ZEEUWS TIJDSCHRIFT
JAARGANG 33
nummer 3 -1983
BAKEMA EN HET STADHUIS VAN TERNEUZEN
Ben Pluijmers
Prof. Bakema en zijn werk
De naam Bakema is in Zeeland niet erg
bekend. Toch heeft prof. Bakema juist
hier één van zijn bekendste en boeiend
ste ontwerpen gerealiseerd: het stad
huis van Terneuzen, door sommige ar
chitectuurcritici zelfs hét beste werk
genoemd.
Aangezien er nog steeds gebouwen van
Bakema „in de steigers staan" (het Sie-
menscomplex te München, de Centrale
Bibliotheek te Rotterdam), is deze
conclusie wellicht wat vroeg getrokken.
Wel kan worden gesteld dat het stad
huis in Terneuzen één van de meest
sprekende voorbeelden van naoorlogse
moderne architectuur in Nederland is.
Samenwerkingsverbanden
Als architect verrichtte Bakema zijn
werk binnen het bureau Van den Broek
en Bakema, later omgedoopt tot archi
tectengemeenschap Van den Broek en
Bakema. Het is een architectenbureau
met een grootse traditie, voortgekomen
uit het bureau Brinkman en Van der
Vlugt.
Dit bureau kreeg wereldfaam door on
dermeer de van Nellefabriek te Rotter
dam (1926-1930). Andere bekende
werken zijn het F-'eyenoordstadion
(1934-1936) en de ook nu nog in ge
bruik zijnde openbare telefooncel
(1931-1932).
Na de dood van Van der Vlugt is het bu
reau voortgezet als Brinkman en Van
den Broek, daarna Van den Broek en
Bakema. Tijdens en na de wederop
bouwperiode behield het bureau zijn in
ternationale reputatie door de vele wer
ken van zeer hoog niveau, zoals de Lijn
baan te Rotterdam, het flatgebouw in
het Hansaviertel in Berlijn, de Neder
lands-Hervormde kerk te Nagele en de
Technische Hogeschoolwijk in Delft.
Binnen het werkverband van een archi
tectenbureau is het vanzelfsprekend
niet altijd mogelijk een bepaald werk
aan één persoon toe te schrijven. Bij
grotere projecten zijn bijna altijd meer
architecten betrokken.
Aan het ontwerp van het stadhuis te
Terneuzen werkten ook L. Kruijne, prof.
J. P. Weber en ir. D. Paul. Toch is in het
geval van het bureau Van den Broek en
Bakema bij de belangrijke projecten al
tijd bekend wie de eerstverantwoorde
lijke voor het ontwerp is.Terneuzen is in
de eerste plaats werk van Bakema.
Bakema
Prof. Bakema heeft zich nooit beperkt
tot architectuur in de enge zin van „het
gebouw". Ook als stedebouwkundige
heeft hij zich een grote reputatie ver
worven. In zijn visie moest architectuur
in haar samenhang worden gezien. Dit
hield in dat bij het ontwerpen van een
gebouw de aangetroffen stedebouw
kundige situatie een zeer belangrijke rol
speelde. Het nieuw ontworpen gebouw
moest een nieuwe ruimtelijke samen
hang aanbrengen of een bestaande ver
sterken.
Voor Bakema zelf betekende dit dat hij
tal van nevenactiviteiten ontplooide: re
dactielid van het architectuurtijdschrift
Forum (samen met onder anderen Van
Eyck en Hertzberger), deelname aan de
internationale contactgroep Team Ten,
het geven van onderwijs als hoogleraar
te Delft en daarnaast nog een stroom
van artikelen en lezingen.
In zijn inaugurele rede, uitgesproken bij
zijn benoeming te Delft, ging Bakema
uit van vier begrippen: ruimte, vorm,
constructie en mens. Hij zei daarover:
„Voor het ontwerpen is de onderlinge
samenhang van de begrippen van een
zelfde belang als de kenmerken van elk
afzonderlijk".
In het bovenstaande heeft daarbij het
begrip „mens" zowel betrekking op in-
dividueel-psychologische', als op poli-
tiek-maatschappelijke2 factoren.
Architectuur is in Bakema's visie onder
deel van het maatschappelijk gebeuren.
Echter zonder dat de architect zijn ei
gen verantwoordelijkheid negeert en
vervalt in „inspraakarchitectuur"; hij
blijft aanspreekbaar op zijn product.
Beeldend functionalisme
De vormgeving van Bakema's gebou
wen wordt vaak getypeerd als „beel
dend functionalisme". Dit begrip kan
worden omschreven als: uitgaande van
het functionalisme daar een beeldende.
Van Nellefabriek te Rotterdam (foto Rijksdienst
voor de Monumentenzorg, Zeist).
Openbare telefooncel.
Lijnbaan te Rotterdam.