„EEN GROOTSCH AANDEEL IN ONS HART": FRANKLIN ROOSEVELT EN NEDERLAND ALammers Laten we maar meteen een ietwat pijnlijk probleem aansnijden. Waar kwam de eerste Amerikaanse Roosevelt, die in het mid den van de zeventiende eeuw in Nieuw-Amsterdam voet aan wal zette, eigenlijk precies vandaan? Uit Zeeland, uit Holland, of uit een der andere provincies van de Nederlandse Republiek? En verliet hij zijn land om religieuze of economische redenen, of - zoals Alice Roosevelt Longworth eens plagend opmerkte - omdat de schout hem op de hielen zat? Voor zover mij bekend, hebben de historici nog nooit een bevre digend antwoord op deze vragen kunnen vinden. Dit valt vrij eenvoudig te verklaren: er is geen definitief antwoord mogelijk omdat de documenten die uitsluitsel zouden moeten geven nog niet ontdekt zijn - en wellicht ook niet meer bestaan. Misschien speelt het toeval ons een keer de sleutel van het raadsel in han den, misschien ook moeten wij naar de oplossing blijven gissen. Natuurlijk heeft Oud-Vossemeer op Tholen goede kaarten in handen. Het staat vast dat daar in de zeventiende eeuw Van Rosevelts gewoond hebben. Zolang er nog geen bewijzen van het tegendeel zijn, kunnen wij er op het ogenblik dus maar het beste van uitgaan, dat er een direkte relatie bestaat tussen deze Zeeuwse Van Rosevelts en de Amerikaanse Roosevelts. Ik geef toe dat dit een compromis is, of liever gezegd, een sprong in het geloof. Het is enigszins te vergelijken met pogen het bestaan van God te bewijzen. Hoevelen onder ons zeggen ten slotte maar: waarom niet? Dus, waarom niet uitZeeland? Ik haast me overigens mijzelf vrij te pleiten van de beschuldiging dat het mijn bedoeling zou zijn op slinkse wijze te suggereren dat de Roosevelts net zo goed uit Leiden afkomstig zouden kunnen zijnl Franklin Roosevelt was een man die weinig twijfels kende. De geschiedenis van zijn familie genoot zijn bijzondere belangstel ling. Hij klom vaak in zijn stamboom. En toch stelde de connec tie van de Roosevelts met Nederland zelfs hem voor een raad sel. Zo schreef hij bijvoorbeeld in 1 935: „Het enige wat ik van de herkomst van de familie Roosevelt in dit land weet is, dat de diverse takken blijkbaar zijn terug te voe ren tot Claes Martensen van Rosevelt die ergens vóór 1 648 - zelfs het jaartal staat niet vast - uit Holland naar Amerika is ge komen. Ik weet niet uit welke plaats in Holland hij afkomstig was, en ook niet wie zijn ouders waren." In een korte, ongedateerde autobiografische aantekening, ge schreven tussen 1 933 en 1 940, en ook elders in brieven van zijn hand, herhaalde hij dat hij wat betreft Claes de Immigrant in vrijwel alle opzichten in het duister tastte. Na zijn inauguratie in 1 933 publiceerden Nederlandse kranten een aantal artikelen waarin men trachtte te bewijzen dat de fa milie Roosevelt inderdaad uit Zeeland afkomstig was. Toen Roosevelt van deze berichten kennis nam, bleek hij niet geheel van de juistheid van de gegevens overtuigd. Er waren hardere bewijzen nodig, concludeerde hij. Maar nu moet u mij niet ver keerd begrijpen. Hij heeft altijd beweerd dat zijn familie oor spronkelijk uit Nederland kwam, en op goede gronden. Niet voor niets was hij een trouw lid van de Holland Society en in de jaren twintig vice-voorzitter van de Netherland-America Foun dation. Het merkwaardige is wellicht dat hij Nederland slechts één keer heeft bezocht. Dat gebeurde in 1 896, als veertienjari ge jongen met zijn ouders. Als goede Amerikanen „deed" het gezin Holland in twee dagen. Ze gingen naar Den Haag enSche- veningen, naar de musea in Amsterdam en zelfs naar de dieren tuin. Het spijt me te moeten zeggen dat ze vergaten Oud-Vosse meer aan te doen. Enige jaren later, om precies te zijn in he voorjaar van 1910, bracht een andere Roosevelt een kort bezoek aan Holland. Ex- president Theodore Roosevelt, Franklins achterneef en idiool. Wij beschouwden die eerste beroemde Roosevelt min of meer als ons eigendom. Zoals de ceremoniemeester in Amsterdam het in 1 910 uitdrukte: „Wanneer wij denken aan de mannen die de Verenigde Staten aan Nederland te danken hebben, aan de morele, religieuze en politieke invloeden die van ons zijn uitge gaan en die in u, meneer Roosevelt, zijn neergelegd, krijgen wij soms de neiging een verband te leggen tussen een aantal van de u karakteristieke grote eigenschappen, uw ernst en oprecht heid, en uw Nederlandse afstamming". Het enthousiasme waarmee Roosevelt hier werd ontvangen, was dus gedeeltelijk voor onszelf bestemd. Maar grotendeels toch voor „Teddy", het symbool van de moderne, opwindende tijd. Duizenden mensen drongen samen in de straten waar hij langs kwam en scandeerden zijn naam. Theodore Roosevelt was hierdoor bijzonder verrast. Hij had er ook een verklaring voor. Hij wist dat hij een goed president geweest was, maar mis schien golden de toejuichingen niet alleen zijn eigen persoon, misschien golden ze, zoals hij in een brief aan een vriend schreef, de Amerikaanse Republiek, die, volgens hem, „voor de gemiddelde Europeaan een vreemde, aantrekkelijke droom be lichaamt, die soms als een gulden Utopia wordt beschouwd en dan weer als een land vol wilde avonturen, die beslist niet nood zakelijkerwijs van morele aard behoeven te zijn." Van dat Uto pia was niet veel overgebleven toen Franklin Roosevelt in maart 1933 het presidentschap aanvaardde. De Verenigde Staten werden geconfronteerd met een hopeloze economische situa tie. Eigenlijk was het nog veel meer dan een economische crisis, het ging om een vertrouwenscrisis, om een geschokt vertrou wen in de levensvatbaarheid van het Amerikaanse experiment. Wij weten allemaal hoe energiek Franklin Roosevelt de teugels der macht in handen nam en hoe hij met zijn New Deal alle on heilsprofeten alsmede de Republikeinse Partij van het toneel veegde. Onder hun nieuwe leider ontpopten de Democraten zich als een dynamische partij. We kunnen slechts gissen naar de bronnen waaruit Roosevelt al handelend putte. Maar de ver klaring moet toch gedeeltelijk gezocht worden in het feit dat hij nooit enige twijfel koesterde over wie hij was en wat h ij deed. H ij probeerde het absolute vertrouwen dat hij in zichzelf had, over te brengen op het Amerikaanse volk in zijn geheel, in de weten schap dat „zonder enthousiasme nooit iets groots tot stand is gebracht". Hij was zo diep in de Amerikaanse tradities gewor teld dat hij - met zijn lange sigarettenkoker - alle argumenten van zijn tegenstanders, die beweerden dat de maatregelen van zijn New Deal „on-Amerikaans" waren, kon wegwuiven. Hij be stond het zelfs een samenkomst van de buitengewoon pure Daughters of the American Revolution te begroeten met de woorden: „Mede-immigranten..." Amerika was een land van immigranten - of die nu in de zeventiende of in de negentiende eeuw waren aangekomen. Voor Roosevelt bestond er geen ver- schil en daarom kon hij gemakkelijk de "buitengeslotenen in sluiten" binnen het Amerikaanse systeem. Datverandert overi gens niets aan het feit dat hij graag melding maakte van zijn ou-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1982 | | pagina 6