DE SCHORPIOEN
Floortje Wi/son
leder jaar meren vele schepen af in de
haven van Vlissingen. Verschillende
soorten schepen want Vlissingen
neemt met haar havengebeuren een
niet onbelangrijke plaats in onder de
Nederlandse zeehavens. De tankers
meren af aan de Total pier, de stuk-
goedschepen in de buitenhaven, con
tainervervoer en autotransport concen
treert zich in de containerhaven. Er is
board-board overslag van LPG en de
veerboten o.a. naar Engeland hebben
hun eigen steigers. De vissersvloot
hoopt, binnen niet al te lange tijd, af te
kunnen meren bij de nieuw te bouwen
vismijn aan de binnenhaven. Vele soor
ten schepen dus die in de zomermaan
den ook nog „voor de boeg gevaren"
worden door honderden jachten en
surfplanken.
Sinds juli 1982 is aan dit gevarieerde
assortiment een uniek schip toege
voegd. Een vreemde eend in de bijt en
op het ogenblik nog het lelijke eendje in
haar soort. Een schip dat de Zeeuwse
wateren waarschijnlijk ook nooit meer
zal verlaten. Een, niet op eigen kracht,
varend schip. Het is het bijna 11 5 jaar
oude ramtorenschip „Schorpioen". De
benaming „ramtorenschip" slaat op de
versterkte ramsteven en de draaibare
geschutstoren.
Vele Vlissingersen ook personen buiten
deze gemeente hebben, voor dit stukje
antiek op scheepvaartgebied, hier af
meerde, nog nooit van ramschepen of
pantserschepen, zoals zij ook wel wor
den genoemd, gehoord. Bij gevechts
handelingen moeten zij het vijandelijke
schip zo dicht naderen dat met de ram
steven onder de waterlijn een gat in de
romp geboord kan worden. Die onbe
kendheid met dit soort schepen is niet
zo vreemd. Roemruchte daden in onze
wateren, door dit soort schepen ver
richt zijn nooit in de annalen bijgeschre
ven. Hoewel dit type schip bekend staat
als een ramtorenschip en deze naam
gebruikt wordt in het memoriaal van de
marine in 1 876 samengesteld doorB. J.
Tideman, is in Nederland de typeaan
duiding Ramschip ingevoerd.
De „Prins Hendrik"
Het enige ramtorenschip, dat de Ko
ninklijke Marine heeft gehad, was de
„Prins Hendrik der Nederlanden". Op de
marinebegroting voor 1865 werden
gelden aangevraagd voor een stoom-
ramschip (kosten ongeveer 1 miljoen
gulden). Het werd te Birkenhead be
steld. Bij de behandeling van de mari
nebegroting voor 1866 deelde de mi
nister mede, dat deze post met
f 600.000 moest worden verhoogd,
teneinde van het schip een zeewaardig
ramtorenschip te maken. Na veel be
denkingen werd de begroting door de
TweedeKameraangenomen met40 te
gen 24 stemmen en door de Eerste Ka
mer met 24 tegen 11 stemmen. Voor
waarde was, dat de minister voortaan,
buiten de Wetgevende Macht om, geen
ramtorenschepen meer zou bouwen.
Dat is dan ook niet gebeurd. Op de ma
rinebegroting voor 1867 werden gel
den toegestaan voor de bouw van 3
ramschepen, t.w. Stier, Schorpioen en
B uffel later genoemd pantserschepen)
Wanneer in 1855 de Franse marine als
eerste drie pantserschepen laat bou
wen, te weten de Dévastion, Lave en
Tonnante, om de Russische vestiging
van Kinburn te beschieten, begint een
niet meer eindigende wedloop. Hoe
zwaarder het geschut wordt, hoe dikker
ook het pantser om het schip bescher
ming te bieden. De eerste bepantsering
die aangebracht wordt, bestaat uit 11,4
cm dik gietijzer met daar achter een 45
cm dikke houten wand. Hiermee wordt
o.a. het eerste zeegaande Franse pant
serschip Gloire uitgerust. Het Britse
antwoord op de Gloire is de Warrior die
op de zelfde manier gepantserd is. Om
zo' n pantser te doorboren, wordt nieuw
geschut ontwikkeld. Het gietijzeren,
met een loodmantel bedekte geschut,
door de Britse fabriek Armstrong ont
worpen, wint terrein.
Het wordt nu tijd om naar een materiaal
te zoeken dat een grotere weerstand
biedt dan ijzer. Het staal komt tot ont
wikkeling. De pantserplaten die uit staal
vervaardigd zijn, hebben een aanzien
lijk groter weerstandsvermogen dan ij
zer. Het staal is echter nog sporadisch
te verkrijgen. Om te beslissen welke be
pantsering op de Italiaanse marine
schepen Duilio en Dandolo zal worden
toegepast, worden in 1 876 in La Spezia
stalen pantserplaten van 56 cm dikte en
smeedijzeren platen van gelijke dikte
van een houten beschermlaag van 40
cm voorzien. Deze platen worden gele
verd doorCammell and Brown uitShef-
field en Marrel Frères uit Marseille. De
platen worden getest en door 25.4 cm
en 27.9 cm geschut niet doorboord.
Echter door 45 cm geschut wordt de
stalen plaat verbrijzeld terwijl het ijze
ren pantser geheel doorboord wordt.
De Italianen besluiten de 56 cm stalen
bepantsering toe te gaan passen. On
dertussen wordt door Cammell and Co
en John Brown in Sheffield een com
pound bepantsering ontwikkeld waar
bij een stalen pantserplaat voorzien
wordt van een ijzeren beschermplaat.
Bij proeven in Engeland en Frankrijk
blijkt deze bepantsering zo goed aan de
eisen te voldoen dat in de volgende tien
jaren op alle pantserschepen deze wijze
van bepantsering wordt toegepast.
Stoom
In Nederland is het vooral koning Wil
lem I die grote belangstelling toont voor
de scheepvaart in het algemeen en de
stoomschepen in het bijzonder.
Met onze koloniën zo ver van huis is het
zeker nuttig niet meer alleen afhanke
lijk te hoeven te zijn van de wind. In
1824 bestaan al plannen voor de rijks-
De Schorpioen op de rede van Toulon.