bakema en het stadhuis van terneuzen
84
Cartoon van hetOpera House in Sydney, bij de ope
ning gemaakt door Australische studenten.
Opera House (1968) Sydney van Jprn Utzon.
Dergelijke metaforen zijn een gevaarlijk
thema; zij kunnen groteske vormen
aannemen. Illustratief zijn in dit ver
band het Trans World Airlinesgebouw
op Kennedy Airport in New York, ont
worpen door Eero Saarinen, en het
Opera House in Sydney van Jprn Utzon.
Beide gebouwen zijn enkele jaren vóór
het stadhuis van Terneuzen ontworpen.
Het TWA-gebouw van Saarinen refe
reert duidelijk aan het vliegen. Door de
nog te bevatten maat en de zorgvuldige
architectonische en bouwtechnische
detaillering is deze metafoor geloof
waardig. Het Sydney Opera House
daarentegen is door zijn extravangantie
en kunstmatigheid niet in staat om de
symboliek van zeilboten, of ontluikende
bloemen zoals sommigen beweren, se
rieus te laten nemen. Dit irriteert, zoals
de cartoon laat zien.
Bij het stadhuis van Terneuzen is de
zwaar aangezette vormgeving (de
bouwvolumes zijn zeer robuust, bijna
grof) in overeenstemming met de grof-
schalige omgeving van zeedijk en wa
tertoren. Deze vormgeving is boven
dien voortgezet in interieur en detaille
ring. In zijn totaliteit ontstaat zo een
evenwichtig geheel. Het gebouw ont
leent een groot gedeelte van zijn karak
ter aan zijn omgeving en omgekeerd.
De verwijzing naar het water door de
vormverwantschap met een scheeps
brug is hier geloofwaardig. Ook in die
zin is het stadhuis goed ingepast in de
omgeving.
Ruimtelijke opbouw
In het eerste gedeelte van dit artikel is
aangegeven dat het stadhuis is te be
schouwen als een representant van het
schroefthema. Dit thema is vorm gege
ven door een drietal hoofdvolumes ho
rizontaal en verticaal verspringend rond
een kern te groeperen. De kern wordt
gevormd door de lift, de hoofdvolumes
door kantoorruimten. De burgerzaal
vormt letterlijk de bekroning van het
geheel. Deze ruimtelijke schroefcon-
structie levert een uitermate plastische
vorm op. Zelfs zo dat niet meer gespro
ken kan worden van één vorm, maar van
een compositie van meerdere vormen;
architectuur als plastiek.
De uitwendige ruimtelijke kenmerken
en gevolgen zijn bij dit gebouw van een
geheel andere orde dan bijvoorbeeld bij
het stadhuis te Eede of bij het Siemens-
Luchtfoto stadhuis Terneuzen (foto Slagboom).
complex teMünchen het geval is.lnEde
is door het stadhuis een plein gevormd.
In München vormt het complex zelf
standig een scala van met elkaar ver
bonden buitenruimten. In Terneuzen is
sprake van een object, dat ruimtelijk is
door zijn plasticiteit.
De interne ruimtelijke opbouw wordt
bepaald door de kern en door de deels
open kantoorruimten, die hier versprin
gend omheen gegroepeerd zijn. Steeds
vormt de kern weer het punt waarom
heen en -doorheen zich het interne ver
keer afspeelt. De ruimtelijke interes
santste punten bevinden zich dan ook
rond de kern. Daar worden de niveau
verschillen zichtbaar, wat in samenspel
met de pepronceerde constructie ver
rassende doorzichten oplevert. Boven,
in de burgerzaal, krijgt de situering aan
de zeedijk betekenis door het uitzicht
op de Westerschelde.
Architectonische en constructieve de
taillering
Zoals eerder opgemerkt, is de verdere
uitwerking van in- en exterieur in over
eenstemming met de hoofdopzet, zo
wel in vormgeving als in materiaalkeu
ze. De dimensionering en vormgeving
van borstweringen, kozijnen, leuningen
enzovoort zijn steeds even zwaar aan
gezet. Typerend daarvoor zijn de door-