1 975 verschenen herdruk in boekvorm met de aardige en toepasselijke titel „Memoires van een enfant terrible". Deze misser reken ik de redactie intus sen minder zwaar aan dan een andere. Het lange stuk vol boeiende bijzonder heden lezende over leven en werk van de geboren Middelburger Cornells van Bijnkershoek, „één der grootste rechts geleerden van zijn tijd" (1673-1743), viel mijn oog op het trefwoord op de te genoverliggende pagina: Binsbergen- Costerman, Maria van.Costerman, Mi-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 21