een bijna vergeten bladzijde
207
tekend door Dirk van Farowé en Pieter
van Vessem. Opmerkelijk trouwens, dat
de eerste brief op dezelfde vergadering
wordt besproken, terwijl die al een
maand eerder was ontvangen. Dat Lette
nü pas na de ontvangst van de tweede
brief „alarm" slaat, zal wellicht zijn oor
zaak hebben in het feit dat we hier, nét
als daarstraks te Sir-Jansland, te maken
hebben met een landbouwer van aan
zien, Van Farowé. Van Vessem staat te
boek als „Particulier".
Op het vissersdorp Bruinisse wordt de
week daarop verbaasd opgekeken. In
de kerkeraadsacta van 22 april 1 836 le
zen we over de plotselinge afwezigheid
van diaken M. van den Berge (van be
roep Schipper), „die verzocht had met
nog drie andere leden der Gemeente
hunne namen uit het boek onzer lede
maten te laten schrappen".
Nog steeds noemden wij het Duive-
landse dorp Oosterland niet, waaruit we
toch veel „Afgescheidenen" van het
eerste uur met name kennen. Zorgvul
dig speurwerk in de notulen van de Her
vormde gemeente levert een opmerke
lijk „stil-zwijgen" op. Vergelijking van
de „Lidmatenlijst" van 1835 met de
daarop volgende, brengt de gevoelige
werkelijkheid wezenlijk aan het licht.
Het jaar 1 836 betekent voor Hervormd
Oosterland een flinke aderlating: Tien
echtparen met hun kroost en een „we
duwvrouw" verlaten het schip. Over
hun vertrek wordt met geen woord ge
rept. Pas in de jaren '50, wanneer „De
Afscheiding" een vaste plaats in de ge
meenschap heeft verworven, wordt er
openlijk stelling tegen genomen. Er
wordt gewaarschuwd en met sancties
(via de „armenzorg") gedreigd.
Tussen Nieuwerkerk en Zierikzee tref
fen we verder nog het bescheiden Ou-
werkerkaan. Ook hier bevinden zich en
kelingen die in de kring der „Afgeschei
denen" gesignaleerd worden, maar niet
eerder dan ca. 1 840. Het is echter „win
kelier" Jan Wagemaker die definitief en
openlijk kleur bekent. Hij doet dat via
een „insinuatie van den deurwaarder
...houdende definitieve kennisgeving
(dat hij) ...zich van dat Kerkgenoot
schap afscheidt...". Onderwijl brengt
hij het college van „Kerkmeesteren" in
grote verlegenheid, „daar deze ge
meente in de treurige gelegenheid ver
keert, dat een lid zich formeel heeft af
gescheiden, en niettegenstaande, hij
noch de zijnen ooit de Kerk bezoekt en
dus zijne twee zitplaatsen ledig laat
staan, volstandig weigert, die aan de
Kerk af te staan". Wagemaker's ge-
dachtengang zal duidelijk zijn, typisch
„Gereformeerd" zonder water in de wijn
te doen. Hij heeft twee vaste plaatsen
gehuurd, in de vanouds „Gereformeer
de" kerk. Maar de plaatselijke gemeen
te, varend onder de vlag van het Her
vormd Kerkgenootschap, is van de juis
te koers afgeweken!
Niet alleen op Duiveland, maar ook te
Zierikzee bevinden zich „Gereformeer
de" vromen. In hun midden troffen we
ds. Budding al direct aan. Onder hen be
vinden zich ook enkelingen die tot de
28 personen behoorden die een „be
roep" op ds. Budding hebben gedaan
voor verdere hulp. Afzenders waren de
eilandbewoners, „vanuit Zierikzee stad
en land". Er blijkt dus vanaf het eerste
uur een intensief onderling contact te
hebben bestaan.
Vormden de Duivelandse groepen één
„gemeente", na korte tijd dient ook Zie
rikzee zich aan. Bekend is het „gezel
schap" dat in huize bakker Gerard de
Braai bijeen komt. Later vergadert men
ten huize van Pieter van der Stel en
daarna bij Bartel de Vlieger „over de
Baan en de Karnemelksvaart". Ook
hield men wel bijeenkomsten bij bak
ker/landbouwer Martinus Brieve op de
„Vijfhoek".
Het belangrijkste over de „Afgeschei
denen" ter stede weten we dankzij het
„Kerkelijk notelboek" van Van Farowé.
Via de bescheiden in het Hervormd ge
meentearchief kwamen we te weten dat
de officiële „Afscheiding" haar beslag
krijgt medio 1 840. De eerste „Afschei-
dingsbrief" dateert van 26 juni 1840,
door maar liefst acht personen onderte
kend! Dertien jaar lang bereiken drup
pelsgewijs de Hervormde kerkeraad ve
le brieven met dezelfde intentie.
Het zal niemand verbazen, dat nu de
„gezelschappen" tot gemeentevorming
zijn overgegaan, de behoefte opkomt
om met een zekere regelmaat de sacra
menten te gebruiken. Veel kinderen zijn
nog ongedoopt en hoe wordt er overal
niet uitgezien naar een „eigen" herder
en leraar?
Ds. Budding als pastor
Het aanvaarden van het „provinciaal"
beroep door ds. Budding op 8 februari
1 837 brengt hem als vanzelf ook op óns
eiland! Zaterdag 24 juni doet hij met
Van Farowé zijn eerste huisbezoeken te
Nieuwerkerk. 's Maandags te Ouwer-
kerk en doopt in de avonduren twee kin
deren in huize Van Farowé. Budding
gaat grondig te werk. Dinsdag de 27e
doet hij zijn ronde met ouderling Hen-
Hervormde Kerk te Zierikzee (Gasthuiskerk).
Zierikzee. Interieur der Kleine of Gasthuiskerk, mei zeer fraai eiken Preekgesloelte en verdere eiken betimmering