WONEN IN MIDDELBURG
De bekommernissen van een
burgemeester
Volkswoningbouw laatste kwart 1 9de
eeuw
M. P. de Bruin
Sedert 1887 was burgemeester jhr. mr. Leonhard Schorer bur
gemeester van Middelburg. Een burgemeester met hart voor
zijn stad. I n de vergaderingen van de gemeenteraad toonde hij
zich een onafhankelijk man, die zijn gevoelens durfde tonen,
ook in zijn nieuwjaarstoespraken. Aan het slot van zijn toe
spraak in de vergadering van 25 januari 1899 zei hij:
'Dikwijls toch onze gemeente binnen de kom doorwandelende
zijn mij toestanden opgevallen, en voorzeker ook u, die eigenlijk
in eene gemeente als deze in dezen tijd zich niet meer mochten
voordoen. Ik bedoel, het wonen van zoovelen in slechte wonin
gen hetwelk, waar dit in gewone omstandigheden reeds demo-
raliseerend werkt, in tijden van besmettelijke ziekten een ge
vaar oplevert voor het algemeen, het voorhanden hebben van
vleesch in localiteiten die met de geringste regelen der gezond
heidsleer spotten, en het slachten in verschillende slachtplaat
sen, die niet meer van deze tijd is. De eerste kwestie is voorzeker
eene zeer moeilijke om op te lossen, terwijl aan de tweede en
derde ook wel groote bezwaren verbonden zijn, welke echter
naar het mij voorkomt gemakkelijker zijn te boven te komen.'
Al eerder had de burgemeester, in zijn nieuwjaarsrede op 1 8 ja
nuari 1893, op het bouwen van gezonde woningen tegen een
schappelijke huur gewezen. Hij deed dit naar aanleiding van het
bouwen in 1 891 aan een zijde van de Eigenhaardstraat'die voor
een betrekkelijk kleine som gelegenheid aanboden om gezond
te wonen'. In 1 892 werd de overzijde van die straat met derge
lijke woningen volgebouwd. Mr. Schorer vond de huurprijs van
71,90 per week, met belasting 72,10, te hoog voor de meeste
werklieden.
'Zeer te hopen is dat het particulier initiatief woningen doe ver
rijzen waarvan de huurprijs binnen hun bereik valt, woningen
geschikt om te bewonen in tegenstelling met zoovele woonge-
legenheden, die zoowel uit een gezondheids- als uit een zede
lijkheidsoogpunt zijn af te keuren en die eigenlijk niet meer
moesten bestaan. Ik bedoel die huizen waarin 4 tot 6 en meer
huisgezinnen onder één dak wonen. Wanneer 1 893 Middel
burg verrijkte met een tal van dergelijke gezonde woningen,
voorzeker het zou een zeer gelukkig verschijnsel kunnen ge
noemd worden. Niemand uwer zal toch ontkennen dat het wo
nen in een huis, hetzij groot of klein, maar waar men de gewaar
wording heeft dat men er zich goed in gevoelt, tevredenheid
kan, ja voorzeker zal verwekken, en ik gevoel het als een onaf
wijsbaar iets dat iedere burger verplicht is niet alleen voor zich
zelf te zorgen maar ook evengoed en vooral niet minder voor zij
ne medeburgers.'
Dat er aan het gemeenschapsgevoel in Middelburg nog al wat
schortte, blijkt uit de bespreking in de gemeenteraad van het
adres van de vurige socialist Johannes Koen raad van der Veer
'en 2 anderen betreffende de heerschende werkeloosheid on
der de werklieden in de gemeente'. Dat adres, waarin onder
punt 3 het van gemeentewege bouwen van flinke en naar de ei
sen der hygiëne ingerichte arbeiderswoningen werd voorge
steld, werd in de vergadering van 23 november 1 892 behan
deld. In het advies van burgemeester en wethouders aan de
raad wordt gesteld, dat in het van gemeentewege bouwen van
arbeiderswoningen, mede als oplossing van het werkloos
heidsvraagstuk, huns inziens niet kan worden getreden.
'Immers, gesteld al eens dat umeenenmocht.dat zulks op uwen
weg lag, dan nog zouden de gelden besteed aan de stichting
maar betrekkelijk weinigen werkeloozen (waaronder uit den
aard der zaak zeker niet de bekwaamste timmerlieden en met
selaars behooren), werk verschaffen. De gestichte woningen,
waarmede worden bedoeld dezulke, voor welke een wekelijk-
sche huur van 70,80 wordt gevorderd, zouden wel licht spoedig
bewoond zijn, doch daarmede zouden niet duurzaam onbe
woond geraken de "ellendige ongezonde krotten", die adres
santen op het oog hebben, want spoedig zouden die door ande
re aanstaande werkeloozen worden betrokken, en zoodoende
zou het algemeen belang eerder worden geschaad dan gebaat:
immers het aantal werkeloozen zou toenemen en de tegen
woordige werkeloozen zouden in nog slechter conditie gera
ken.'
Burgemeester en wethouders zien wel in dat valide mensen, die
werkloos zijn enige verdiensten moeten hebben in plaats dat zij
genoodzaakt zijn bedeling te vragen. Zij weten'op ditoogenblik
niets beters' te verzinnen, 'dan het doen kloppen van oude steen
ten dienste der wegen' en stellen voor daartoe een onbepaald
crediet te openen. Wethouder H.P.den Bouwmeester is tegen
het voorstel: hij erkent dat er werkloosheid heerst 'maar ik
meen dat het niet op den weg der gemeente ligt werk te zoeken.
Particulieren kunnen daartoe het initiatief nemen'. De teneur
van het debat is: de gemeente is geen filantropische instelling.
Werklozen moeten zich wenden tot particulieren of particuliere
verenigingen zoals het bureau van werkverschaffing van de
Christelijke Volksbond. Met een variant zou men kunnen zeg
gen: de zorg voor werklozen is geen zaak van de overheid. Het
voorstel van burgemeester en wethouders de werklozen stenen
te laten kloppen werd met 10 tegen 7 stemmen verworpen. En
zéker geen huizen van gemeentewege laten bouwen door
werklozen.
Wat was er op het terrein van de volkswoningbouw in Middel
burg gebeurd? Er waren raadsleden, zoalsF.Ermerins in 1 889,
die meenden dat op dit terrein reeds voldoende was gedaan. Dit
komt tot uiting bij de behandeling van het adres van dr.J.C. Bol
le, C. M.G hijsen en F.M.Wibaut tot het kopen van 1 200 centia
ren grond uitmakende het westelijk gedeelte van het terrein
tussen de Goesche korenmarkt en de Nieuwe poort. Dit terrein
zal ingebracht worden in een op te richten naamloze vennoot
schap, 'die zich ten doel zal stellen het bouwen van arbeiders
woningen en het verhuren daarvan, op zoodanige wijze dat de
bewoner door het betalen der huur binnen een zeker aantal ja
ren eigenaar kan worden van het perceel'. Al eerder had het ge-