het zierikzeese stadhuis 1 550-1 554
24
Restant van de voormalige Vlaamse topgevel met muuranker aan de Melkmarktzijde van het stadhuis. Thans
weggetimmerd en doorgaans onzichtbaar. (1980).
Foto: J. Bohnen te Rotterdam. (Vereniging Dorp, Stad en Land).
bekapping van de zolder.
Het trappenhuis eindigt aan de buiten
kant tussen vier kleine trapgevels. Men
kwam met dat verhoogde trappenhuis
wel enigszins ongelukkig uit voor een
der Vlaamse topgevels van het stad
huis.
Niet alleen moest toen een der ramen
voor de helft worden dichtgezet, maar
men ging er tevens toe over om die ge
vels in stijl aan te passen. Vandaar dat
de gehele achtergevel van het Zierik
zeese stadhuis! aan de Melkmarktzijde
dus) nu een volkomen ander beeld ople
vert dan het front aan de Meelstraat-
kant. Het oorspronkelijke stadhuisont-
werp voorzag in vier volkomen gelijke
topgevels. De restanten van de gewij
zigde gevels zijn, hoewel weggetim
merd en geheel uit hetzicht, nog hier en
daar aanwezig.
Samenvatting
De ontwikkelingsgang van het Zierik
zeese stadhuiscomplex in een reeks van
eeuwen overziende kan het volgende
samenvattende overzicht worden ge
boden.
Op de plaats waar reeds vroeg een
raadhuisje stond - we denken dan aan
het tijdvak 14de-1 5de eeuw - werd in
de jaren 1 550-1 554 een monumentaal
stadhuis opgetrokken. Dit gebouw, leu
nend tegen de zware toren van de uit
circa 1 400 stammende Vleeshal, moet
aanvankelijk vrijwel zonder belendin
gen zijn geweest.
Door zijn vrijstaande ligging, die waar
schijnlijk slechts tot het begin van de
17de eeuw heeft geduurd, was het oor
spronkelijk aanzien van het exterieur
geheel anders dan tegenwoordig. Met
andere woorden: het stadhuis kon door
zijn ruimtelijke situering veel meer in
het stadsbeeld domineren.
Een bijzonder fraai effekt leverden de
zogenaamde Vlaamse topgevels, twee
aan de Meelstraatkant, twee aan de
Melkmarktzijde. De vier gevels waren
identiek. Merkwaardigerwijze heeft
reeds spoedig, omstreeks 1614, een in
grijpende verbouwing plaats gevonden
van hettoentoch nog niet zo oude raad
huis. Er vonden „aanpassingen" plaats
ten behoeve van de stedelijke griffie,
terwijl tevens een zeer ruime zolderver
dieping werd gemaakt door het leggen
van een vloer over de reeds aanwezige
zware trekbalken, drie in getal.
In samenhang met deze nieuw gescha
pen zolderverdieping was er behoefte
aan een goede toegankelijkheid. Deze
kon tot stand komen door het al be
staande trappenhuis te verhogen.
Door deze ingreep - de top van het
trappenhuis kwam uit voor een der be
staande topgevels - waren ook voorzie
ningen noodzakelijk aan de gehele ach
tergevel van het stadhuis.
Het ligt dan ook voor de hand, dat kort
na het begin van de 1 7de eeuw, het ka
rakter van de lange gevel tegenover de
Melkmarkt, volledig is veranderd en
zich tot heden dan ook duidelijk onder
scheidt van de andere lange gevel aan
de Meelstraat.
Laatstgenoemde gevel onderging in de
jaren 1775-1779 een zeer ingrijpende
verandering.
Weliswaar met behoud van de vormge
ving van de twee Vlaamse topgevels
deed men het oorspronkelijk zestiende
eeuwse karakter van het stadhuisfront
nagenoeg geheel verdwijnen. De tot
dien aanwezige betrekkelijk kleine ra
men werden vervangen door aanzienlijk
grotere en bovendien bekleedde men
de baksteengevel met ledesteen.
In het midden van de negentiende eeuw
werden de raampartijen nogmaals naar
de trend van die tijd „aangepast". Er
kwamen ramen van wagenschot en „ij
zeren roeijen"6).
Tijdens de algehele veelomvattende
raadhuisrestauratie, die nog niet zo
lang gelden werd voleindigd, werd in
plaats van de negentiende eeuwse roe
deverdeling van de schuiframen weder
om de achttiende eeuwse verdeling
aangebracht.
BRONNEN EN LITERATUUR:
P. D. de Vos, Het stadhuis teZierikzee, Zierikzee
1902.
2) P. J. Meertens, Pieter Dignus de Vos, in: Hande
lingen en levensberichten van de Maatschappij
der Nederlandsche Letterkunde 1942-1943.
Zie ook: Meertens over de Zeeuwen (Middel
burg 1979), p. 416.
3) C. Postma, Zierikzee en zijn stadhuis, Zierikzee
z.j. (1969?).
4) Klapper op de stedelijke resolutie/notulenboe
ken van Zierikzee („register op Stad: notu-
le[nj"), opgemaakt 18de eeuw, letter: G. Ge
meentearchief Zierikzee.
5) Zie: H. J. Jesse, ingezonden bijdrage in: Bouw
kundig Weekblad, 32ste jrg. (1912), p. 509-
510.
6) Zie ook: W. H. Keikes, Stadhuis met museum
Zierikzee, uitgave gemeente Zierikzee 1975.
- De heer H. Goedegebure, bouwkundig ambte
naar bij de dienst Gemeentewerken te Zierikzee
heeft met bouwtechnische adviezen en een
doorsnedetekening waardevolle medewerking
verleend aan deze bijdrage.