over boeken 223 sociale laag van de „mevrouwen" des tijds. Op de foto staat overigens wel één echte: mevrouw Diederiks, de echtge note van predikant ds. A. C. Diederiks. Genoeg over de foto's ze laten de fanta sie van de kijker te veel een eigen weg gaan, een weg die zich van de nuchtere feiten verwijdert en dat moet wel het laatste zijn wat de auteur van dit boek zich zal wensen. Hij is namelijk archiva ris en heeft - met zijn beroepsmatig re spect voor de feiten en niets dan de fei ten - zich niet met omvangrijke bespie gelingen bezig gehouden. Daarmee is tegelijkertijd een element van kritiek aangegeven: het boek is droog en wei nig beeldend geschreven. Het heeft ze ker onmiskenbare verdiensten, het is helder ingedeeld en defeiten zijn keurig bijeengebracht en bekwaam gerang schikt, maar het is het werk van een voorzichtig archivaris die zich van enige speculatie verre houdt. Overigens is ook op de selectie van de feiten enige kritiek mogelijk. Zo ver meldt Sandberg een aantal landbouw tentoonstellingen, in Kruiningen ge houden, maar hij gaat niet verder dan 1 934. In 1 951 en 1 963 evenwel wer den ook twee grote exposities gehou den, dievan13,14en15juni1963 trok zelfs 25.000 bezoekers. Waarom die niet vermeld? In omvang en presentatie zullen deze ZLM-dagen zeker grootser zijn geweest dan die van vóór deTwee- de Wereldoorlog. Met name in de jaren zestig profileerde de ZLM - temidden van allerlei bewogen discussies over havenontwikkeling en industrialisatie - zich als een zelfbewuste organisatie van de Zeeuwse agrariërs. De land- bouwdagen in Kruiningen droegen daar toe bij en hadden zeker vermelding in dit boek verdiend. Sandberg heeft uit documenten en mondelinge mededelingen de geschie denis van heerlijkheid en gemeente Kruiningen gereconstrueerd en daar mee een nieuwe monografie toege voegd aan de vele die er over Zeeuwse lokaliteiten al bestaan. Het heeft er veel van weg dat het hier- gelukkig - tot het voorzieningenpeil van een gemeente behoort, dat haar geschiedenis wordt geboekstaafd. Zo zijn er in de loop der jaren boeiende geschriften verschenen. men denke aan die van Kesteloo, De Meij, Piccardt, Wesseling, Brand, Win kelman, Hollestelle en onlangs van Fa- gel - om een reeks namen te noemen. In de reeks van lokale Zeeuwse geschied- schrijvingen neemt dit Kruiningen een eervolle plaats in: zakelijk en exact. Nu deze plaats is opgenomen in het grotere verband van Reimerswaal komt deze geschiedschrijving precies op tijd. Het geslacht Cruninghe Tot het persoonlijkste element in Sand- bergs boek beschouw ikzijn hoofdstuk ken over de kerk in Kruiningen en over de geschiedenis van de heren van dit ambacht, in het bijzonder het geslacht Cruninghe. Een familiekroniek van een belangrijk geslacht, dat in het Holland en Zeeland van de middeleeuwen een niet geringe rol heeft gespeeld. Hoe be langrijk die rol is geweest, is recentelijk aangetoond in het omvangrijke proef schrift van Brokken') over „Het ont staan van de Hoekse en Kabeljauwse twisten". In dit verband lijkt diens op merking over de verzoening van Jan II van Kruiningen met graaf Willem V in 1351 plausibeler dan de uitleg die Sandberg aan deze gebeurtenis geeft. Hij citeert - evenals Brokken - de belof te van trouw, die Jan II aflegt („als een wittachtich man zinen rechten heer sculdig is te doene zonder arglist") en concludeert daaruit dat deze Zeeuwse edelman „blijkbaar jegens zijn leenheer een en ander had misdaan". Dat kan sa menhangen - zegt Sandberg - met de strijd om Holland en Zeeland tussen graaf Willem V en diens moeder Mar- garetha van Beieren. Brokken plaatst deze gegevens in het bredere verband van de Hoekse en Ka beljauwse twisten, een partijstrijd die de Zeeuwse adel fel beroerde. Hij wijst er op dat de Haamstedes, de Kruinin- gens en ook Gerard van de Maalstede vóór de Hoeken hadden gekozen, d.w.z. voor Margaretha, een keus die Brokken als een „verloren positie" aanduidt. Mo gelijk zag Jan II de machtsverhoudin gen van dat moment beter en erkende hij daarom als enige van zijn geslacht graaf Willem V. Vandaar zijn belofte van trouw: „Wellicht wilde hij zich per soonlijk zuiveren van de smet van zijn Hoekse familieleden door zijn trouw aan Willem V te bewijzen", zegt Brok ken. het klinkt aannemelijker dan de conclusie van Sandberg: blijkbaar een en ander jegens zijn leenheer misdaan. Maar dat is het boeiende van de ge schiedenis: een discussie zonder eind. In het verdere van de familiegeschiede nis van de Van Kruiningens heeft Sand berg de moeite genomen uiteen te zet ten welke rechten aan een ambachts heer toekwamen. Weliswaar is dit on derdeel voornamelijk op Kruiningen ge richt, maar hij treedt hier ook buiten de grenzen van deze gemeente, een ver helderend hoofdstuk over een rechts historisch onderwerp, het vakgebied waarop deze auteur deskundig is. Inte ressant is voorts de geschiedenis van de kerk in Kruiningen, zowel vóór als na de reformatie. In dit verband levert hij een belangwekkende beschouwing over de naamgeving van een terrein dat van ouds met de mysterieuze naam „Kind van Trente" wordt aangeduid. Vroeger werd nog wel eens verondersteld dat er sprake was van een taalkundige aflei ding uit het angelsaksisch. Sandberg zet echter uiteen dat de oorsprong ver moedelijk ligt in een logieshuis van de Minderbroeders, een instelling waar de franciscanen logeerden om van daaruit hun bedeltochten te ondernemen. Een dergelijk pand heette een „termijnhuis" of ook „terminarishuis", door verschrij ving en verbastering werd dat eerst Terrnte en later Trente. De altoos voor zichtige Sandberg noteert overigens aan het slot van dit onderdeel: „Waar om dit gebied „Kind" van Trente heet is hiermee nog niet opgelost." Kruiningen en Myddle In de verte heeft dit „Kruiningen" mij doen denken aan een befaamd voor beeld van lokale historie uit Engeland, dat onlangs in de penguins2) is uitgeko men: „The history of Myddle". Een ze ventiende eeuwse „yeoman" - een hereboer - schreef de historie van zijn eigen parochie in Shropshire, een ma nuscript dat in 1834 voor het eerst werd gedrukt. In de recente penguinuit- gave werd het boek voorzien van een in leiding, geschreven door de historicus

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 31