zeeland, geestelijk gezond? 143 Zeeland kostte in 1981 ruim 2,4 mil joen gulden, de totale instituutskosten bedroegen ruim 5 miljoen gulden. Pijnlijk blijft dan de constatering dat on danks deze brede geldstroom een aan tal basistaken worden verwaarloosd, cq. nagelaten. Ook in de studie van So- rel (1982) worden deze aspecten met nadruk genoemd. Resteert de vraag, hoe nu verder? Sorel is niet hoopvol over de mogelijk heid om aan de ouderwetse sociaal psy chiatrische activiteit weer nieuw leven in te blazen. De kans hierop is volgens Sorel gering. Dit vooral gezien de mentaliteit van de moderne hulpverlener in deze sector. Volgens Sorel is het wellicht beter dat de poliklinische activiteit verder wordt uitgebouwd. Nu is het duidelijk dat deze activiteit in de afgelopen jaren wel sterk is toegeno men. In onze regio lijkt wat dit betreft de acti viteit van de psychiatrische afdeling van de algemene ziekenhuizen, de zo genaamde PAAZ, van wezenlijk belang. Het merendeel van de bedoelde psy chotische alsmede depressieve psy chiatrische patiënten worden - terecht - in deze afdelingen behandeld. Nu is een wezenlijk onderdeel van de PAAZ-activiteit ook de poliklinische ac tiviteit. Dit houdt ook in de mogelijkheid voor een adequate poliklinische nabe handeling. In deze medisch-psychiatrische setting is voorts een voordeel dat één behande laar verantwoordelijk blijft voor zowel de intramurale alsmede de extra-mura- le behandeling. Voorts is van belang dat in dit medisch- psychiatrisch circuit de patiënt zonodig weer direct kan worden opgenomen door de in het ziekenhuis bestaande 24-uurs bereikbaarheid alsmede, be schikbaarheid. Een 24-uurs bereikbaarheid die bij de RIAGG's sinds vele jaren dikwijls niet verder is gekomen dan: „een verder punt voor overleg". Besluit In Zeeland is - gelukkig - de discussie over de toekomstige opzet van de G ees- telijke Gezondheidszorg nog steeds gaande. Gelet op de kennelijk nog zo nodige zorg voor de Zeeuwse psychia trische patiënten zou het hoogst onge wenst, ja zelfs onverantwoordelijk zijn om bestaande voorzieningen aan te ta sten, cq. uit te hollen. Hierbij moet dus vooral gedacht wor den aan veranderingen die moderne RIAGG-structuur met zich mee dreigt te brengen. Een ontwikkeling waarmee de psychiatrische patiënt niet gebaat zal zijn. Integendeel, daarvan juist de dupe zou kunnen worden. Het is te hopen dat de wijsheid gebaseerd op de realiteit hier nog een kans krijgt en dat met na me in Zeeland de gewone Sociaal Psy chiatrische Nazorg weer adequaat gaat, cq. blijft functioneren. Iets wat toch in een relatief kleine maar daardoor ook overzichtelijke Regio als de onze, mogelijk moet zijn. Dit neemt helaas niet weg dat er bij de Centrale Overheid een voornemen is om het aantal bedden, dat wil zeggen de opnamemogelijkheid voor deze pa tiënten, drastisch te beperken. Het gaat om het voornemen om het aantal psy chiatrische bedden in de Algemene Zeeuwse Ziekenhuizen drastisch te re duceren, cq. te halveren. Maar ja, deze Centrale Overheid maakt zich eveneens sterk voor de moderne RIAGG filosofie. Tenslotte, gezien de soms zo specifieke met religieuze opvattingen verweven ernstige psychiatrische problematiek van de betreffende Zeeuwse psychiatri sche patiënten, lijkt ook het volgende van belang. Te geraken tot een echt nieuwe en effi ciënte opzet van het overleg tussen psy chiatrische en pastorale zorg ten be hoeve van deze patiënten. Wellicht kan een dergelijke nieuwe op zet een kans krijgen indien de historisch gegroeide argwaan tussen psychiatrie en theologie in zo'n overleg ook gaan deweg wordt geëlimineerd. Literatuur. Beenackers, A. A. J. M. (1 982): Kostprijs in de am bulante Geestelijke Gezondheidszorg. Maandblad Geest. Volksgezondheid. 141 -43. Bouman, P. J. 1 965): Van Renaissance tot Werel doorlog, Spectrum. Utrecht. Fortmann, H. N. N.,(1 968): Als ziende de onzielijke, Paul Brand, Hilversum. Freud, S., 1 960): Die Zukunft einer Illusion, in: S. Freud, Das Unbewusste, Fischer Verlag, Frankfurt. Fromm, E., (1 976): Psychoanalyse en Religie. Bijle- veld, Utrecht. Hofman, H. A., (1 977): Ledeboerianen en Kruisge zinden, De Banier, Utrecht. Hugenholtz, P. Th., (1959): Tijd en creativiteit. Noord-Hollandse, Uitg. Mij., Amsterdam. Joosse, A., 1 982): Witte jassen gaan uit in Blijwij- de. Juinensche Courant, 60, 5. Jung, C. G., 1 957): Bewusstes und Unbewusstes, Fischer, Frankfurt. Mastboom, J. C. M., (1 982): Poliklinieken van Psy chiatrische Centra, Commentaar. Maandblad Geest. Volksgezondheid. 5, 523-528. Meertens, P. J., (1 979): De Zeeuwen, in: Meertens over de Zeeuwen, Fanoy, Middelburg. Oosten, A. van, (1980): Vluchtpsychiatrie, Luxe hulp en Psychohobby.MaandbladGeest. Volksgez., 3, 216-228. Rümke, H. C., 1 954): Psychiatrie, Deel 1Schelte- ma en Holkema, Amsterdam. Scheyen, J. D. van, (1974): Bezwaard gemoed in Zeeland. Zeeuws tijdschrift, 24, 2-9. Scheyen, J. D. van, 1 981Psychogenic en Religie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 23, 590-610. Scheyen, J. D. van, (1982): Religie en Psychopa thologie. Bulletin Coörd. Commissie, NZR, Utrecht, 1 5, 20-29. Schudel, W. J., 1 983): Hulpverlenen in Heerlen en Den Haag. Maandblad Geest. Volksgezondheid. 1 3-8. Sorel, F. M., 1 982): De nazorg nagelaten. Maandb lad Geest. Volksgezondheid. 12, 1295-1305. Zeeuws Instituut voor de Geestelijke Volksgezond heid (1982): Kommentaar op de Discussienota Geestelijke Gezondheidszorg in Zeeland, Middel burg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 23