zeeuwen en indië
176
partij. De rechtervleugel van de KVP
had dikwijls veel gemeen met het
standpunt van de protestantse opposi
tie. In 1947 scheidde een deel van de
KVP zich af met als voorman Weiter.
Aan de verkiezingen van 1 948 nam de
ze groep deel onder de naam „lijst-Wel-
ter".
De rechtse oppositie uitte zich zeer lui
druchtig. Men organiseerde zich in
1 946 in het Nationaal Comité Handha
ving Rijkseenheid, een buitenparle
mentaire actiegroep. Men presenteerde
het beeld dat een groots koloniaal
bouwwerk, door Nederland in de loop
van de eeuwen opgebouwd, omverge
haald werd door schurken, waaronder
niet alleen de Japanners en Soekarno,
Vrijwilligers naar Indië, afscheid in Vlissingen.
maar op den duur ook de Verenigde Na
ties, Groot-Brittannië, de Nederlandse
regering en niet in de laatste plaats de
PvdA.
Een deel van de CHU en de VVD gingen
in de loop van 1 947 en 1 948 een meer
gematigd standpunt innemen, waar
voor de partijen beloond werden met
een zetel in het kabinet Drees in 1 948.
De ARP bleef tot 1950 volharden in
haar zeer afwijzende standpunt, geba
seerd op een principieel argument. Het
Nederlandse gezag, zoals vastgelegd in
de grondwet, is het wettige gezag, luid
de de redenering. „Aangezien ook dit
wettige gezag als zoodanig het godde
lijk karakter draagt dat aan het aardse
gezag in Romeinen XIII wordt
gegeven is het de plicht van de rege
ring dit gezag met alle middelen waaro
ver zij beschikt te handhaven en waar
nodig te herstellen". Het vasthouden
aan een overspannen overheidsnotie
dreef de ARP in een isolement1).
Uitgezonderd de CPN waren alle partij
en in het parlement het met de regering
eens of voorstander van een nog harder
optreden tegen de republiek. NIP0-en-
quêtes wezen uit dat de strijdbare op
vattingen van de confessioneel-liberale
oppositie goed aansloten bij de gevoe
lens die de meerderheid van de bevol
king ten aanzien van gewapend ingrij
pen en onderhandelingen met de repu
blikeinen had2).
De stemverhoudingen (tabel 1) laten
zien dat de protestants-christelijke op
positie in Zeeland veel sterker was dan
in Nederland als geheel. In 1946 had
den deze partijen in Zeeland 43,3 van
de stemmen en in Nederland 22,9%. In
1 948 was de verhouding 44,4% tegen
26,1 De regeringspartijen hadden
geen meerderheid in Zeeland en waren
ongeveer even sterk als de protstants-
christelijke oppositie.
De kranten
De belangrijkste regionale dagbladen
waren de PZC, het Zeeuwsch Dagblad
en de Stem met oplagecijfers in 1949
van respectievelijk 28.876, 8 a 9.000
en circa 4700. De drie grootste dagbla
den hadden dus bij elkaar een oplage
van circa 42.000. Bij de volkstelling van
1947 telde Zeeland 67.258 gezinnen