een bijna vergeten bladzijde
213
„Al wierden er moordschavotten en
brandstapels voor hem opgericht,
(toch) hoopt hij in dien leer te vol
harden van Zijnen Koning Jezus.
Zoolang het bloed door zijne aderen
vloeit"!
Dat zulke woorden nieuwe beboetingen
uitlokken, zal zonder meer begrijpelijk
zijn. Er moet nog veel strijds gestreden!
En mét de intrede van Sterkenburg,
gaat veldwachter Maximiliaan Braam
plichtsgetrouw verder met het opstel
len van een nieuwe serie proces-ver
balen! Op zichzelf genomen, nieuwe
stof voor méér!
In het kader van dit artikel, „De Afschei
ding" in aanzet te beschrijven, zoals die
te Duiveland en in de stad Zierikzee zijn
beslag heeft gekregen, zou dit echter
teveel van het goede worden. Rest ons
nog op te merken dat „Gereformeerd"
Duiveland noest verder is gegaan, tot
dat na langdurige strijd men definitief
begint samen te komen in een „houten
loods" onderaan de „Rampaertsendijk"
te Oosterland, vanaf 21 juni 1 846. Kort
daarop wordt eveneens op het erf van
Sterkenburg een clandistien „stenen"
kerkje gebouwd. De Oosterlandse ge
meenteraad staat dat oogluikend toe en
de indruk bestaat o.g.v. de stukken dat
men hier „De Afscheiding" meer een
warm hart toedraagt dan enkele kilo
meters verder te Nieuwerkerk.
„De Afscheiding" tóen en wij nü
Uitgebreid volgden wij de wortels die
tezamen de „voorgeschiedenis" vor
men van de Schouwen-Duivelandse
„Afscheiding". Een historie die niet op
zichzelf staat, maar telkens nieuwe im
pulsen van buitenaf heeft ontvangen, in
personen met duidelijk herkenbare ge
zichten. Regionale kerkgeschiedenis
blijkt ook hier zeer duidelijk een zaak
van mensen, die bezield door persoon
lijk „heilig vuur", reageerden op de uit
nodigende Boodschap van de bijbel,
waarin het gaat om tijdelijk en eeuwig
Heil aan zondaren.
Het zal verder de lezer wel opgevallen
zijn, hoe verstrekkend de gevolgen ge
weest zijn op het eiland sinds „De Af
scheiding" ook hier aan het daglicht
trad. De periode 1834-1850 is van
doorslaggevend belang voor de thans
bestaande kerkelijke situatie. Het blijkt
dat de kerkelijke kaarten van nu, al ge
schud waren in het midden van de vori
ge eeuw!
„De Afscheiding", voortkomend uit in
dividuele „afmeldingen", en eensge
zind begonnen, leidde al spoedig tot
verschillende denk- en belevingsrich
tingen. Was „Duiveland" de noemer van
Nieuwerkerk, Oosterland en Bruinisse
met name, kort daarop maakte ook
„Zierikzee" deel uit van de gemeen
schappelijke kerkeraad voor één ge
meente in afdelingen per plaats. Al snel
koppelt zich een conventikel af van de
Oosterlandse groep onder leiding van
de niet bevestigde ouderling Hendrik
Kievit. Deze groep vormt later de oor
sprong voor de „Ledeboeriaanse" ge
meente, waar „oefenaar" Pieter van Dij-
ke voorgaat. Later wordt deze gemeen
te aangemerkt als „Bakkeriaanse" ge
meente, door de keuze voor „oefenaar"
Daniël Bakker te 's-Gravenpolder.
Thans heet deze gemeente: „Oud-Ge
reformeerde-Gemeente".
Volgen wij nu de „hoofdstroom":
„Schouwen-Duiveland" treft, wanneer
ds. H. J. Budding op het eiland is, elkaar
op het boerenerf van Dirk van Farowéte
Nieuwerkerk. Normaliter komt men
's zondags in de plaatselijke ruimten
bijeen. Op ons eiland volgt men conse
quent de lijn Budding en daarmee stemt
men ook zingend in met diens voorkeur
voor de Psalmberijming van Petrus Da
theen. Hier kunnen we ook het begin
vinden van de huidige praktijk in nog
enkele gemeenten op het eiland, „Da
theen" te zingen.
In 1841 haakt „Zierikzee" van „Duive
land" af, om zelfstandig de koers van
de „vrijheidsaanvrage" te volgen, als
„Christelijk Afgescheiden Gemeente".
Deze groep mag gezien worden als het
begin van de huidige „Christelijke Gere
formeerde Kerk" te Zierikzee. Als voor
waarde voor de aansluiting bij de meer
derheid der Zeeuwse „Afgescheiden"
gemeenten, die in ds. Cornelis van der
Meulen te Goes een waardig opvolger
van ds. Budding krijgen, stapt men over
op de „nieuwe berijming" van 1773.
Onderwijl zoekt Van Farowé, na nog
een korte tijd op een dubbelspoor te
hebben gezeten, in de hoop op alsnog
een verzoening van de partijen, een
duurzaam contact met de Budding-ge-
trouwe gemeenten. Wanneer Budding
gedurende langere tijd gegijzeld wordt
doemt in de persoon van oefenaar Pie
ter van Dijke te Sint-Philipsland een
„reddende engel" op. Hij preekt een
aantal malen te Nieuwerkerk. Hierdoor
komt „Duiveland" even in een pre-Le-
deboeriaanse sfeer, totdat Van Dijke
velen van zich vervreemdt door over
stag te gaan voor de verfoeilijke „vrij
heidsaanvrage". Sindsdien gaat Van
Dijke een eigen weg en sticht rondom
zijn persoon een aantal conventikels
waarin hij talloze malen voorgaat en
langzaam maar zeker uitgroeien tot
zelfstandige gemeenten. Zijn aanhang
bevond zich met name te Nieuwerkerk,
Oosterland en te Bruinisse. De huidige
„Gereformeerde Gemeenten" te Nieu
werkerk en Bruinisse én de „Oud Gere
formeerde Gemeente" te Oosterland
mogen zich Van Dijke's geestelijke „erf
genamen" noemen.
Van Farowé's gemeente komt - door de
nood gedreven - in contact met twee
Christelijke Afgescheiden predikanten,
bij wie echter geen baat wordt gevon
den. Via ds. Cornelis van den Oever
krijgt „Gereformeerd" Duiveland een
wat stabielere koers. Ontelbare beboe
tingen kunnen niet verhinderen dat men
vasthoudt aan de „Gereformeerde"
identiteit. Als eerste „regionale" predi
kant verschijnt ds. Bastiaan Sterken
burg. Hij vertegenwoordigt hier de „Ge
reformeerde Gemeenten onder het
kruis", en onder die vlag „verhuist" de
gemeente van het boerenerf van Van
Farowé naar een „eigen" bedehuis, ge
bouwd op het privé-erf van Sterken
burg, onderaan de Rampaertsendijk te
Oosterland. Deze kerk is bij de ouderen
onder ons nog bekend onder de naam
„diekse kerke". Zij is de „moederkerk"
waaruit naderhand de „Gereformeerde
Kerk" te Bruinisse (1 3 november 1 868)
ontstaat en die van Nieuwerkerk (8 au
gustus 1899). Het Oosterlandse deel
bouwt in 1917 in het dorp een nieuw
kerkgebouw. Twee jaar later ontstaan
er bezwaren binnen de gemeente over
de koers van de Kerken. Het overgrote
deel van de gemeente spreekt zich uit
voor aansluiting bij de „Gereformeerde
Gemeenten". De minderheid blijft „Ge
reformeerd" en bouwt een eigen kerkje.
Per 7 november 1 970 is deze gemeente
samengevoegd met die van Nieuwer
kerk.
Ten overvloede kan nog worden opge-