IPW ,.,„21" j]
- 1
n
J
bakema en het stadhuis van terneuzen 82
Krabbel van Bakema, uit het boek „Van stoel tot
stad"
Gebouw voor Civiele Techniek te Delft (foto Foto
grafische dienst van de afdeling Bouwkunde van de
TH Delft).
4
i""1" j||ll
««mn*. alJ 1
•inn m 1111 M 1
•in
a MJIiiiiiLi m .té matt MUI
Siemenscomplex te München.
verhalende dimensie aan toevoegen.
Bakema zelf gebruik wel het begrip
„functionele expressiviteit"3.
Hiermee zet hij zcih duidelijk af tegen
de te beperkte interpretatie van het
functionalisme, zoals die in de jaren
vijftig en zestig werd gehanteerd en die
inhield dat de functie automatisch de
juiste vorm zou opleveren. Dit laatste
resulteerde feitelijk in een uiterst ar
moedige vormgeving, voorgeschreven
door techniek en economie. De archi
tectuur werd daardoor gereduceerd tot
productievraagstuk.
Bij Bakema daarentegen werd de vorm
geving weer een eigen waarde toege
kend en was zij niet langer een afgelei
de van andere randvoorwaarden. Zo
kon de vormgeving ook weer een eigen
functie krijgen. Overigens moet dit ze
ker niet verward worden met het heden
ten dage voorkomende formalisme en
neo-rationalisme van bijvoorbeeld de
architecten Rossi en Krier en ook Ne
derlanders als Weeber. Zij gaan veel
verder door formele vormen, en soms
ook historische architectuurtekens, als
uitgangspunt te nemen en zo te komen
tot een ruimtelijk concept.
Bakema gebruikt een vorm vaak om te
tonen wat er in of achter gebeurt. Geef
een trappenhuis een eigen kenmerken
de vorm en men is in staat te zien, waar
en hoe zich in een gebouw het verticale
verkeer afspeelt. Zo kan een „vormen
taal" ontstaan, die functionele informa
tie geeft over de gebouwde omgeving.
Bakema's werk heeft zo'n vormentaal.
Een gebouw werd door hem gestructu
reerd rond één of meer geprononceerde
en herkenbare elementen. Bij het ge
bouw voor Civiele Techniek zijn dat de
collegezalen, bij het Siemenscomplex
de stijgpunten (de trappen en de liften).
Als middel om de verschillende delen te
onderscheiden wordt naast kleur- en
materiaalverschil ook een sterk plasti
sche vormgeving gebruikt. Vaak zijn
Bakema's gebouwen daardoor een sa
menstel van expressieve volumes.
Thema's
In veel van zijn geschriften komt Bake
ma terug op het begrip „ruimte". Hij
toont zich daarbij voorvechter van een
gedifferentiëerde ruimtelijke opbouw
van de gebouwde omgeving: grote
naast kleine ruimten4, zowel in onder
linge samenhang, als in samenhang
met de individuele mens. Vooral in zijn
stedebouwkundige werk komt dit tot
uiting, met name in de voortdurend te
rugkerende combinatie van hoog- en
laagbouw.
In Bakema's werk is een aantal ruimte
lijke thema's te onderscheiden. Drie be-
woonkamer
keuken
slaap-
kamer
slaap
kamer
Ontwerp voor een woonhuis met slakkehuisvorm,
plattegrond.
Plattegrond van de Herv. kerk te Nagele.
w
1212 11
3&:
6
T
U
ft 2
3 I
ij15l|
n
14
1 kerkruimte, 2 liturgisch centrum, 3 ouderlingen -
diakenen, 4 toneelzaal, 5 toneel, 6 entree, 7 gange
robe, 8 consistoriekamer, 9 koffiehoek en biblio
theek, 10 keuken, 11 cv-ruimte, 12 toiletten, 13
kerkplein, 14 klokketoren, 1 5 speeltafel orgel. Pij
len looprichting.